Gazet van Antwerpen Stad en Rand
verhalen collectief vergeten zijn”
De oorlog ligt vaak gevoelig bij mensen die het meemaakten. Wilden ze nog praten?
Hoe ouder mensen worden, hoe meer ze beseffen dat ze de laatste overblijvers zijn en ze het haast als hun plicht zien om hun verhalen te laten optekenen. Ik voelde vaak fierheid. Het was de laatste kans om nog met de getuigen te kunnen spreken. De mensen die ik spreek zijn krasse negentigers, en in tijden zoals nu zijn die nog kwetsbaarder dan ooit tevoren. Over enkele jaren is deze generatie weg.
Je zegt ook dat door met de getuigen te praten je beter dan ooit beseft welk bloed er door je aderen stroomt.
Omdat me meermaals het gevoel overkwam dat ik met mijn eigen grootouders aan het babbelen was. Vaak vertelden de getuigen verhalen die ik ook kon linken aan zaken die mijn grootouders ooit meemaakten. Dat is anders dan dat je op een slagveld in Stalingrad staat. Dan ben je slechts een toeschouwer van die spectaculaire verhalen. Nu was ik mee een onderdeel van het verhaal, omdat de taferelen zich afspeelden in onze steden, op onze rivieren… Ik denk dat de kijkers die herkenbaarheid voor een stuk ook gaan voelen.
Spraken je grootouders vaak over de oorlog?
Ja, en dat ging van kleine persoonlijke verhalen zoals mijn grootmoeder die met haar kinderkoets in de gracht sprong toen er een V1-bom door de lucht vloog, tot het verhaal van de broer van mijn grootvader die is gesneuveld in het verdwenen Antwerpse polderdorp Wilmarsdonk. Die werd doodgeschoten omdat hij de haveninstallaties probeerde te beveiligen.
In eerdere interviews vertelde je al dat je een job als geschiedenisleraar wel ziet zitten. Kreeg je via Ten Oorlog die fascinatie te pakken?
Die interesse was er altijd al. Ik ben ook fel geïnteresseerd in de actualiteit. Maar dat is telkens de waan van de dag en elke dag zijn er andere verhalen. Dat is een constante rush aan nieuwe input. Terwijl onze geschiedenis een bepaalde rust geeft om soms dieper terug te blikken en waarvan je afstand kunt nemen.
Antwerpen neemt een prominente rol in het programma in.
Dat is onvermijdelijk. Zowel voor de Duitsers als de geallieerden was de haven van Antwerpen cruciaal om de oorlog te kunnen winnen. Als we het hebben over de Bevrijding van Vlaanderen, is Antwerpen een onmiskenbare schakel. Aanvankelijk had je de snelle opmars tot Vlaanderen en de verovering van de haven. Maar al gauw bleek de Scheldemonding nog geblokkeerd te zitten. Over hoe men daar de Bevrijding kon doorzetten hebben we beklijvende getuigenissen.
Is er in Geel nog iets van dat oorlogsverleden te merken?
Bitter weinig. Voor de herdenking in Europa kwam een Canadese soldaat nog eens afgezakt naar het Geelse gehucht Ten Aard. Het was een voorrecht om die verhalen van Colin Brown, inmiddels 95 jaar, te mogen aanhoren. Hij was nog maar 20 jaar toen hij een Brits peloton aanstuurde in de Slag om Geel. Hij vocht dag en nacht in Ten Aard, waar de Duitsers slechts tientallen meters van hen verwijderd zaten. In die zware strijd verloor hij ook een van zijn soldaten. Zijn moeilijkste taak als officier? Een brief schrijven naar de ouders van de soldaat om hen te laten weten dat hun zoon was omgekomen.
Ik verdenk je ervan het maken van deze programma’s niet als werk te zien.
Ik beken. Ik vind het zelfs een voorrecht dat ik het mag doen. Interviews afnemen, het opsporen van verhalen en alle informatie verwerken tot een tv-programma is zalig. Je werk doe je op bepaalde uren van de dag. Als ik met een programma als Ten Oorlog bezig ben, blijf ik continu in die flow zitten. Ik reed zelfs niet naar huis, maar overnachtte in de buurt. Anders raak je al snel verknipt in je geest. Ik wil die focus behouden. Als ik erin duik, moet dat 100% zijn. Ook al is dat in je achtertuin.
Hier is duidelijk een perfectionist aan het woord.
Dat geef ik eerlijk toe. Soms tot ergernis van mijn collega’s als ik me te hard moei. Ik kijk tot in den treure de ondertitels, de kleuren, de mixage van de beelden, ... na.
Voor die trip rond de Noordzee was je honderd dagen van huis. Je vrouw zal blij geweest zijn dat Ten Oorlog veel sneller klaar was.
(lacht) Tja. Voor zowat al mijn programma’s, vanaf het prille begin waarin ik naar Compostella wandelde, was ik altijd weken van huis. Ik heb daar weinig problemen mee. Misschien is dat te wijten aan het feit dat ik vroeger een internaatskindje was dat de hele week van huis was. Ik heb altijd op dat ritme geleefd. Ons gezin heeft de voorbije jaren nooit anders gekend. Mijn zoon is inmiddels 16, mijn dochter 14. Ik zit niet meer in de periode dat zij veel zorg nodig hebben. Ik denk zelfs dat ze blij zijn dat ze het kot voor hen hebben. Ze zijn wel geïnteresseerd in wat ik doe, maar soms zie ik ze ook met hun ogen rollen als ik te veel over iets blijf babbelen. Enfin… Het jongensachtige zit hard in mij. Ik wil voortdurend eropuit trekken, en avonturen aangaan is sterker dan mezelf. Daar heb ik veel nood aan.
Rond De Noordzee scoorde vorig jaar torenhoge cijfers. Bizar veel voor een documentaire.
Tot zelfs in Nederland! Het haalde daar meer dan 800.000 kijkers en ze hebben het al vier keer heruitgezonden. In Vlaanderen scoorden we ruim een miljoen. Het heeft voor mij nogmaals aangetoond dat je niet naar de andere kant van de aarde moet vliegen om straffe televisie te maken waarmee je de kijker kunt fascineren. Sommige verhalen liggen voor onze voeten, maar we zien ze over het hoofd omdat het zo evident is dat ze er zijn.
En dus maak je een vervolg.
Het verhaal van de Noordzee was gebracht, maar ik voelde dat er opties waren voor een vervolg. We trekken deze keer niet rond, maar dwars door de Middellandse Zee. We hoppen over de vele eilanden, van Gibraltar naar Jeruzalem, en portretteren het leven en de geschiedenis. We zijn door het coronavirus echter gestrand in Malta, wat de vijfde aflevering in een reeks van negen zou zijn. Wanneer we kunnen hervatten, is koffiedik kijken. We liggen al keihard achter op schema. Geen idee of het nog klaar geraakt tegen het najaar. Ach, ik probeer het van de positieve kant te bekijken. Er is nu extra veel tijd om deze Ten Oorlog-special deftig af te werken. (lachje)
Was de situatie zo ernstig dat je geëvacueerd moest worden?
Dat niet. Maar we zagen op luchthavens overal mondmaskers en je voelde die stress opborrelen. We kwamen thuis en moesten doorvliegen naar Venetië. We hadden acht scenario’s om bij te sturen, maar telkens werden we ingehaald door de actualiteit en konden we niet meer vertrekken. Gelukkig maar, want anders zaten we vast in het zuiden. Ik hoop dat we snel uit deze nachtmerrie wakker worden en dat we min of meer het leven kunnen hervatten. Al denk ik dat dit nog lang gaat nazinderen.
Kan je nu nog iets anders doen?
Bij ons productiehuis De Chinezen werken zo’n veertig mensen, maar het bedrijf ligt bijna volledig plat. Een flink deel staat al op tijdelijke werkloosheid. Tot twee weken geleden ging het prima met ons bedrijf. Wie had dit nu verwacht? Het is voor iedereen onmogelijk om nog filmopnames te maken. Ik werk Ten Oorlog af en kan nog wat opnames van Dwars door de Middellandse Zee bewerken, maar dan droogt ook dat werk op. Net als andere sectoren ontsnappen we niet aan het virus.
Ben je bang voor corona?
Als ik er al angst voor heb, is het meer voor mijn ouders en zwakkeren in de familie. Of voor de personages uit Ten Oorlog. We zouden hen bedanken met een groot feest, maar ze zitten al weken binnen. Op dit ogenblik is een van de ouders van mijn eindredacteur er slecht aan toe door corona. Zo komt het gevaar wel heel dichtbij.
Arnout Hauben Tv-maker “Ik had tijdens de gesprekken meermaals het gevoel dat ik met mijn eigen grootouders aan het babbelen was. Ik was een onderdeel van het verhaal omdat de taferelen zich afspeelden in onze steden, op onze rivieren… Ik denk dat de kijkers die herkenbaarheid ook gaan voelen.”