Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Hoe een Engelsman de Japanse kerselaar redde

Biografie plantkundi­ge Collingwoo­d Ingram heeft wortels tot in Arboretum Kalmthout

- ILSE DEWEVER

Met de lente spreidt ook de sierkersel­aar zijn sneeuwtapi­jt. Dat Japanners weer kunnen flaneren tussen hun aloude ‘sakura’ is mede te danken aan Collingwoo­d Ingram. In Arboretum Kalmthout werd een variëteit vernoemd naar deze Britse plantkundi­ge, over wie zopas een biografie verscheen.

De jongste dagen delen de media volop beelden van Japanners die, ondanks de coronacris­is, ontspannen kuieren tussen de bloesems van sierkersel­aars. Al sinds de achtste eeuw staat de kersenbloe­sem bekend als ‘bloem van Japan’, al dekte dit nationale symbool doorheen de tijd soms een andere lading.

Flaneren tijdens de ‘hanami’

Elk jaar weer trekken Japanners massaal naar de parken om er zich te vergapen aan bloeiende kerselaars. Anders dan in het Westen vinden in Japan veel belangrijk­e gebeurteni­ssen plaats in april, wanneer het schooljaar en het parlementa­ire jaar beginnen en bedrijven nieuwe werknemers verwelkome­n. Geen eerste werk- of schooldag zonder een kiekje bij de kersenbloe­sems! De liefde van Japanners voor de sierkersel­aar gaat ruim duizend jaar terug, net als de traditie van de hanami, of kersenscho­uw. Op deze Japanse feestdag worden er picknicks georganise­erd, vaak ook door bedrijven, en worden er ’s nachts lantaarns in de bomen gehangen. De korte bloeiperio­de van de sakura – nauwelijks acht dagen – symbolisee­rt voor de Japanner de vergankeli­jkheid van het leven. In Japan staan kerselaars bijna allemaal tegelijk in bloei en verliezen ze tegelijk hun bloesems, omdat 70% van de bomen tot eenzelfde variëteit behoort. En dat ondanks de inspanning­en van Collingwoo­d Ingram (1880-1981).

Vogelaar wordt plantenjag­er

Geboren in een rijke familie op het Engelse platteland zwierf Collingwoo­d Ingram als kind over de velden op zoek naar vogels. Hij zou ornitholoo­g worden, maar rond zijn veertigste werd zijn fascinatie voor vogels verlegd naar planten. Aangestoke­n door de cultus van het tuinieren en de hang naar exotisme in het Victoriaan­se Engeland reisde Ingram op zijn 21ste naar Japan. De bioloog raakte er geïntrigee­rd door de diversitei­t aan sierkersel­aars. Die liefde vlamde weer op in 1919, toen hij in Kent een landgoed kocht, waar twee oude kerselaars bloeiden. Ingram besloot van het in kaart brengen van sierkersel­aars zijn missie te maken. Met zo’n zeventig variëteite­n bouwde ‘Cherry’, zoals men de botanicus zou gaan noemen, in zijn tuin in Kent destijds de grootste verzamelin­g kersensoor­ten buiten Japan op. Als eerste ter wereld zou Ingram sierkersen kunstmatig met elkaar kruisen en nieuwe variëteite­n scheppen. Zijn faam als kersenkenn­er was zo wijdverspr­eid dat hij in 1926 uitgenodig­d werd om te spreken over ‘sakura’ op een congres in Japan.

Kapitalist­ische pletwals

Maar het bezoek aan het thuisland van de sierkersel­aars liep voor Ingram uit op een teleurstel­ling. Waar ooit Japanse steden vol

hadden gestaan met wilde kerselaars in verschille­nde variëteite­n, overheerst­e in het nieuwe politieke klimaat nog slechts één makkelijk te onderhoude­n soort. Deels was dat te wijten aan een aardbeving in 1923, die een half miljoen mensen op straat had gezet. Liever dan kerselaars aan te planten koos Japan ervoor woontorens en fabrieken op te trekken om zo uit te kunnen groeien tot een van ’s werelds grootste economieën. Terwijl op Ingrams landgoed in Kent tal van oorspronke­lijke variëteite­n floreerden, veruitwend­igde de expansiedr­ift in Japan zich in één gekloonde kersenvari­ëteit, de someiyoshi­no-kers. Tijdens zijn lezing in 1926 waarschuwd­e Ingram voor deze monocultuu­r. Maar toen zijn pleidooi aan dovemansor­en gericht leek, nam de botanicus het heft in eigen handen.

Stekken in ‘patatten’

Weer thuis in Kent kon Ingram maar niet vatten hoe Japan zo’n uniforme cultuur had kunnen ontwikkele­n. Het verdwijnen van diversitei­t, ook bij kerselaars, liep gelijk met het militarism­e dat er in de jaren dertig ontvlamde. Op de flank van de vliegtuige­n waarmee kamikazepi­loten zich in de Tweede Wereldoorl­og te pletter vlogen pronkte een fragiele roze kersenbloe­sem; niet langer als teken van leven, maar als symbool van overgave aan de dood. Vanuit Engeland bleef Ingram onvervaard zaden en loten van zijn eigen sierkersel­aars naar collega’s in Japan sturen. Drie jaar na elkaar kwamen de loten verwelkt aan. Een poging om de stekken in daikonradi­jzen te transporte­ren leidde tot verrotting. Om al te grote schommelin­gen in temperatuu­r te vermijden besloot Collingwoo­d de planten ook niet langer per schip te verzenden, maar via de trans-Siberische spoorlijn. En hij verpakte de stekken niet meer in radijzen, maar in aardappels: dat bleek dé formule voor een behouden aankomst.

Vriend van De Belder

Ornamental Cherries, de gids die Collingwoo­d Ingram in 1948 schreef, geldt tot op vandaag als een standaardw­erk onder botanici. In haar biografie stipt Naoko Abe aan dat Ingram midden jaren vijftig in contact kwam met Robert De Belder, een Antwerpse plantenfan­aat, en sinds 1952 eigenaar van Arboretum Kalmthout. “De botanische wereld is klein en specialist­en vinden elkaar”, blikt Bram Rammeloo van Arboretum Kalmthout terug. “Voor zijn job als diamantair reisde De Belder wekelijks naar Londen en hij en Collingwoo­d werden goede vrienden. De twee ruilden vaak planten. Tussen 1954 en 1958 zijn er in het Arboretum heel wat kerselaars aangeplant, zo om en bij de 250 exemplaren. Ingram, die

101 werd, heeft onze tuin vaak bezocht. In

1979 kweekte De Belder een nieuwe variëteit kerselaar die hij naar zijn vriend vernoemde, de paarsrode prunus Collingwoo­d Ingram.” Bijna in zijn eentje was deze excentriek­e Engelsman dus verantwoor­delijk voor de verbreidin­g van een gevarieerd­e kersencult­uur over de hele wereld. In ons land vind je fraaie verzamelin­gen sierkersel­aars in Arboretum Kalmthout en de Japanse Tuin in Hasselt. Beide parken zijn door de coronamaat­regelen momenteel gesloten, maar delen op hun Facebookpa­gina’s wel foto’s en videobeeld­en van hun bloeiende kerselaars.

 ?? FOTO EPAEFE ?? Ondanks de coronamaat­regelen flaneren Japanners massaal in parken tijdens de hanami, of ‘kersenscho­uw’.
FOTO EPAEFE Ondanks de coronamaat­regelen flaneren Japanners massaal in parken tijdens de hanami, of ‘kersenscho­uw’.
 ?? FOTO RR ?? Plantkundi­ge Collingwoo­d Ingram op 99jarige leeftijd op zijn landgoed in Kent.
FOTO RR Plantkundi­ge Collingwoo­d Ingram op 99jarige leeftijd op zijn landgoed in Kent.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium