Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“De rekken met goedkope producten zijn leeg”
Moeder met zes kinderen overleeft op voedselpakketten
“Met 400 euro per maand moet ik zeven monden voeden en voor de kleinsten pampers kopen. Dat is altijd al een moeilijke puzzel geweest, maar sinds de coronacrisis heb ik echt een probleem. De rekken met goedkope producten zijn door het hamsteren al wekenlang leeg.”
Aan het woord is Rachida Bouhlib (40), alleenstaande moeder van zes kinderen. Ze heeft bij armoedevereniging Filet Divers haar voedselpakket voor de week opgehaald. De zorgen en de stress zijn van haar gezicht te lezen. In de Rolwagenstraat in Antwerpen, ironisch genoeg vlak naast de parking van supermarkt Delhaize, staan mensen in een rij aan te schuiven. De meesten met mondmasker of diep ingeduffeld in een sjaal én met minstens twee meter afstand. Het zijn klanten van de sociale kruidenier van armoedevereniging Filet Divers. Met boodschappentas stappen ze een na een naar binnen om hun voedselpakket op te halen. Filet Divers werd in de jaren negentig vanuit de sociale dienst van de Bond Zonder Naam opgericht om voedselpakketten uit te delen aan mensen in armoede. In 2000 opende de organisatie de eerste sociale kruidenier van Antwerpen. Intussen doet Filet Divers aan sociaal werk, worden er Nederlandse lessen, huiswerkbegeleiding en kook- en houtateliers gegeven en krijgen menoudste sen de kans aan vrijwilligerswerk te doen. Door de coronacrisis valt Filet Divers noodgedwongen terug op haar eerste opdracht: voedselpakketten uitdelen. Dat doet het met 10.000 euro steun van de Koning Boudewijnstichting.
“We doen het niet graag, want voedsel uitdelen houdt mensen in een slachtofferrol”, zegt Stephanie Kahane, medewerkster van Filet Divers. “In de sociale kruidenier kiezen ze zelf hun producten en betalen ervoor. Dat is respectvoller en ze leren omgaan met hun budget.”
Autisme
Rachida Bouhlib (40) uit Hoboken komt haar gezinspakket ophalen. Het is het grootste, goed voor zeven personen. Rachida heeft zes kinderen, vier zonen en twee dochters, tussen 21 en 4 jaar. Haar zoontje van zes heeft een zware vorm van autismespectrumstoornis. Nadat haar eerste man aan kanker was overleden, is ze hertrouwd, maar intussen is ook die relatie op de klippen gelopen. Zelf is ze herstellende van maagkanker en nu erg bang om ziek te worden.
“Ik heb het zo zwaar gehad, ik durf geen risico’s te nemen. Toen ik kanker had, zijn mijn twee jongsten bij mijn moeder gebleven. Ik heb ze twee jaar niet gezien. Dat zou ik nu niet meer aankunnen, dus blijven we alle zeven zo veel mogelijk binnen. De kinderen helpen met koken, wassen en de kleintjes verzorgen, maar de boodschappen doe ik zelf. Dat vertrouw ik het meest. Met het voedselpakket kan ik verder, maar het is niet genoeg. En in de winkels zijn de goedkope merken niet meer te vinden. Pampers bijvoorbeeld, of suiker. Ik moet het met 100 euro per week doen. Als ik nu 1,5 euro in plaats van 70 cent moet betalen voor een kilo suiker, en dat is bij verschillende producten het geval, geraak ik er niet.”
Het gezin van Rachida heeft het moeilijk, en niet alleen financieel. “We wonen in een sociale woning met drie slaapkamers, maar dat is nog krap. Yasmina (19) en Bahija
(15) slapen op één kamer, Nassim
(21) en Mohklis (17) delen er een en ik slaap bij de twee kleintjes Yassine (6) en Yousef (4). We hebben maar één computer en daar wordt elke dag ruzie over gemaakt. De oudste zit op de hogeschool en moet soms live les volgen, de anderen hebben ook opdrachten van school. Ik voel dat het ons te veel begint te worden. Vooral met Yassine is het moeilijk. Normaal zit hij op school en komt de thuisbegeleidster langs. Dat is allemaal weggevallen. Hij is dikwijls boos, zelfs agressief. Hij wil naar buiten, maar ik kan hem niet uitleggen dat dat niet kan. Als ouder voel ik me verplicht voor mijn kinderen te zorgen, maar ik ben uitgeput. Tot hoelang moeten we dit nog volhouden?”