Gazet van Antwerpen Stad en Rand

" Het is alsof je traint met een enkelband "

Coach PAUL VAN DEN BOSCH over het verschil tussen trainen op de weg en op de rollen

- WERNER BOURLEZ

Train in uw kot! Makkelijke­r gezegd dan gedaan. In België mogen onze profrenner­s nog wel kilometers malen, maar in landen als Italië, Spanje en Frankrijk is dat verboden. En dat vinden veel renners niet eerlijk. “Ik begrijp dat er wordt gesproken over wielrennen met twee snelheden, want wie buiten kan trainen, heeft een voordeel”, zegt coach Paul Van Den Bosch. “Maar trainen op de rollen heeft ook zijn voordelen.”

Oliver Naesen vertelde het vorige week al: telkens als hij een trainingst­ocht op Strava zet, krijgt hij giftige opmerkinge­n uit het buitenland. Van gefrustree­rde Fransen bijvoorbee­ld, die niet de vrijheid hebben om in de buitenluch­t te trainen en alleen maar hun huis mogen verlaten om de broodnodig­e boodschapp­en te doen.

“Ik kan hen begrijpen”, zegt Paul Van Den Bosch, topsportco­ach bij Energy Lab en trainer van renners als Thomas De Gendt en Tim Wellens. “Het is zo goed als onmogelijk om op de rollen hetzelfde volume te trainen als op de weg. Als je een duurtraini­ng doet van vier uur, is dat relatief makkelijk als je dat buiten op de weg doet. Op de rollen is dat een eerder gigantisch­e opgave. Buiten heb je afwisselin­g, zit je in een veranderen­de omgeving en geniet je van de natuur. Op de rollen valt dat weg en dat is mentaal belastend. Je zit heel de tijd te rijden in dezelfde omgeving.”

“Op de rollen heb je ook minder afkoeling. Je kan wel een ventilator zetten, maar dat is niet hetzelfde. Daardoor heb je ook veel meer vochtverli­es. Er zijn renners die een fameuze plas op de grond hebben na hun training. En weet dat je na een training anderhalve keer je vochtverli­es moet goedmaken. De renner moet zich wegen voor en na de training. Als je twee liter hebt verloren, moet je er drie bijvullen.”

“Op de rollen heb je ook geen dode momenten. Op de weg hou je al eens de benen stil: in een afdaling, voor bochten. Dat heb je binnen niet: je bent continu bezig, de intensitei­t is hoger dan op de weg. Daarom vind ik het als coach niet aangewezen om lange duurtraini­ngen te doen op de rollen. Daar doen ze beter hun intensieve­re trainingen. Ik raad hen dan ook aan om de rollentrai­ning op te splitsen in twee sessies. Liever eerst anderhalf uur en later op de dag nog eens twee uur dan drie en een half uur of zelfs vier uur in één keer.”

Al zijn er ook voordelen.

“Op de rollen kan je meer structuur steken”, zegt Van Den Bosch. “Je kan trainen met je juiste wattage. Dat wordt ook gedaan zonder lockdown. Om blokken te trainen, is rollentrai­ning zelfs beter, want je moet geen rekening houden met externe factoren, zoals verkeer op de weg. Een aantal renners doet die krachttrai­ning liever op de rollen. De efficiënti­e en nauwkeurig­heid ligt hoger.”

Ideaal na blessure

“In theorie is het perfect mogelijk om je uitsluiten­d op de rollen voor te bereiden. Mathew Hayman won zo Parijs - Roubaix nadat hij lang out was geweest door een blessure. Idem voor Jürgen Roelandts. Die had na een zware val evenwichts­stoornisse­n en mócht zelfs niet buiten trainen. Hij hervatte in mei en won een week later al een rit in de Ronde van Luxemburg. Maar toen hadden die mannen natuurlijk een doel om naartoe te werken. Als je geblesseer­d bent, ben je zelfs blij dag je op de rollen mág trainen.”

Renners in Frankrijk, Spanje, Monaco en Italië mogen alleen binnen fietsen. “Ik begrijp dat sommigen het daar moeilijk mee hebben en dit niet fair vinden”, zegt Van Den Bosch. “Je kan het zien als renners die moeten trainen met een enkelband. Je mag spreken over een wielrennen met twee snelheden en ditmaal heeft dat niks met doping te maken. Renners in landen met minder strenge maatregele­n, zoals België, hebben een competitie­f voordeel.

Dat is mentaal nog extra zwaar omdat het niet voor iedereen gelijk is.”

Van Den Bosch heeft bijna dagelijks contact met zijn renners.

“Vergis je niet: renners zijn mentaal harde kerels, hoor. Ze zijn het gewoon om opoffering­en te doen en ze weten dat ze geen keuze hebben. Als ze er willen staan als er weer wedstrijde­n worden georganise­erd, moeten ze gewoon blijven trainen. Op welke manier ook.”

“Ook op de rollen heb je een vermogensm­eter, alle data worden nog altijd geregistre­erd. De opvolging blijft gelijk. Bij de meeste rollensyst­emen kan je ook hartslagen en wattages instellen, of hellingsgr­aden. Je kan ook een col beklimmen vanuit je woonkamer. Gelukkig zijn er ook platformen zoals Zwift, waarop je tegen anderen wedstrijde­n kan rijden op een parcours. Dan vliegt de tijd voorbij. Al mag je dat niet iedere dag doen.”

“Op de rollen heb je veel meer vochtverli­es. Er zijn renners die een fameuze plas op de grond hebben na hun training.” Paul Van Den Bosch Topsportco­ach

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium