Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Woedend, niet wanhopig
Twee zomers geleden stonden ze op Rock Werchter zonder nieuw album. En nu Pearl Jam Gigaton af heeft, zet corona hun volgende topspotje op dat podium op de helling. Nét nu de groep grenzen aftast op een album dat nooit minder dan bewonderenswaardig is. De groep uit Seattle trapt zijn elfde album nog af met boze punkrocksongs (Who Ever Said, Superblood Wolfmoon) die zo naast andere luide klassiekers op de setlist kunnen. Ook songs als Never Destination en Take the Long Way zijn herkenbaar Pearl Jam, maar hadden ook op albums van tien, twintig of dertig jaar geleden kunnen staan. Goede songs, die echter niks toevoegen aan het bekende palet. Heeft dat besef geleid tot de langste wachttijd ooit op een nieuw Pearl Jamalbum? Vernieuwing komt in de vorm van Dance of the Clairvoyants, dat wel een liefdesverklaring aan Talking Heads lijkt. En een song later bevat Quick Escape echo’s van U2’s Bullet the Blue Sky. Andere zijwegjes dragen sporen van Vedders solo-uitstapjes. Alright, Comes Then Goes of Retrograde zijn mooie ballads of semi-folksongs waar de sfeer van Into the Wild doorwaait, de film waarvoor Vedder de liedjes schreef. Afsluiter River Cross, dat met zijn trommels een tikje tribaal klinkt, schildert een maatschappij die teert op het accentueren van verschillen. Gigaton bespeelt het veld tussen hoop en woede. Het verdriet zit al in opener Who Ever Said, met het zinnetje “Home is where the broken heart is”, maar toch predikt diezelfde song hoop. En in Quick Escape gaat Vedder ook op zoek naar “a place Trump hasn’t fucked up yet”. Diezelfde Trump noemt hij ergens “Sitting Bullshit”. Denkt u echt dat het toeval is dat dit album in een verkiezingsjaar werd afgewerkt?