Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Coronawoordenschat
Nu we door de somberste periode in onze naoorlogse geschiedenis strompelen, valt het niet mee om ook positieve aspecten te vinden aan de crisis die ons momenteel allemaal in de ban houdt. Het blijft elke dag slikken wanneer om 11u de nieuwe sterftecijfers bekend worden gemaakt, en het aantal doden in Spanje en Italië neemt intussen aan zo’n duizelingwekkend tempo ongeziene proporties aan, dat het mijn bevattingsvermogen overstijgt. Toen ik eerder deze week zag met welke vanzelfsprekendheid Trump over honderdduizenden dode Amerikanen praat, en tegelijk stelt dat de New Yorkers schromelijk overdrijven in hun paniekgedrag, kan je niet anders dan vaststellen dat de realiteit zelfs de slechtste fictie overstijgt. The lunatic took over the asylum.
Gelukkig vond ik deze week toch een lichtpuntje: onze woordenschat is er door het virus de jongste weken weer wat rijker op geworden. Wie had een maand geleden al van social distancing gehoord? Akkoord, het is geen begrip dat vlot de volgende editie van de dikke Van Dale zal halen, maar andere creatieve vondsten misschien wel. Zo spreken we sinds kort over lockdownkilo’s die aangeven dat je gewicht hebt aangekweekt door te lang in je kot te blijven zitten. Je kan er ook donder op zeggen dat, omwille van diezelfde redenen, straks een heleboel coronababy’s op de wereld zullen worden gezet. Je moet toch wat met al die vrije tijd? Quarantinderen bijvoorbeeld, om de nood aan fysieke aanrakingen wat te milderen terwijl je eenzaam in je appartementje zit. Verder houden we in de straat waar ik woon nu al enkele weken om 20u stipt een moment van balkonsolidariteit en voordeurvrolijkheid. Klappen voor de zorgverleners, met een muziekje erbij. We gaan ook regelmatig op zwaaibezoek bij elkaar, zodat er toch een vorm van interactie blijft bestaan die verder gaat dan een telefoontje of videovergadering. Dan hebben we het nog niet gehad over de hamsterschaamte(loosheid) die in de eerste dagen van de lockdown voor lege winkelrekken zorgde in de supermarkten. En ergeren we ons retroactief aan al die onverantwoordelijke lockdownparty’s, nog zo’n woord dat een maand geleden niet bestond. Sindsdien zijn er ook quarantaineconcerten ontstaan, van artiesten die integrale tournees – en straks ook festivaloptredens – geannuleerd zien. En nu hij niet meer op café kan, opereert de toogviroloog vooral op social media om zijn foute beweringen de wereld in te sturen. Allemaal nieuwe woorden die we intussen bezigen alsof ze al jaren bestaan. Wie van taal houdt – en de omstandigheid wil dat ik tot dat slag mensen behoor – kan zichzelf bijgevolg entertainen met het verzinnen van zinnen waar al die nieuwe termen en begrippen elkaar ontmoeten: Toen de eenzame toogviroloog op de weegschaal zag dat er weer enkele lockdownkilo’s waren bijgekomen, besefte hij dat zijn kans op succes tijdens het quarantinderen weer gevoelig was afgenomen en die coronababy dus nog niet voor morgen zou zijn. Zonder de minste hamsterschaamte spoedde hij zich vervolgens naar de supermarkt, waar hij de regels der social distancing met de voeten trad, maar diezelfde avond toch enige balkonsolidariteit veinsde omdat er gewoon niemand was om bij op zwaaibezoek te gaan.
Tegen volgende week zijn er vast weer een paar nieuwe woorden bij. Ik kijk er even hard naar uit als naar het eerstvolgende terrasje.