Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Al 619 coronadoden te betreuren in Vlaamse rusthuizen
Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) maakt cijfers bekend
In de Vlaamse woonzorgcentra zijn sinds 18 maart 619 rusthuisbewoners vermoedelijk aan corona overleden. Dat heeft Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) bekendgemaakt. Het gaat om vermoedelijke coronadoden omdat niet iedereen is getest. Cijfers over de besmettingen zijn er ook. Volgens Beke zijn dat er 2.982 op een totaal van ongeveer 80.000 bewoners. Het aantal zorgverstrekkers dat door corona afwezig is, blijft beperkt tot 3,6%. Op een tiental na hebben alle woonzorgcentra hun gegevens ingestuurd. Het gaat om 773 instellingen.
De overheid deelde gisteren de eerste langverwachte testkits uit aan woonzorgcentra. Tot daarvoor waren ze op zichzelf aangewezen voor tests en materiaal. Ondertussen loopt de dodentol op, maar de rusthuizen in de regio houden het hoofd boven water. “Ons personeel heeft vooral te kampen met werkdruk en mentale belasting”, klinkt het bij GZA Zorg en Wonen, een koepel met tien woonzorgcentra in Antwerpen.
Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) deelde dinsdag voor het eerst een cijfer mee over het aantal doden in rusthuizen als mogelijk gevolg van het coronavirus. Dat zijn er vermoedelijk 619. “Sinds 20 maart sturen we een dagelijkse update naar de Vlaamse overheid met het aantal effectieve of vermoedelijke besmettingen bij zowel het personeel als de bewoners. De cijfers van de andere rusthuizen krijgen we niet te zien, we weten dus niet hoe representatief we zijn in de sector.
Dat maakt ons onzeker”, zegt Ida Verleyen, directeur van GZA Zorg en Wonen. Het kabinet van minister Beke bekijkt ondertussen hoe het de specifieke cijfers deze week publiek kan maken.
Dat er nu testkits worden uitgedeeld door de overheid is volgens Ida Verleyen een goede zaak. “Alleen worden ook dertig woonzorgcentra met lage besmettingscijfers willekeurig getest. Beter zou zijn om die testkits uit te delen aan de kleinere centra die minder mogelijkheden hebben en nog niet zelf getest hebben. Als grote koepel verbonden aan de GZA Ziekenhuizen hebben wij al veel bewoners en personeelsleden kunnen testen in onze huizen. Nog meer testen kan voor onrust zorgen bij medewerkers en bewoners, vooral bij diegenen die nu niet ziek zijn”, waarschuwt Verleyen. “En wie gaat die tests uitvoeren? En wat zal er gebeuren met de resultaten? Gaan we dan wel bijkomende middelen ontvangen? De woonzorgsector was voor deze crisis al in nood. We horen nu berichten dat onze medewerkers niet de juiste competenties hebben, dat is een steek door mijn hart. Ons personeel doet wat het kan en is wel competent. Er is simpelweg geen extra budget om meer personeel aan te werven in deze sector.”
Geen reden tot paniek
Daar sluit directeur Koen Vermeiren van woonzorgcentra SintElisabeth en Sint-Lucia in Turnhout zich bij aan. “Ik wil die negatieve commentaar op onze medewerkers met klem ontkennen. Ons personeel is al heel wat gewoon. In het verleden kregen de rusthuizen ook al te maken met het norovirus, een heel besmettelijk virus dat buikgriep en maag- en darmklachten veroorzaakt. Toen al werden de nodige procedures toegepast. Het is dus zeker niet de eerste keer dat we onze manier van werken moeten aanpassen. Ons personeel heeft in tegenstelling tot wat er steeds vaker beweerd wordt, wel de nodige ervaring en kennis.”
Bij GZA zijn er voorlopig niet te veel problemen. “Ik ben het gaan
opzoeken en vorig jaar waren er zelfs meer overlijdens in deze periode, al kan het snel veranderen natuurlijk. Op dit moment echter loopt in zes van de tien huizen de zorg quasi normaal en hebben we nog voldoende mondmaskers om zeker vijftig dagen verder te kunnen. We kunnen dit als grote koepel zeker nog aan en er is geen reden tot paniek.”
Niet wachten op overheid
Toch is het zeker niet voor iedereen even eenvoudig om aan materiaal te geraken. “Het gebrek aan uitrusting is problematisch. We hebben te weinig FFP2mondmaskers, schorten en op termijn ook handschoenen ter beschikking. Voorlopig kunnen we nog verder, maar dat zou snel kunnen veranderen. En dan zitten we met een drastisch probleem”, aldus Koen Vermeiren. “Het bestuur doet zijn best om op allerlei manieren toch aan het nodige materiaal te geraken, maar een bestelling vast krijgen is heel moeilijk. “We proberen het via de overheid, via onze reguliere leveranciers en ook daarbuiten, maar de bestellingen worden vaak opgeschort. Het is koffiedik kijken
wanneer er een oplossing komt. Het wordt daarnaast ook dringend tijd dat er op grote schaal testen uitgevoerd gaan worden in de woonzorgcentra.”
De meeste woonzorgcentra namen ondertussen het heft al in eigen handen om voldoende materiaal te voorzien. “We hebben fors geïnvesteerd in beschermingsmateriaal. We hebben het aangekocht aan een hoge kostprijs, maar dat maakt dat we wel een voorraad hebben waarmee we nog even verder kunnen. We hebben niet gewacht op de overheid, want dat zou veel te laat geweest zijn”, zegt directeur Wim Borremans van Sauvegarde in Puurs-Sint-Amands.