Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Huurders en verhuurders bundelen de krachten voor ‘coronatoelage’
“We moeten allemaal in ons kot blijven, maar zorg dan ook dat mensen dat kunnen betalen.” De coronacrisis doet huurders en verhuurders voor het eerst samen aan de alarmbel trekken. Ze vragen dat de overheid een ‘coronahuurtoelage’ geeft aan 220.000 gezinnen in moeilijkheden.
Het is ongezien dat de huurdersbonden en de Verenigde Eigenaars hun krachten bundelen, maar door de coronacrisis kloppen ze nu gezamenlijk op tafel bij Matthias Diependaele (N-VA), Vlaams minister van Wonen. “We krijgen veel signalen van mensen dat ze in de miserie zitten omdat ze hun huur niet meer kunnen betalen”, zegt Joy Verstichele, coördinator van het Vlaams Huurdersplatform. “Een derde van de private huurders hield voor de crisis al te weinig over om menswaardig te leven. Door inkomensverlies komen zij nog meer in de problemen.”
Huurders van een sociale woning moeten minder huur betalen wanneer ze door corona minder inkomen hebben. Op de private markt kan de overheid niet zomaar ingrijpen. Nochtans voldoen er volgens het Steunpunt Wonen op die markt zo’n 249.000 huishoudens aan de voorwaarden voor een sociale woning. Voor die mensen willen de huurdersbonden en de Verenigde Eigenaars een ‘coronahuurtoelage’.
“Die mensen hebben een structureel betaalbaarheidsprobleem”, zegt Verstichele. “Laten we dat nu op zijn minst tijdelijk aanpakken in deze crisis.” Beide organisaties kijken naar de huurpremie, die de Vlaamse overheid al uitreikt aan wie minstens vier jaar op een wachtlijst staat voor een sociale woning en maximaal 250 euro per maand bedraagt per gezin. Aangezien 27.000 gezinnen al een subsidie krijgen, blijven er nog zo’n 220.000 over die er aanspraak op zouden maken.
Diependale riep verhuurders eerder op zich soepel en menselijk op te stellen, maar volgens Verstichele mag de positie van de huurder niet afhangen van de goodwill van de eigenaar. “De overheid had al lang haar verantwoordelijkheid moeten nemen, maar nu moet het meer dan ooit.”