Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Leraren ontfermen zich over de kippen en de slangen
geen leerlingen, wel duizend dieren om te verzorgen
In het Provinciaal Instituut voor Technisch Onderwijs (PITO) zijn geen leerlingen. Wel ruim duizend dieren die dagelijks verzorging nodig hebben. Vakleerkrachten en bedrijfspersoneel springen daarom bij. Want ook de afdelingen tuin- en landbouw vragen continue inzet voor het verzorgen van groenten, perkplanten, bloemen,...
In de klaslokalen van PITO is het stil. Maar in alle stallen, hokken en dierenverblijven blijft het een drukke bedoening. De meer dan duizend dieren, waaronder koeien, schapen, paarden, hoenderen, knaagdieren, vogels, vissen, slangen en amfibieën, moeten dagelijks worden verzorgd. Ook in de serres moet er worden voortgewerkt, want de planten houden geen rekening met de pandemie. Al dat extra werk wordt nu gedaan door de vakleerkrachten dierenverzorging en land- en tuinbouw, en door het bedrijfspersoneel. Onder hen zijn ondertussen al enkele collega’s uitgevallen door het coronavirus.
“Toen we vernamen dat de scholen alleen nog voor opvang mochten zorgen, wisten we dat er extra veel werk op ons zou afkomen. Tijdens het schooljaar staan om en bij de tweehonderd leerlingen in voor de dagelijkse verzorging. Maar wie opteert om leraar te worden in de dierenzorg, heeft een groot hart voor dieren. Spontaan werd vanaf het begin van de crisis voorgesteld om volgens een schema te werken, zodat er elke dag vijf tot zes leerkrachten aanwezig zijn om de dieren te verzorgen”, legt technisch adviseur Jan Van Santvliet uit.
Hij coördineert alles wat te maken heeft met dierenzorg. “We dragen er zorg voor dat de maatregelen strikt worden nageleefd. Zo is er op elk moment slechts één persoon aanwezig in een stal of praktijkruimte. Communicatie gebeurt uitsluitend digitaal. Maar al die leraren moeten er ook voor zorgen dat hun leerlingen afstandsonderwijs krijgen. Dat maakt dat de totaalopdracht voor hen een stuk zwaarder is geworden. Het is hun liefde voor de dieren die dat mogelijk en draaglijk maakt”, zegt Jan Van Santvliet.
Frank Vanhoutte en Maxime Gijssels verzorgen de dieren in de VARO-afdeling, wat staat voor vissen, amfibieën, reptielen en ongewervelden. Terwijl Maxime de boa verzorgt, houdt Frank zich bezig met de eieren van de rattenslang. “Vers van vannacht. Corona of niet, hier gaat het leven gewoon zijn gang.”
Wat verder op het schoolterrein zijn enkele leraars aan het werk in de grote serres. “Ook hier moeten we het stellen zonder de leerlingen. Net als bij onze collega’s dierenzorg kunnen we in de land- en teeltbouw de activiteiten niet zomaar stopzetten”, zegt leraar Xavier Geerolf . “Veel van wat we nu kweken, is immers lesmateriaal voor volgend schooljaar. Ondertussen hebben we onze handen vol met de teelt van tomaten, bloemkolen en andere groentes. Ook de perkplanten en bloemen moeten worden verzorgd. We plannen onze teelten een beetje in functie van de opendeurdag in mei. Die dag verkopen we heel wat planten en ook kippen. Dit jaar is er echter geen opendeurdag. Er komt een overaanbod aan. Wat daarmee zal gebeuren, is een probleem dat we nog moeten oplossen.”