Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Bezigheidstherapie... maar spelers trappen weer tegen een bal
Lopen. Lopen. Nog eens lopen. De meeste spelers
zijn het intussen zo beu als wat. Daarom dat ze bij Racing Genk weer op het veld en met de bal zijn beginnen te trainen - in kleine groepjes - en dat ze bij Oostende online fitnessconferenties organiseren.
“Zo kunnen de spelers ook eens lachen met elkaars zelfgeknipte kapsels.”
De bezigheden van de pakweg 450 eersteklassespelers de voorbije weken? Op één: gaan lopen. Op twee: de muren oplopen. Neen, het zijn niet de meest aangename tijden voor de voetballers, die amper een bal zien. En dat terwijl ze net hadden gepiekt naar deze periode. Play-offs, weet u wel.
Maar kijk: zelfs al zijn de coronamaatregelen nog minstens tot 19 april van kracht, de voetballers mogen stilaan toch uit hun kot komen. Groepstrainingen zijn nog altijd uit den boze. Dan zouden te veel spelers te dicht in elkaars buurt komen. En als ze in duel gaan, kan het virus verder worden verspreid. Maar enkele clubs hebben alternatieven gevonden. Kijk maar naar Racing Genk, dat zijn troepen opnieuw het veld opstuurt. Langs de Luminus Arena wordt sinds maandag eindelijk weer getraind, maar wel nog individueel. “Nadat is gebleken dat een hervatting van de competitie op korte tijd onmogelijk was, hebben we al onze buitenlanders de kans gegeven om naar hun thuisland terug te keren”, zegt technisch directeur Dimitri de Condé. “Voor een zestal jongens is dat niet gelukt.”
De Condé heeft het over Paintstil, Kouassi, Onuachu, Odey, Cuesta en Lucumi. Zij moesten op hun appartement in Limburg blijven. Vukovic, Uronen en Hrosovsky bleven sowieso hier. “Om het hen - en ook de Belgische spelers - makkelijker te maken om hun programma’s af te werken, hebben we nu beslist om hen op de club te laten trainen. Ze komen niet in de kleedkamers of douches, iedereen kleedt zich thuis om en stapt rechtstreeks naar de velden. En dan wordt er gewerkt in twee shiften van acht spelers, die nog eens worden opgedeeld in groepjes van twee. Twee spelers worden op een half speelveld begeleid door één trainer. Daarbij worden uiteraard alle regels op het vlak van social distancing gevolgd.”
Het is vooral bezigheidstherapie, maar het wordt positief onthaald door de spelers, die zo tenminste nog eens een balletje kunnen trappen. Bij Antwerp zagen we Lamkel Zé al op het kunstgrasveld aan de Bosuil aan het werk, maar dat was op eigen initiatief. Net zoals de Balkan-boys van Waasland-Beveren, die hun techniek onderhouden. Bij clubs als Kortrijk zijn spelers welkom in het stadion als ze daar willen werken, maar bij Genk besloten ze dat het beter was om de boel wat te organiseren, in navolging van Gent, dat ook al één-op-één-trainingen voorzag.
Geen picknick, geen training
Maar één-op-één, dat lukt nu eenmaal niet overal. Bij Oostende hebben ze het geprobeerd, maar na een politiecontrole kregen ze te horen dat het niet meer mocht. Sportpark De Schorre, waar KVO
“De spelers komen niet in de kleedkamers of douches. Iedereen kleedt zich thuis om en stapt rechtstreeks naar de velden.” Dimitri de Condé Technisch directeur Genk
traint, is openbaar terrein, en dus ligt de stad dwars. Als een picknick niet mag, dan ook geen voetbaltraining. Gelukkig was Adnan Custovic creatief. De coach stelde voor om online groepstrainingen te organiseren. Zijn spelers zagen dat zitten en dus loggen ze nu elke dinsdag- en vrijdagochtend in op de mobiele applicatie Zoom. Hun instructeur: physical coach Joost Desender. “Onze fitness conference duurt een uurtje en is een prima aanvulling op het loopprogramma dat ze volgen”, vertelt Desender, die les geeft vanuit zijn veranda. “Ik start met de opwarming, dan neemt de coach samen met Franck Berrier over voor oefeningen met de bal, en dan is het weer aan mij voor de explosiviteit en de stretching. De spelers moeten me gewoon nadoen, maar ze zijn wel allemaal enthousiast.”
Vaas aan diggelen
Een matje, een gewichtje en een bal: meer hebben ze niet nodig. “Met die bal doen we natuurlijk geen gekke dingen, want veel spelers zitten in hun woonkamer met ook de kindjes erbij, of Akpala bijvoorbeeld in zijn garage. Ik heb al een vaas laten vallen door tijdens de videosessie mijn armen rond te slingeren. (lacht) Ze hebben maar een halve meter nodig voor die baloefeningen, want ze moeten gewoon tikjes geven of al zittend Berriers trucjes imiteren. Het idee van een bal aan de voet te hebben, is op zich al een meerwaarde. Die conferences zijn dan ook vooral belangrijk voor het mentale aspect. De spelers blijven in contact en kunnen al eens lachen met elkaars ongeschoren baard of zelfgeknipte kapsels. Al moet dit niet te lang blijven duren. Hopelijk komt er snel duidelijkheid. Dan kunnen we inschatten wanneer de spelers met vakantie kunnen en wanneer we aan de voorbereiding moeten beginnen.”