Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“We staan allemaal mee in de frontlinie”
Lola Djurayeva (56) en Vera Crols (59) bieden zich vrijwillig aan om kamers op corona-afdelingen te poetsen
“Engel van de kuis”, zo sprak een coronapatiënt deze week Lola Djurayeva (56) aan toen ze zijn kamer in het Sint-Augustinusziekenhuis kwam poetsen. “Ik zeg altijd dat ze er al een beetje beter uitzien dan de dag ervoor, dat doet deugd”, zegt Lola. Ze is een van de twintig vaste onderhoudsmedewerkers bij GZA Ziekenhuizen die zich vrijwillig hebben aangeboden om op de Covid-19-afdelingen te poetsen.
Bij de dienst schoonmaak van de GZA Ziekenhuizen werken in totaal 220 medewerkers, verspreid over de campussen Sint-Jozef in Mortsel, Sint-Vincentius in Antwerpen en Sint-Augustinus in Wilrijk. Vandaag is iedereen aan het werk, maar door de coronacrisis is het werk wel anders georganiseerd. Na een rondvraag hebben medewerkers zich vrijwillig kunnen opgeven om op de Covid19-afdelingen te poetsen.
Lola Djurayeva is een van de twintig ‘koele kikkers’, zoals de vrijwilligers onder de collega’s worden genoemd. “Ik heb geen moment getwijfeld”, zegt Lola, na alweer een zware shift in Campus Sint-Augustinus. “Als je alle procedures en richtlijnen strikt volgt, lukt het. Doe je dat niet, dan loopt het fout. Dus neen, ik ben niet bang om zelf ziek te worden. Ik loopt met mijn beschermkledij op het werk minder risico dan in de supermarkt of op straat. Dat beseffen mijn volwassen zonen ook. Eerst waren ze geschrokken, nu zijn ze fier.”
Ontsmettingsmiddel
Haar collega Vera Crols (59), die op een Covid-19-afdeling in campus Sint-Vincentius werkt, denkt er net zo over. “Ik woon alleen, mijn vier kinderen zijn al lang het huis uit, dus ik moet niet ongerust zijn dat ik iemand zou besmetten. En omdat we met de artsen en de verpleegkundigen in één team werken en allemaal samen in de frontlinie staan, voel ik mij gerust en gesteund. We worden elke dag zeer goed gebrieft en weten perfect waar we aan toe zijn.”
De kamers van de Covid-19patiënten worden elke dag grondig, met ontsmettingsmiddel, gekuist. “Alles moet worden ontsmet: klinken, stoel, nachttafeltje, vloer, badkamer, etc. Alle afval, zoals bekertjes en papiertjes, belandt in een speciale container. Daarin moeten we ook de poetsdoekjes en onze gele schort, onze handschoenen en ons maskertje na elke kamer die we gekuist hebben, droppen.”
Lola Djurayeva heeft ervaring met het poetsen van isolatiekamers, waarvoor altijd al speciale procedures gelden. “Toch is het nu anders natuurlijk, dit voelt bijna aan als oorlog. Elke dag worden er nieuwe afspraken gemaakt en je bent continu alert. Als je een kamer binnenstapt, weet je dat je voorzichtig moet zijn. Toch probeer ik de patiënten, hoe ziek ze ook zijn, op te fleuren. ‘Kijk eens hoe mooi het zonnetje schijnt’, zeg ik dan, of ik maak een grapje om hen positieve energie te geven. Ik zie wel dat de mensen lijden en bang zijn, maar ik probeer daar doorheen te prikken en dat doet zichtbaar deugd.”
Serieus ziek
Ook Vera Crols probeert tussen het werk door een babbeltje te slaan met de patiënten. “Op mijn verdieping liggen de Covid-19patiënten voorlopig nog alleen in een kamer. Een babbeltje doet hen goed, merk ik. Ik heb al zó veel bedankjes gekregen, de patiënten appreciëren ons werk en dat geeft extra moed. Sommigen zijn serieus ziek en zijn echt van de wereld. Toch moedig ik hen zachtjes aan, en als ze dan een dag of twee later hun ogen opendoen, laat ik zien hoe blij ik voor hen ben.”
Zowel Lola Djurayeva als Vera Crols doen elke avond mee aan de applaussessies voor de helden van de zorg en andere sectoren. “Natuurlijk, maar we mogen de mensen die de patiënten eten brengen, het linnen wassen of de vuile containers ophalen ook niet vergeten. We staan allemaal samen op de eerste lijn, we doen dit samen, anders lukt het niet.”