Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Afrika houdt de adem in
Het coronavirus is al in Afrika, maar is voorlopig minder slopend dan in Europa en de VS. Toch zijn Zuid-Afrika en straks ook Kinshasa, de hoofdstad van Congo, in lockdown. “Scholen al dan niet sluiten? Dat wordt een moeilijke oefening in Afrika”, zegt topdokter Reginald Moreels, die het Afrikaanse gezondheidssysteem goed kent.
Officieel zijn 4.351 Afrikanen besmet in 39 landen en vielen er al 92 coronadoden. De meeste coronabesmettingen werden geregistreerd in Zuid-Afrika, Egypte en Algerije, volgens wereldgezondheidsorganisatie WHO eenvoudig te verklaren omdat precies die landen de meeste westerse bezoekers ontvangen.
In koploper Zuid-Afrika zijn nu al 1.187 mensen besmet en vielen gisteren de eerste twee coronadoden. Begin deze week vaardigde president Cyril Ramaphosa een volledige lockdown uit en sloot hij de grenzen voor personenverkeer.
Die strenge maatregelen maakten het voor de Congolese president Félix Tshisekedi makkelijker om ook voor de hoofdstad Kinshasa strenge maatregelen af te kondigen. Voorlopig zijn in Congo nog maar 65 mensen officieel besmet, maar de president vreest een uitbraak van de epidemie. Daarom laat hij in de hoofdstad (13 miljoen inwoners) alles sluiten en
verbiedt hij elke samenscholing van drie mensen en meer. Preventiemaatregelen
Gisteren riep de WHO de Afrikaanse overheden nog eens op om preventiemaatregelen te nemen.
Een tiental landen gaf aan ermee bezig te zijn en vooral in eerste instantie de bevolking te zullen sensibiliseren om afstand te houden.
Dokter Reginald Moreels, momenteel te zien in Topdokters op Vier, kent de gezondheidssituatie in Afrika heel goed. Hij hielp onder andere in Oost-Congo het ebolavirus bestrijden. Moreels deelt het Afrikaanse coronaprobleem op in twee stukken: de preventie en de behandeling. Over het eerste deel is hij gematigd optimistisch, over het tweede behoorlijk pessimistisch.
“Als Afrika in lockdown moet, dan verloopt de communicatie daarover het best via de dorps- en wijkhoofden. Die mensen worden geloofd en gerespecteerd. Dat heb ik zelf ervaren tijdens de ebolacrisis. De leiders zeiden: geen vredesgroet meer in de eucharistieviering, en men hield zich daaraan”, zegt Moreels. Toch wordt het voor Afrikanen veel moeilijker zich voortdurend aan de sociale afstand van anderhalve meter te houden dan voor westerlingen, omdat mensen er veel dichter bij elkaar wonen.
Scholen sluiten wordt een probleem, zegt Moreels. “Omdat er thuis geen plaats is, spelen kinderen vaak op straat. Misschien is het beter kinderen toch op school te houden, maar dan op een gedisciplineerde afstand van elkaar.”
Geen stroom
Wat de preventie betreft maakt Moreels zich dus niet al te veel zorgen. Zeker omdat Afrika er net een ebola-epidemie heeft opzitten en mensen dus weten hoe belangrijk het is om zich aan regels te houden. Moreels is echter veel banger voor de behandeling van de coronapatiënten. “Omdat het letterlijk een technische behandeling is. Ebola behandelden we met baksters en antibiotica, dat was relatief eenvoudig. Maar voor corona hebben we machines nodig: beademingsapparaten. En die zijn er amper. En als ze er zijn, dan is er vaak niet genoeg stroom in het ziekenhuis – als die al niet constant uitvalt – om die apparaten te laten werken.”
Hoe groot de corona-uitbraak in Afrika wordt, kan niemand voorspellen. Toch schetst Moreels geen doemscenario. “Mogelijk slaat het virus er minder hard toe omdat de bevolking door de ebolacrisis misschien al meer resistentie heeft opgebouwd dan de rest van de wereld. De streek van Noord-Kivu, in het oosten van Afrika, waar die crisis in 2018 uitbrak, is daarvoor interessant. Als blijkt dat daar minder coronagevallen zijn, dan is dat mogelijk een bewijs dat ebola mensen resistenter maakt.”
Moreels heeft nog meer hoop, want overal ter wereld zijn tests aan de gang voor coronamedicijnen. Mogelijk leveren die positieve antwoorden op voordat corona helemaal doorbreekt in Afrika.
Reginald Moreels
Dokter die gezondheidssituatie goed kent in Afrika
“Omdat er thuis geen plaats is, spelen kinderen vaak op straat. Misschien is het beter kinderen toch op school te houden, maar dan op een gedisciplineerde afstand van elkaar.”