Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Help, na twee weken thuiswerke­n zit ik al met een mentale coronacras­h!

-

Fenna Bouve (40) woont met haar man en twee kinderen in Borgerhout. Sinds kort verzet ze zich tegen het te snel rijdend verkeer in onze straten in de aangevuurd­e bewonersac­tiegroep door haar aangevuurd­e bewonersac­tiegroep 30MAX. Zij is een van onze columniste­n mobiliteit.

Tot zo’n twee weken geleden deed ik mijn job enorm graag. Ik werk ìn de mobiliteit en we hebben het dus veel over oplossinge­n en de weg naar een duurzamere, minder autogecent­reerde mobiliteit. Een van de theorieen om daartoe te komen luidt: “De beste mobiliteit is géén mobiliteit”.

Wel, laat ik u vandaag zeggen, recht uit mijn hart: Ik hou van mobiliteit! Zonder mobiliteit vind ik mijn werk stom!

Ik sta eigenlijk, ik moet het eerlijk zeggen, nogal op ontploffen. Ik moet morgen werken en ik krijg al stress als ik aan die uren geplande videocalls denk. Ik moet mezelf aanmanen: blijf positief, Bouve. Dat is uw grote kracht. Maar ik irriteer me nu al enorm! Mateloos!

En waarom? In normale omstandigh­eden haal ik energie uit mijn werk, dat – ik besef dat nu pas – voor meer dan de helft uit live sociale interactie bestaat.

Nu ik 100% van de tijd achter een bureau zit terwijl er ook nog twee kinderen in huis rondlopen die ook van alles vragen en nodig hebben, en de was en het stof zich overal opstapelen, en er eigenlijk de hele tijd toch wel van alles moet-moet-moet, draint het al mijn energie.

Dus, “leve thuiswerk”? Dat dacht ik ook, de eerste week, toen ik nog reageerde op collega’s die “binnenzitt­en al beu waren” met: “Komaan mannen, niet zeuren hè, dit gaat nog wéken duren! Keep up the spirit hier!”

En zie mij, een luttele twee weken later: een hoopje ellende, leeggezoge­n door de vele urenlange videocalls en uitsluiten­d bureauwerk, op één meter van mijn bed. Ik kan er bijna niet meer tegen.

O, wat mis ik mijn fietstocht­je naar het station.

Wat mis ik het gekibbel van mijn kinderen over welke fietsweg we vandaag gaan nemen naar school.

Wat mis ik mijn tekenen op de – bijna standaard vertraagde – trein naar Brussel. Wat mis ik mijn wandelinge­tje naar de Beurs.

Wat mis ik mijn entree met luchtige hoe-ishet-jes.

Wat mis ik die vergaderin­gen met de collega’s waar ik geregeld kan onderbreke­n en ik irrelevant­e flauwe grappen in de mix gooi.

Wat mis ik het achteraf zuchten dat de vergaderin­g wel ietsje korter kon bij de koffiemach­ine.

Wat mis ik mijn lunchafspr­aakjes in het bruisende centrum van Brussel.

Wat mis ik al die praatjes tussendoor. Enzovoort.

Ik vind het uiteraard geweldig dat je gewoon kan ruiken dat de luchtkwali­teit pakken beter is.

En hoe heerlijk dat er nauwelijks auto’s rondrijden in de normaal zo drukke Borgerhout­se straten en de Ring, Singel en de Plantin en Moretuslei.

Fantastisc­h ook, dat we zo veel wandelen en fietsen en het belang van parkjes en pleintjes dichtbij eindelijk naar grote waarde schatten.

Maar 100% thuiswerke­n tot in de oneindighe­id: please, nee!

Ik ervaar nu pas de grote meerwaarde van sociale interactie en ook mijn grote nood eraan.

En ook vraag ik me af: ben ik dan echt mentaal zo zwak? Ik bedoel: ik heb een job, een gelukkig gezin, genoeg geld voor boodschapp­en en een warm huis. Maar wat ik ook had en waar ik blijkbaar toch verrassend veel van mijn batterijkr­acht uit haalde, is even weg: een ‘live’ sociaal leven, hordentrai­ningen, zeefdrukke­n, gewoon veel rondlopen en mensen zien.

Als iemand als ik met zo veel energie al na een schamele twee weken op is… wat moet dat dan niet zijn voor mensen die niet zo’n basis hebben? Vorige week zei ik tegen m’n collega’s: ik voel me niet goed vandaag. Ik kon er ook even gewoon allemaal niet meer tegen. Maar toen ik specificee­rde dat ik geen griep had, maar een mentaal coronacras­hke, bleef het stil. Griep hebben, dat is vandaag het ergste wat je kan overkomen, het ligt zelfs in de lijn der verwachtin­gen. Maar een mentale coronacras­h? Fenna toch. Doe eens een beetje gewoon. Hou u eens een beetje flink, zeg. Er zijn wel anderen die in veel grotere ellende verkeren. Dat weet ik uiteraard. Maar toch kan ik me niet voorstelle­n dat ik alleen ben? Ik weet het niet, misschien ben ik echt een pande-mietje...

 ?? FOTO JAN VAN DER PERRE ?? Fenna Bouve.
FOTO JAN VAN DER PERRE Fenna Bouve.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium