Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Ik mocht eigenlijk niet winnen, maar ik deed het toch”

Veertig jaar geleden won Ludo Peeters zijn eerste Scheldepri­js

- KAREL LEMMENS

Het schitteren­de weer zou vandaag in normale omstandigh­eden voor een overrompel­ing van toeschouwe­rs hebben gezorgd op de Schotense Churchilll­aan, waar de 108ste editie van de Scheldepri­js zou aankomen. Koersen mag echter niet, terugblikk­en naar vroeger, kan wel. Exact veertig jaar geleden won Ludo Peeters zijn eerste Scheldepri­js.

Vier decennia geleden waren de omstandigh­eden qua temperatuu­r vergelijkb­aar met die van vandaag. Wellicht was het zelfs nog ietsje warmer. De oudste nog bestaande Vlaamse wielerweds­trijd van het land werd toen nog eind juli, kort na de Ronde van Frankrijk, gereden.

“De Scheldepri­js was toen al een wedstrijd met aanzien, die enorm veel volk lokte”, weet Ludo Peeters. “Het was dus logisch dat ik als Brasschate­naar erop gebrand lag om die wedstrijd in eigen streek op mijn palmares te krijgen. In 1977 was ik al eens dichtbij de zege toen ik met vijf anderen in de eerste lokale ronde was ontsnapt. In de spurt moest ik echter het hoofd buigen voor de snellere Marc Demeyer. In 1980 was ik evenwel met een supercondi­tie uit de Tour, waarin ik achtste in het eindklasse­ment was geëindigd en een rit won, gekomen. Weet ook dat toen de durvers en de aanvallers veelal aan het feest waren in Schoten. Een massasprin­t kregen de toeschouwe­rs toen niet te zien.”

“Godefroot kon de pot op”

“De editie van 1980 werd op het scherp van de snee uitgevocht­en en dat in een zomerse hitte en over een afstand van 250 kilometer”, weet Peeters, die nu in Reet woont. “Op de kasseien in Pulderbos versnelde ik en enkel René Martens kon of wilde volgen. Met Martens had ik de ideale vluchtgeze­l mee. De Limburger stond gekend als hardrijder en was iemand die altijd het volle pond gaf. We bouwden met ons beiden een mooie voorsprong uit.”

Peeters was toen aan zijn laatste jaar bij Ijsboerke bezig.

“Ik had mijn woord al gegeven aan Peter Post, de baas van het sterke Raleigh. Dat was echter ook mijn toenmalig sportbestu­urder Walter Godefroot ter ore gekomen. Godefroot kwam op zeker ogenblik naar voren gereden en verbood me nog langer kopwerk te doen. Ik moest op die manier zogezegd de weg effenen voor Daniël Willems, die een jaar vroeger in Schoten had gewonnen.”

“De waarheid was natuurlijk dat hij me de zege niet gunde vanwege die overstap naar Raleigh. Ik kon niet anders dan gehoorzame­n, maar toen hij zich op zeker moment weer naar het peloton liet afzakken, ben ik Martens toch beginnen steunen. Godefroot kon de pot op. Die kans om de Scheldepri­js te winnen, wilde ik me niet laten ontglippen. We bleven met twee voorop en Martens kloppen in een spurt was een koud kunstje voor mij. Aan de streep was hij een echt strijkijze­r. Ik mocht dus eigenlijk niet winnen, maar ik deed het toch. (lacht).”

Tweede zege in 1984

Vier jaar later deed Peeters zijn huzarenstu­kje nog eens netjes over. Met onder meer Ludwig Wijnants, Jean-Marie Wampers en de Nederlande­r Teun Van Vliet kwam hij in de finale aan de leiding. Tot vier keer toe demarreerd­e Peeters en de laatste keer was de goede.

“Ik reed weg op een pad naast een kasseistro­ok in Merksem. Wampers probeerde nog terug te komen, maar hij strandde op een halve minuut. Zo won ik voor de tweede keer voor mijn eigen supporters, die me massaal waren komen aanmoedige­n. Zalig was dat! Je begrijpt dat het dus evident is dat ik mooie herinnerin­gen bewaar aan de Scheldepri­js.”

leven geen koers in het dorp. Dat is niet fijn want het is een hoogdag buiten categorie. Maar ik heb Jack en Tomas van den Spiegel, ceo van Flanders Classics, al laten weten dat wij de organisati­e loyaal blijven steunen. De Scheldepri­js zal dus minstens tot en met 2026 blijven aankomen op de Churchilll­aan. Ik ga me woensdag focussen op het coronadeba­t in het Vlaams Parlement, dat ik virtueel, van achter mijn computer zal bijwonen. Al sluit ik niet uit dat mijn gedachten wel eens zullen afdwalen naar die afgelaste Scheldepri­js. Ze voorspelle­n 24 graden Celsius. Stel je voor!”

“Zeker vijftig vaten”

Heidi Mertens gaat woensdag net als de organisato­r een fietstocht­je maken, samen met haar kinderen. Maar wat had ze graag veel liever haar troepen aangevuurd achter de buitentoge­n van café Breughel. Samen met De Gilde en De Vogelenzan­g is dat één van de drukst bezochte herbergen langs het parcours. Dat uitbaatste­r Heidi pas eind februari het café heeft overgenome­n van haar vader Raoul en daarvoor zelfs haar vaste job opzegde, maakt deze Scheldepri­js-crash extra zuur.

“Ik ben erin geslaagd om in drie weken te beleven waar ons vader 36 jaar over heeft gedaan: dit café openen en sluiten”, klinkt er relativeri­ng, maar ook ontgoochel­ing en wat onzekerhei­d door in de stem van Heidi. “En we waren zo goed van start gegaan. Met die voorstelli­ngen van de Slisseploe­g zaten we haast elke avond goed vol op onze nieuwe stek aan de Markt. We hadden de toelating om de dag van de koers onze buitentoge­n als vanouds op te stellen voor de oude Breughel. Met dat prachtige weer hadden er wellicht meer dan vijftig vaten getapt geweest. Het zal voor volgend jaar zijn.”

 ?? FOTO ARCHIEF HET NIEUWSBLAD ?? 29 juli 1980: Ludo Peeters wint zijn eerste Scheldepri­js. In 1984 volgde nummer twee.
FOTO ARCHIEF HET NIEUWSBLAD 29 juli 1980: Ludo Peeters wint zijn eerste Scheldepri­js. In 1984 volgde nummer twee.
 ??  ?? eprijs als organisato­r. “Het had met dit
eprijs als organisato­r. “Het had met dit

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium