Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Hoe The Fab Four exact 50 jaar geleden door ruzie, geld, vrouwen en drugs uiteenviel
Exact 50 jaar geleden ging The Fab Four ten onder aan ruzie, geld, drugs en Yoko Ono
Op 10 april 1970, exact vijftig jaar geleden, barstte de wereld in tweeën. Op die dag maakte de Britse krant The Daily Mirror bekend dat Paul McCartney misnoegd uit The Beatles stapte. Het grootste schisma in de popgeschiedenis was een feit. Plots was er een tijd voor en na The Fab Four. Het hart van menig tienermeisje bleef achter in duigen, kranten waarschuwden voor de val van het Britse Rijk. Nochtans zat de breuk eraan te komen. Geld, drugs, onvrede en vrouwen: alle ingrediënten waren aanwezig. Een reconstructie van de moeder der muzikale splits.
“Plan je nog een album met The Beatles?”
– “Neen.”
“Is de breuk tijdelijk of definitief?” – “Ik weet het niet. Er zijn meningsverschillen. Maar vooral: ik amuseer me beter met mijn eigen familie.”
“Zie je jezelf nog liedjes schrijven met John Lennon?”
– “Neen.”
Paul McCartney had in de persmap voor zijn eerste soloalbum een zelfgeschreven interview gestoken, waarin hij niet zozeer het einde van The Beatles aankondigde, maar vooral wilde meedelen dat hij zijn eigen weg wilde gaan. Die map werd op 9 april naar een select groepje Britse journalisten gestuurd.
Don Short van The Daily Mirror kopte de voorzet meteen staalhard in doel. ‘PAUL QUITS THE BEATLES’ titelde de krant op haar voorpagina van 10 april 1978. Alleen
The Times probeerde het ‘nieuws’ aanvankelijk nog wat tegen te spreken, maar alle andere Britse media sprongen meteen mee op de kar. De wereldpers volgde even snel. De conclusie was gemaakt: het punt achter The Beatles was gezet. De wereld stond in brand.
Nog geen uur na het openen van de krantenwinkels troepen fans samen aan de deuren van Apple Corps, de platenfirma die McCartney en zijn kameraden twee jaar eerder in hartje Londen oprichtten. Journaals bouwen hun crisiscentrum op de stoep en wachten op een glimp van de andere leden. Ze spreken over een dag die “historici zullen herinneren als een mijlpaal in de teloorgang van het Britse Rijk”. De lente is pas onderweg, en het nieuwsfeit van het jaar al bekend: de groep die populairder is
dan Jezus Christus bestaat niet meer. Verstopt in vleeswagen
Het is de kroniek van een aangekondigde breuk. Al jaren botert het niet bij The Beatles. In 1966, wanneer de Beatlemania zijn piek heeft bereikt, kraakt George Harrison als eerste onder de waanzin. Hij voelt zich gegijzeld door de fans en geeft zijn ontslag. Paul McCartney, die de idolatrie nog best kan smaken, vuurt John Lennon en Ringo Starr aan om Harrison mee aan boord te houden. Ze bereiken een akkoord: de groep blijft samen, maar zal niet meer toeren. Hun concert in San Francisco, in augustus 1966, wordt het laatste. Het viertal wordt er, verstopt in een vleeswagen, tussen 25.000 krijsende fans naar en weer weg van het podium gebracht. De muziek stijgt nauwelijks boven het tumult uit. Ook John Lennon beseft: genoeg is genoeg.
De band maakt tijd voor bezinning. Harrison reist naar India en dompelt zich onder in het Hare Krishna-geloof, McCartney schetst de blauwdruk van Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band en tijdens een galeriebezoek botst Lennon op de vrouw van zijn leven. De ontmoeting met Yoko Ono zal het verdere verloop van zijn carrière bepalen. En dat van The Beatles. Hoewel de eerste breuklijnen tussen Lennon en McCartney zich al
tijdens Sgt Pepper’s laten zien, verlopen de opnames gemoedelijk. Maar wanneer enkele maanden na de release in 1967 hun bandmanager en ‘vijfde Beatle’ Brian Epstein sterft, verliest het schrijversduo de bemiddelaar van hun creatieve geschillen. McCartney neemt de teugels in handen, Lennon heeft meer oog voor zijn lief. En voor heroïne. Het begin van het einde.
Koude oorlog
John Lennons druggebruik en de constante aanwezigheid van Yoko Ono drijven een wig tussen hem en de andere groepsleden. Harrison gaat alleen op stap en lost een soloalbum, de Beatles-dubbelaar The
White Album (1968) komt veeleer tot stand als een samenraapsel van vier eigenzinnige songschrijvers. “Daar hoor je The Beatles doodgaan”, vertelt McCartney jaren later.
Ook financieel gaat het de dieperik in. Zonder Epstein graaien derde partijen de Beatles-kluis leeg en Lennon betaalt intussen zijn dagelijkse porties heroïne met geld van de eigen platenmaatschappij. In hun zoektocht naar nieuw management clasht het opnieuw. Lennon, Harrison en Starr schuiven Allen Klein, de sterke man achter The
Rolling Stones, naar voren, terwijl McCartney in zee wil met de rijke boekhoudersfamilie van zijn vrouw Linda. Klein haalt het, dik tegen de zin van McCartney. Om de kas te spijzen beginnen The Beatles toch aan de opnames van de plaat Let it Be. Ze treden zelfs nog één keer op, bovenop het dak van Apple Corps. Maar interviews en actes de présence doen ze voortaan individueel.
Dat er een koude oorlog woedt binnen de groep, zie je door de
lens van regisseur Michael Lindsay-Hogg in zijn docu Let it Be. McCartney duldt geen tegenspraak in het schrijfproces, Harrison en Starr wachten geërgerd op instructies achter hun instrument. Beiden stapten een paar maanden eerder op, maar werden opnieuw overhaald om terug te keren. In de achtergrond zit Lennon met zijn gedachten meer bij zijn vredescampagne met Ono. De opnames worden halverwege 1969 stilgelegd en de focus verschuift naar een volgend album: Abbey Road.
Op 18 augustus zitten de vier Beatles voor het laatst samen in de studio om muziek te maken.
Deur tegen de neus
Abbey Road en Let it Be worden nog afgewerkt, maar de opstand tegen McCartney’s dictatuur bereikt een hoogtepunt. Wanneer Lennon en Harrison hem confronteren met hun plannen voor een eerlijkere taakverdeling, stuurt McCartney hen wandelen. “Te veel inspraak is nefast, en Georges nummers zijn niet al je dat”, klinkt het tijdens die laatste meeting in september 1969. Twee weken later kondigt Lennon in intieme kring zijn vertrek aan. In overleg met Allen Klein wordt het afscheid stilgehouden, om de release van de laatste twee albums niet te overschaduwen.
McCartney blijft niet bij de pakken zitten en tekent begin 1970 een platencontract voor zijn eerste soloalbum. Wanneer blijkt dat hij de plaat wil lossen op 17 april – een week voor het verschijnen van
Let it Be – grijpen de anderen in. Starr rijdt naar McCartney’s landgoed om uitstel te vragen, maar krijgt daar de deur tegen de neus. “Ik zag Paul nog nooit zo vijandig”, aldus Starr. “Hij stak zijn vingers in mijn gezicht en tierde: ‘hiervoor zal je boeten’. Ik heb mijn jas weer aangedaan en ben vertrokken.” In de woonkamer neemt McCartney een kladblok en schrijft het beruchte interview met zichzelf.
“I didn’t leave the Beatles. The Beatles have left The Beatles, but no one wants to be the one to say the party’s over”, zal hij later op die 10 april 1970 terugblikken, de dag dat door zijn toedoen de bom barstte.
Demo-opnames
In de jaren erop stapt McCartney naar de rechtbank om elke band met The Beatles door te snijden. De breuk wordt officieel in december 1974, wanneer de vier leden hun zogenaamde ‘Beatles Agreement’ ondertekenen. Pas in 1994, veertien jaar na de dood van John Lennon, komt er nieuwe Beatlesmuziek op de markt wanneer McCartney, Harrison en Ringo samen de laatste hand leggen aan twee demo-opnames van Lennon,
Free as a Bird en Real Love. Het is dan 25 jaar geleden sinds de vier Beatles samen hun laatste concert speelden bovenop dat dak in centrum Londen.