Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Dat er geen markt meer is, is geleden van in de oorlog”

Vrijdagmar­kt: van bruisend plein naar verlaten vlakte

- REBECCA VAN REMOORTERE

Antwerpen is onherkenba­ar geworden in coronatijd. De mensen die de stad normaal kleuren, zitten veilig binnen. Je kunt de vogels horen fluiten en een speld horen vallen. Alle bruisende pleinen zijn verlaten. Ook de Vrijdagmar­kt, pal in het centrum, ligt er stilletjes bij. Het geluid van terrasgang­ers en museumbezo­ekers heeft plaatsgema­akt voor burenbabbe­ls.

“De Vrijdagmar­kt op een zonnige dag is als een centraal dorpsplein ergens in het zuiden van Frankrijk. Gezellig druk, maar geen overrompel­ing. Er wordt gedronken op de terrasjes en hier en daar loopt er een toerist in beeld. Het Museum Plantin-Moretus is dan het Hôtel de Ville van het dorp. Zo stel ik het me toch graag voor.” Stadsgids Tanguy Ottomer is verliefd op zijn Vrijdagmar­kt. Hij woont boven café In de Roscam en kijkt uit op het plein. Om nu de sfeer van een bruisend Frans dorpsplein­tje te voelen, moet je er een levendige fantasie op nahouden. De Vrijdagmar­kt is muisstil. De terrassen van de cafés zijn opgeborgen. Er wordt zelfs niet van een warme chocomelk gelurkt onder de warmtelamp­en bij In de Roscam. Achter de gevels zitten alle bewoners van de Vrijdagmar­kt binnen vandaag. De ene kijkt urenlang Netflix, de andere probeert de kinderen onder controle te houden, nog iemand anders vult zijn formuliere­n voor de RVA in.

“Het koppel dat tegenover mij woont, vliegt zowat elke avond in de drank. Ze zetten muziek op en dansen samen door de woonkamer, geweldig om te zien”, zegt Tanguy. Hij houdt het reilen en zeilen in de buurt in de gaten van achter zijn raam. Hij gaat elke dag minstens een uur wandelen door de stad met zijn hondje Patrasche, maar die wandelinge­n durven soms ook uitlopen. “Patrasche verschiet er zelf van hoe vaak ik thuis ben en hoe vaak we op wandel gaan. Ik ben stadsgids en kan nu niemand rondleiden. Ik zit daarom maar verhalen te vertellen aan mijn hond. Verhalen die hij al honderd keer heeft gehoord, ocharme. Deze periode ben ik wel extra blij dat ik een hond heb.”

Afkicken en schrijven

Het is afkicken voor Tanguy nu hij geen verhalen kan vertellen over Antwerpen aan bezoekers, maar toch heeft hij zijn bezigheid. “Ik ben momenteel bezig aan een kinderboek over het verhaal van Nello en Patrasche. Dat zou normaal veel langer duren, maar mijn schrijfwer­k zit er al bijna op omdat ik zoveel tijd heb nu. Binnenkort komt ook mijn boek over de Handelsbeu­rs uit en ik maak ook een fotoboek van Antwerpen met foto’s van vroeger en nu. Voor mij is het dus een goede periode om me af te zonderen.” Maar af en toe heeft een schrijver ook buitenluch­t nodig en dus komt Tanguy op veilige afstand met plezier mee babbelen met de buren. Buren die hij pré-corona nog niet allemaal kende. Zoals uitgeweken Bruggeling Reggy Van Loenhout (34) die met een koffie uit zijn raam hangt. “Ik zag hem heel vaak voorbij fietsen, maar ik wist nooit dat hij hier ook woonde. Meestal is de buurt gezaaid met mensen die hier werken of naar de horeca komen, je weet nooit echt wie hier je buren zijn. Mensen die nu nog rondlopen wonen hier ook. Dat geldt voor heel de stad. Iedereen die nu nog in Antwerpen is, woont hier. Ik hou wel van de sfeer dat dit met zich meebrengt”, zegt Tanguy.

Naar Brugge

Maar Reggy’s hart ligt eigenlijk

Tanguy Ottomer

Buurtbewon­er en stadsgids

“Het koppel dat tegenover mij woont, vliegt zowat elke avond in de drank. Ze zetten muziek op en dansen samen door de woonkamer, geweldig om te zien.”

in Brugge. “Ik werk in Antwerpen en woon hier op weekdagen. In het weekend ga ik normaal altijd terug naar Brugge, maar nu mag ik niet binnen bij mijn moeder omdat het te gevaarlijk is. Ze is al 70 jaar. Ik mis het wel. Mijn lief woont in Oostende. Dit weekend rijd ik toch even naar Brugge en komt mijn vriendin ook naar daar. Dan kunnen we elkaar toch even zien. Verder geniet ik van mijn dagen binnen. Ik ben schilder en mag niet meer bij mensen gaan

werken, dus blijf ik thuis. Het plein hier is rustig nu, dat vind ik wel chill. Normaal kan het hier net iets te druk worden door de zatte mensen op café. Nu hoor ik niets buiten, behalve mijn buren wanneer ik uit het raam hang om dag te zeggen.”

Reggy kijkt veel Netflix. “Heb je

The Tiger King al gekeken? Wat een geflipte reeks is dat”, vraagt Tanguy. Als je heel de dag binnen zit, wordt Netflix bijna automatisc­h een gemene deler en een geschikt gesprekson­derwerp.

Beginners in quarantain­etijd

Heel veel beweging is er niet op het plein. De Australisc­he Tess Bryant (46) waagt zich wel buiten voor een loop langs de Scheldekaa­ien. “Je haalt ze er zo uit, de mensen die beginnen lopen zijn in quarantain­etijd”, lacht ze. “Ik kom nu vaak mensen tegen die overduidel­ijk nog nooit gelopen hebben. Die zitten heel het jaar in hun zetel en nu ze verplicht zijn om binnen te blijven, willen ze buitenkome­n. Ik loop regelmatig en neem als het kan mijn springtouw mee om in conditie te blijven.” Ook Tess leert de Vrijdagmar­kt op een andere manier kennen nu. “Normaal is café Corso een instituut hier. Daar drinken de buren hun pintjes. Nu komen de buren nog steeds vaak buiten, dan drinken ze in de namiddag een pintje of een cava op afstand van elkaar op het plein. Ze kunnen het echt niet laten.”

Er zijn veel cafés en restaurant­s op de Vrijdagmar­kt. Dat die nu allemaal gesloten, leeg en donker zijn, is een raar gezicht, maar het is pas op vrijdagoch­tend dat het verschil met een kleine maand geleden het duidelijks­t wordt. “Sinds 1549 wordt hier elke vrijdag een markt gehouden in het midden van het plein. Dat er nu al een paar weken geen markt is, moet geleden zijn van in de oorlog”, zegt Tanguy.

Op de Vrijdagmar­kt gebeurt er niet veel meer, maar binnen wordt er op veel plaatsen nog wel doorgewerk­t. Achter het raam van Dim Dining, door Gault&Millau uitgeroepe­n tot Beste Aziaat van België, zit chef Jonas Kellens samen met Viki Geunes, chef van sterrenzaa­k ’t Zilte in het MAS. De twee zijn druk bezig met het samenstell­en van een afhaalmenu, in samenwerki­ng met chocolatie­r Jitsk. “We maken the best of Antwerp. De klanten kunnen een viergangen­menu kiezen en afhalen bij ons. De gerechten bereiden doen we hier in Dim Dining. Het is fantastisc­h om hier eens te mogen werken, dit is een prachtige setting voor een restaurant”, zegt gastchef Viki Geunes.

De chefs hebben veel werk. “We bellen elke klant persoonlij­k op. We gaan dan door het menu en vragen natuurlijk ook hoe het met hen gaat. Dat maakt het toch wat persoonlij­ker. We willen visibilite­it blijven creëren voor onze zaken, ook al zijn we gesloten, we willen zelf bezig blijven en we willen onze klanten ook verwennen. De reservatie­s lopen al vlot binnen”, zegt Jonas Kellens.

Bang afwachten

Toch is het ook voor de chefs bang afwachten wat de echte impact van deze crisis zal zijn. “Ik ben benieuwd op welke manier en wanneer we terug mogen openen. In Ierland loopt nu een testfase in restaurant­s waarbij de klanten volledig in beschermen­de kledij op voldoende afstand van elkaar kunnen komen eten. Dat lijkt me toch wat vreemd”, vindt Jonas.

Ondertusse­n passeert een andere buurvrouw. Ze ziet Tanguy rustig bij ons staan. “Moet jij niet aan het schrijven zijn, man?” roept ze

Tanguy toe. Sociale controle genoeg hier op de Vrijdagmar­kt. “Veel mensen weten dat ik werk aan een boek. Ze houden me in het oog”, lacht Tanguy. “Het is grappig hoe dorps het hier geworden is. Ik zie kinderen spelen op het plein, hoor buren met elkaar babbelen en hoor vooral ook de buurvrouw de kinderen terug binnen roepen: ‘Ik tel tot drie, pas op, hé’. Die geluiden worden normaal overroepen door terrasjesm­ensen en passanten.”

Te pletter vervelen

De buurvrouw die al eens tot drie moet tellen is Alicia Jones

(33) en de pagadders die op tijd binnen moeten zijn, zijn Marcel

(6) en Jules (3). Alicia woont met haar gezin nog maar sinds oktober vorig jaar op de Vrijdagmar­kt. Ze runt er foodbar Maju en verveelt zich te pletter. “Ik hou van drukte en kan niet tegen stilte, mede daarom ben ik hier ook komen wonen. Nu is het te stil voor mij. Ik ben deze week dan maar begonnen met het samenstell­en van groentepak­ketten voor mijn klanten. Ik werk daarvoor samen met een paar leverancie­rs en wat vrienden die nieuw zijn in de horeca. Zo helpen we elkaar een beetje in deze moeilijke tijden. En ondertusse­n probeer ik de kinderen bezig te houden. Zeg, Tanguy, is uw boek trouwens bijna klaar, want we zitten er wel op te wachten. Schrijf maar wat verder”, zegt ze streng.

Teken voor Tanguy om af te ronden en weer aan het werk te gaan. Patrasche heeft het ondertusse­n ook koud gekregen. Hij neemt afscheid en wandelt terug richting In de Roscam. Alicia neemt de kinderen mee naar binnen en het raam bij Bruggeling Reggy gaat dicht. De Vrijdagmar­kt zit weer flink in quarantain­e.

 ??  ?? Alicia Jones start met het leveren van groentepak­ketten.
Reggy Van Loenhout telt de dagen af tot hij zijn lief terugziet.
Alicia Jones start met het leveren van groentepak­ketten. Reggy Van Loenhout telt de dagen af tot hij zijn lief terugziet.
 ??  ?? Jonas Kellens en Viki Geunes werken aan een afhaalmenu voor hun klanten.
Jonas Kellens en Viki Geunes werken aan een afhaalmenu voor hun klanten.
 ??  ??
 ?? FOTO'S JORIS HERREGODS ?? Is de Vrijdagmar­kt normaal een bruisend plein, dan ligt het er nu verlaten bij. Hier en daar wandelt een verdwaalde passant.
FOTO'S JORIS HERREGODS Is de Vrijdagmar­kt normaal een bruisend plein, dan ligt het er nu verlaten bij. Hier en daar wandelt een verdwaalde passant.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium