Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ze zitten te wachten op mijn telefoontje”
Raymonda Van Malder (76) belt eenzame senioren wekelijks op
Raymonda Van Malder (76) voelt zich opgesloten tussen de vier muren van haar appartementje in Ekeren. Ze is gevoelig voor depressies. In de eerste weken van de lockdown voelde ze zich opnieuw wegzinken. Daarom heeft ze haar taak als vrijwilliger van Telefoontje, een project van buurtwerk Open Huis, opnieuw opgenomen. “Ik bel nu wekelijks achttien vereenzaamde mensen op en dat doe ik met hart en ziel”, vertelt ze.
We bellen Raymonda Van Malder op een afgesproken tijdstip op, want de 76-jarige vrouw heeft een drukke agenda. “Mijn mensen worden ongerust als ik ze niet op tijd opbel. Ze zitten op mij te wachten”, zegt ze. “Normaal doe ik mijn telefoons vanuit Open Huis, maar drie weken geleden kregen we te horen dat het onthaal voor weken dicht zou gaan. Mijn wereld stortte in, want ik heb nood aan contact met andere mensen. Omdat ik in mijn leven al zo veel heb meegemaakt, heb ik al verschillende zware depressie gehad, met lange opnames. Daarom heb ik het zo moeilijk gehad die eerste weken van de lockdown. Ik zag de muren op mij afkomen. Ik was dan ook heel blij toen een medewerker van Open Huis voorstelde om een laptop te brengen waarmee ik mijn klantjes kan opbellen. Ik moet kunnen tetteren, anders word ik ziek.”
Sukkelaars
Voor de coronacrisis belde Raymonda wekelijks acht vereenzaamde ouderen op. Intussen zijn er dat achttien geworden. “Ik verwacht dat er nog wel zullen bijkomen”, zegt ze. “De nieuwkomers lossen in het begin niets en dat begrijp ik. Toen ik zo diep in de miserie zat, ben ik ook helemaal dichtgeklapt. Ik vraag dan of ze een hondje of een kat hebben en negen keer op de tien is dat zo. Dat breekt het ijs en dat weet ik omdat ik ook een groot hart voor dieren heb. Mijn hondje heb ik moeten laten inslapen, maar aan mijn twee katten heb ik nu gelukkig heel veel gezelschap.”
Haar eerste ‘coronatelefoontjes’ duurden soms een uur, maar omdat ze zo veel mensen moet opbellen, heeft ze het nu op een kwartiertje teruggebracht. “Ik heb vorige week op een dag van 12.30u tot 18.30u zitten bellen. Ik was kapot en had die dag alleen maar een kom soep kunnen eten. Maar ik houd vol en doe het met hart en ziel. Er zijn zo veel sukkelaars die in een hele week niemand zien of horen, behalve de poetshulp of een vrijwilliger die boodschappen komt brengen. Hopelijk duurt het niet meer te lang, want voor oudere mensen zonder familie is dit een hele harde tijd.”