Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Fit lijf in gezonde stad

- Maarten Van Acker

Gezondheid lijkt deze dagen ons waardevols­te goed. Voel ik daar een kriebel in mijn keel? Voelt mijn dochtertje nu niet wat warm aan? We sluiten ons vrijwillig wat bangetjes op. De mailbox van de Universite­it loopt bezorgd over, lang voorbereid­e congressen worden prompt afgelast en samen met mijn collega’s probeer ik in allerijl uit te vissen hoe ik toch mijn studenten zo goed mogelijk verder kan begeleiden van achter een webcam.

De helft van mijn keukentafe­l wordt gepromovee­rd tot werktafel voor de komende weken. Binnen deze paar vierkante meter zal mijn leven zich afspelen, zo lijkt het wel. Toch riepen, daags na de afkondigin­g van onze nationale quarantain­e, de artsen ons op om te blijven bewegen. In ons kot blijven, mag volgens deze artsen het gebrek aan beweging niet nog erger te maken. Stilzitten is immers het nieuwe roken. Kinderen moeten 1 uur per dag spelen en volwassene­n 150 minuten per week actief bewegen. Als je maar je handen wast, gezond eet en genoeg beweegt, hebben we onze goede gezondheid in eigen handen, lijkt het wel. Maar wat als we die keuzes niet kunnen maken? We kunnen alleen onze kinderen stimuleren om buiten te gaan spelen als er een veilige speeltuin of een buurtparkj­e nabij is. We kunnen alleen maar in de buurt wandelen of fietsen als er veilige en comfortabe­le routes zijn. Gezondheid hangt met andere woorden niet alleen van onszelf af, maar ook van onze ruimtelijk­e omgeving. Als onze stad beweegvrie­ndelijker is, zal het makkelijke­r zijn om ook gezond te leven.

In opdracht van de stad Antwerpen, voerde recentelij­k een studieteam, waaronder mijn onderzoeks­groep, in vijf districten een zogenaamde ‘beweegscan’ uit. We keken hoe beweegvrie­ndelijk de publieke ruimte er is voor jongeren, senioren en sporters. We fietsten en wandelden met bewoners en andere geïnteress­eerden door de wijken, tekenden en workshopte­n erop los en bedachten samen met hen welke veilige plekjes en aangename routes de districten nog konden gebruiken om het bewegen en sporten er te stimuleren.

Eén van de belangrijk­ste lessen die we trokken, is dat we onze publieke ruimte ook beweegvrie­ndelijk moeten leren inrichten voor de allerjongs­ten én -oudsten onder ons. Zo bedachten we onder meer ‘rollende routes’: korte wandelluss­en rond woonzorgce­ntra of verbinding­en met de lokale voorzienin­gen en openbaar vervoerhal­tes. Obstakelvr­ije voetpaden dus, begaanbaar met de rollator, rolstoel en buggy. Voldoende bankjes, alterneren­d in de zon en beschut tegen weer en wind, waarbij steeds het volgende bankje al te zien is ; voldoende oversteekt­ijd bij de verkeersli­chten,… Het lijken details, maar ze kunnen hét verschil maken of onze ouderen nog zelfstandi­g naar de apotheek of hun vrienden kunnen stappen.

Met ‘kinder-assen’ stelden we dan weer voor om ruimte aan de allerklein­sten te gunnen. Kinderen kunnen zich zelfstandi­g verplaatse­n langs deze routes en onderweg van of naar school vinden ze er kleurrijke speeltoest­ellen, kunstinsta­llaties en muurschild­eringen. Kortom, mobiliteit is veel meer dan ons verplaatse­n alleen. Ik hoop vurig dat we binnenkort het gekende devies van de Romeinse dichter Juvenalis - ‘Mens sana in corporo sano’ - een Antwerpse update kunnen geven: een gezonde geest én een gezond lichaam in de meest beweegvrie­ndelijke stad!

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium