Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Twee op drie Belgische profs willen weer trainen op de club
65 procent van de Belgische profvoetballers wil opnieuw kunnen trainen op de club. Dat blijkt uit een corona-enquête die de spelersvakbond Sporta heeft afgenomen bij haar spelersvertegenwoordigers (34 voetballers in 1A en 1B). De voorwaarde is wel dat dat in kleine groepen en onder strikte hygiënemaatregelen gebeurt.
Precies de helft van de voetballers gaat akkoord om opnieuw te beginnen trainen op de club en 15 procent gaat “helemaal akkoord” om dat te doen. Naar het voorbeeld in Duitsland, waar diverse clubs uit de Bundesliga spelers in kleine groepen opnieuw in het trainingcentrum toelaten onder strikte regels van hygiëne en sociale afstand . 23 procent gaat “niet akkoord” en 12 procent “helemaal niet akkoord” om de quarantaine te verlaten.
Sporta verrichtte de enquête in opdracht van de internationale spelersvakbond FIFPro. Twee spelers per profclub werden aangeschreven, 34 van hen stuurden een antwoord terug. De meesten zijn ervaren spelers.
De spelers kregen de vraag of ze begrip hebben voor de huidige coronamaatregelen. In België gaat 24 procent “akkoord” en 76 procent “helemaal akkoord”. Niemand plaatst vraagtekens bij de beslissing om voorlopig thuis te trainen De FIFPro peilde ook naar het mentale welbehagen van de spelers. 32 procent van de respondenten zegt milde angstsymptomen te voelen en 15 procent “gemiddelde tot ernstige” symptomen. 12 procent zegt milde symptomen te hebben van depressie. 76 procent is niet bevreesd zijn job als profvoetballer te verliezen. 18 procent zegt zich wel zorgen te maken, 6 procent maakt zich “grote zorgen”.