Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Openbare barbecues definitief verwijderd
“Komen ook na de coronacrisis niet terug”
De stad Antwerpen heeft al haar publieke barbecues weggehaald. Vorige zomer verwijderde de stad er al zeven van de vijftien. En nu dus ook de rest. “Op het vlak van hygiëne en voedselveiligheid kunnen we dit niet meer verantwoorden”, zegt schepen van Buurtonderhoud Fons Duchateau (NVA).
In juli vorig jaar verwijderde de stad zeven van de vijftien openbare barbecues van haar openbaar domein, onder meer de veelgebruikte exemplaren in Park Spoor
Noord. De reden was dat de barbecues niet meer veilig zouden zijn en dat ze bovendien voor veel overlast zorgden omdat grote groepen bewoners er gebruik van maakten, soms tot laat in de nacht, wat het voor de stadsdiensten moeilijk maakte ze proper te houden.
Schepen van Buurtonderhoud Fons Duchateau zei toen het systeem van de publieke barbecues te willen herdenken, zodat iedereen er gebruik van zou kunnen maken, zonder overlast. Duchateau gaf ook mee dat het de be
doeling was om de zeven verwijderde exemplaren te vervangen in het najaar van 2019. Vandalisme
Maar die plannen zijn dus gewijzigd, want ook de overige barbecues zijn intussen verwijderd. “Enkel de barbecue in de Cadixwijk staat er voorlopig nog, want die ligt binnen een werfzone”, zegt de schepen. “Het is ook niet de bedoeling dat we de barbecues na de coronacrisis terugplaatsen. Qua hygiëne, voedselveiligheid en vandalisme kunnen we dit systeem meer verantwoorden. Als je ziet hoe die plaatsen soms werden achtergelaten...”
De stad wil nu overstappen op een nieuw uitleensysteem. “We gaan meer barbecuesets aankopen en die ter beschikking stellen voor straatfeesten en evenementen. We zullen daarvoor geen waarborg vragen, maar natuurlijk is iedereen verantwoordelijk voor het materiaal dat hij of zij uitleent”, aldus Duchateau.
Gezinnen of beperkte vriendengroepen kunnen dus geen gebruik meer maken van de barbecues van de stad Antwerpen. “Ze zullen enkel worden uitgeleend voor iets grotere aangelegenheden.”