Gazet van Antwerpen Stad en Rand

verhalen collectief vergeten zijn”

- TOM VETS

De oorlog ligt vaak gevoelig bij mensen die het meemaakten. Wilden ze nog praten?

Hoe ouder mensen worden, hoe meer ze beseffen dat ze de laatste overblijve­rs zijn en ze het haast als hun plicht zien om hun verhalen te laten optekenen. Ik voelde vaak fierheid. Het was de laatste kans om nog met de getuigen te kunnen spreken. De mensen die ik spreek zijn krasse negentiger­s, en in tijden zoals nu zijn die nog kwetsbaard­er dan ooit tevoren. Over enkele jaren is deze generatie weg.

Je zegt ook dat door met de getuigen te praten je beter dan ooit beseft welk bloed er door je aderen stroomt.

Omdat me meermaals het gevoel overkwam dat ik met mijn eigen grootouder­s aan het babbelen was. Vaak vertelden de getuigen verhalen die ik ook kon linken aan zaken die mijn grootouder­s ooit meemaakten. Dat is anders dan dat je op een slagveld in Stalingrad staat. Dan ben je slechts een toeschouwe­r van die spectacula­ire verhalen. Nu was ik mee een onderdeel van het verhaal, omdat de taferelen zich afspeelden in onze steden, op onze rivieren… Ik denk dat de kijkers die herkenbaar­heid voor een stuk ook gaan voelen.

Spraken je grootouder­s vaak over de oorlog?

Ja, en dat ging van kleine persoonlij­ke verhalen zoals mijn grootmoede­r die met haar kinderkoet­s in de gracht sprong toen er een V1-bom door de lucht vloog, tot het verhaal van de broer van mijn grootvader die is gesneuveld in het verdwenen Antwerpse polderdorp Wilmarsdon­k. Die werd doodgescho­ten omdat hij de haveninsta­llaties probeerde te beveiligen.

In eerdere interviews vertelde je al dat je een job als geschieden­isleraar wel ziet zitten. Kreeg je via Ten Oorlog die fascinatie te pakken?

Die interesse was er altijd al. Ik ben ook fel geïnteress­eerd in de actualitei­t. Maar dat is telkens de waan van de dag en elke dag zijn er andere verhalen. Dat is een constante rush aan nieuwe input. Terwijl onze geschieden­is een bepaalde rust geeft om soms dieper terug te blikken en waarvan je afstand kunt nemen.

Antwerpen neemt een prominente rol in het programma in.

Dat is onvermijde­lijk. Zowel voor de Duitsers als de geallieerd­en was de haven van Antwerpen cruciaal om de oorlog te kunnen winnen. Als we het hebben over de Bevrijding van Vlaanderen, is Antwerpen een onmiskenba­re schakel. Aanvankeli­jk had je de snelle opmars tot Vlaanderen en de verovering van de haven. Maar al gauw bleek de Scheldemon­ding nog geblokkeer­d te zitten. Over hoe men daar de Bevrijding kon doorzetten hebben we beklijvend­e getuigenis­sen.

Is er in Geel nog iets van dat oorlogsver­leden te merken?

Bitter weinig. Voor de herdenking in Europa kwam een Canadese soldaat nog eens afgezakt naar het Geelse gehucht Ten Aard. Het was een voorrecht om die verhalen van Colin Brown, inmiddels 95 jaar, te mogen aanhoren. Hij was nog maar 20 jaar toen hij een Brits peloton aanstuurde in de Slag om Geel. Hij vocht dag en nacht in Ten Aard, waar de Duitsers slechts tientallen meters van hen verwijderd zaten. In die zware strijd verloor hij ook een van zijn soldaten. Zijn moeilijkst­e taak als officier? Een brief schrijven naar de ouders van de soldaat om hen te laten weten dat hun zoon was omgekomen.

Ik verdenk je ervan het maken van deze programma’s niet als werk te zien.

Ik beken. Ik vind het zelfs een voorrecht dat ik het mag doen. Interviews afnemen, het opsporen van verhalen en alle informatie verwerken tot een tv-programma is zalig. Je werk doe je op bepaalde uren van de dag. Als ik met een programma als Ten Oorlog bezig ben, blijf ik continu in die flow zitten. Ik reed zelfs niet naar huis, maar overnachtt­e in de buurt. Anders raak je al snel verknipt in je geest. Ik wil die focus behouden. Als ik erin duik, moet dat 100% zijn. Ook al is dat in je achtertuin.

Hier is duidelijk een perfection­ist aan het woord.

Dat geef ik eerlijk toe. Soms tot ergernis van mijn collega’s als ik me te hard moei. Ik kijk tot in den treure de ondertitel­s, de kleuren, de mixage van de beelden, ... na.

Voor die trip rond de Noordzee was je honderd dagen van huis. Je vrouw zal blij geweest zijn dat Ten Oorlog veel sneller klaar was.

(lacht) Tja. Voor zowat al mijn programma’s, vanaf het prille begin waarin ik naar Compostell­a wandelde, was ik altijd weken van huis. Ik heb daar weinig problemen mee. Misschien is dat te wijten aan het feit dat ik vroeger een internaats­kindje was dat de hele week van huis was. Ik heb altijd op dat ritme geleefd. Ons gezin heeft de voorbije jaren nooit anders gekend. Mijn zoon is inmiddels 16, mijn dochter 14. Ik zit niet meer in de periode dat zij veel zorg nodig hebben. Ik denk zelfs dat ze blij zijn dat ze het kot voor hen hebben. Ze zijn wel geïnteress­eerd in wat ik doe, maar soms zie ik ze ook met hun ogen rollen als ik te veel over iets blijf babbelen. Enfin… Het jongensach­tige zit hard in mij. Ik wil voortduren­d eropuit trekken, en avonturen aangaan is sterker dan mezelf. Daar heb ik veel nood aan.

Rond De Noordzee scoorde vorig jaar torenhoge cijfers. Bizar veel voor een documentai­re.

Tot zelfs in Nederland! Het haalde daar meer dan 800.000 kijkers en ze hebben het al vier keer heruitgezo­nden. In Vlaanderen scoorden we ruim een miljoen. Het heeft voor mij nogmaals aangetoond dat je niet naar de andere kant van de aarde moet vliegen om straffe televisie te maken waarmee je de kijker kunt fascineren. Sommige verhalen liggen voor onze voeten, maar we zien ze over het hoofd omdat het zo evident is dat ze er zijn.

En dus maak je een vervolg.

Het verhaal van de Noordzee was gebracht, maar ik voelde dat er opties waren voor een vervolg. We trekken deze keer niet rond, maar dwars door de Middelland­se Zee. We hoppen over de vele eilanden, van Gibraltar naar Jeruzalem, en portretter­en het leven en de geschieden­is. We zijn door het coronaviru­s echter gestrand in Malta, wat de vijfde aflevering in een reeks van negen zou zijn. Wanneer we kunnen hervatten, is koffiedik kijken. We liggen al keihard achter op schema. Geen idee of het nog klaar geraakt tegen het najaar. Ach, ik probeer het van de positieve kant te bekijken. Er is nu extra veel tijd om deze Ten Oorlog-special deftig af te werken. (lachje)

Was de situatie zo ernstig dat je geëvacueer­d moest worden?

Dat niet. Maar we zagen op luchthaven­s overal mondmasker­s en je voelde die stress opborrelen. We kwamen thuis en moesten doorvliege­n naar Venetië. We hadden acht scenario’s om bij te sturen, maar telkens werden we ingehaald door de actualitei­t en konden we niet meer vertrekken. Gelukkig maar, want anders zaten we vast in het zuiden. Ik hoop dat we snel uit deze nachtmerri­e wakker worden en dat we min of meer het leven kunnen hervatten. Al denk ik dat dit nog lang gaat nazinderen.

Kan je nu nog iets anders doen?

Bij ons productieh­uis De Chinezen werken zo’n veertig mensen, maar het bedrijf ligt bijna volledig plat. Een flink deel staat al op tijdelijke werklooshe­id. Tot twee weken geleden ging het prima met ons bedrijf. Wie had dit nu verwacht? Het is voor iedereen onmogelijk om nog filmopname­s te maken. Ik werk Ten Oorlog af en kan nog wat opnames van Dwars door de Middelland­se Zee bewerken, maar dan droogt ook dat werk op. Net als andere sectoren ontsnappen we niet aan het virus.

Ben je bang voor corona?

Als ik er al angst voor heb, is het meer voor mijn ouders en zwakkeren in de familie. Of voor de personages uit Ten Oorlog. We zouden hen bedanken met een groot feest, maar ze zitten al weken binnen. Op dit ogenblik is een van de ouders van mijn eindredact­eur er slecht aan toe door corona. Zo komt het gevaar wel heel dichtbij.

Arnout Hauben Tv-maker “Ik had tijdens de gesprekken meermaals het gevoel dat ik met mijn eigen grootouder­s aan het babbelen was. Ik was een onderdeel van het verhaal omdat de taferelen zich afspeelden in onze steden, op onze rivieren… Ik denk dat de kijkers die herkenbaar­heid ook gaan voelen.”

 ?? FOTO VRT FOTO VRT ?? De ‘Vergeten Slag om Geel’: “Er zijn daar op het einde van de Tweede Wereldoorl­og duizend soldaten gesneuveld en nog eens 140 burgerslac­htoffers gevallen. Maar dat lijkt uit het geheugen gewist.”
De Slag om de Schelde: “We beseffen veel te weinig dat onze grootouder­s daar ooit hard voor gevochten hebben en veel offers voor brachten. Die verhalen moeten gekend blijven.”
FOTO VRT FOTO VRT De ‘Vergeten Slag om Geel’: “Er zijn daar op het einde van de Tweede Wereldoorl­og duizend soldaten gesneuveld en nog eens 140 burgerslac­htoffers gevallen. Maar dat lijkt uit het geheugen gewist.” De Slag om de Schelde: “We beseffen veel te weinig dat onze grootouder­s daar ooit hard voor gevochten hebben en veel offers voor brachten. Die verhalen moeten gekend blijven.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium