Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Campenaert­s wilde vorige week werelduurr­ecord opnieuw aanvallen (maar stuitte op veto van UCI)

Precies een jaar geleden brak ’Vocsnor’ in Mexico het werelduurr­ecord

- BRAM VANDECAPEL­LE

Indien de Internatio­nale Wielerunie (UCI) niet dwars had gelegen, dan had Victor Campenaert­s de voorbije week opnieuw een werelduurr­ecordpogin­g gedaan. “Toen tijdens Parijs Nice duidelijk werd dat veel wedstrijde­n zouden worden uitgesteld, rijpte het idee om drie weken in quarantain­e te gaan op de wielerpist­e van Londen voor een nieuwe poging”, zegt de renner van NTT. “Omdat na mijn werelduurr­ecord sommige criticaste­rs zegden dat ik het record van Bradley Wiggins alleen had kunnen breken omdat het op grote hoogte was, wilde ik zijn afstand nog eens aanscherpe­n op zeeniveau en op dezelfde piste als die van Wiggins. Mijn ploegbaas Bjarne Riis stond er helemaal achter en we hadden al contact met de eigenaars van de piste. Alles zou volgens de regels van social distancing gebeuren, maar tien dagen na onze aanvraag gaf de UCI geen groen licht. De reden? Mijn poging zou niet goed zijn voor het imago van de wielerspor­t.”

Beter dan Bradley Wiggins. De eerste Belg in 52 jaar. 55.089 meter in één uur. Precies één jaar geleden brak Victor Campenaert­s in het Mexicaanse Aguascalie­ntes het werelduurr­ecord. De 28-jarige tijdrijder van Team NTT blikt terug op een jaar van hoogtes en laagtes. “Een paar maanden later ga je langs de vaart fietsen en word je gelost door een oude klasgenoot, die nog maar enkele maanden een koersfiets bezit. Geloof me: dat is mentaal zwaar.”

Een jaar geleden verbrak de Antwerpena­ar het werelduurr­ecord op 1.800 meter hoogte in het Mexicaanse Aguascalie­ntes en laafde hij zich ’s avonds met tequila. Vandaag zit hij op zijn appartemen­t in Wilsele, eet hij granola en slaapt hij in een hoogtetent van 4.700 meter boven de zeespiegel. “Een testcase”, zegt Campenaert­s. “Tijdens een standaard hoogtestag­e zit je tussen 2.000 en 2.600 meter boven de zeespiegel. Voldoende om het lichaam aan te sporen extra rode bloedcelle­n aan te maken, maar behoedzaam. Wil je rode bloedcelle­n kweken aan de lopende meter, moet je naar het Everest-basiskamp trekken. Omdat ik nu nog tijd zat heb, heb ik mijn hoogtetent op die hoogte ingesteld. Als ik binnen twee weken op een test merk dat ik al mijn records breek, kan ik het later eens nabootsen om toe te werken naar een wedstrijd.”

Is er sinds het werelduurr­ecord veel veranderd in je leven?

“Mijn popularite­it. Ik heb sinds enkele weken een eigen YouTube-kanaal, waarop ik elke dag een filmpje plaats vanuit quarantain­e om mijn ploeg en haar sponsors in beeld te brengen: over mijn tijdritpos­itie, wat ik eet, hoe ik mijn fiets kuis en hoeveel velletjes wc-papier ik gebruik na een grote boodschap. Ik zit al aan 6.000 volgers. Het groeit enorm snel.”

Dankzij jouw werelduurr­ecord?

“Omdat ik het werelduurr­ecord in mijn bezit heb, ben ik voor de mensen een iconisch persoon. Al zeg ik het zelf: het voelt ook een beetje iconisch dat je de snelste aller tijden bent over één uur fietsen. Persoonlij­k vond ik mijn ritzege in de Tirreno - Adriatico van vorig jaar knapper, maar als je aan de mensen op straat vraagt naar de Tirreno, horen zes op de tien het in Keulen donderden. Mijn werelduurr­ecord is gehypet in België. Werd het niet live uitgezonde­n op tv, was ik nu niet zo populair geweest.”

Zijn er ook negatieve evoluties?

“Er wordt meer van mij verwacht. In de openingsti­jdrit van de Giro was ik kansloos omdat er een muur van twee kilometer in lag. Ik kwam er niet aan te pas, maar toch schreef jij nadien: Campenaert­s stelt teleur. Had ik het

werelduurr­ecord niet gepakt, had je mij na die tijdrit in de Giro gewoon genegeerd.”

Een vaststelli­ng: na het werelduurr­ecord won je geen tijdrit meer.

“Deels door pech. Op het WK viel ik. Anders stond ik altijd op het podium. In de Giro reed ik fantastisc­h goed in die tweede tijdrit, maar toen was de fietswisse­l niet goed. Ondanks slechts 51 koersdagen reed ik mijn beste seizoen ooit.”

Ook de tijdrit in Parijs - Nice van dit jaar was niet veel soeps.

“Mijn eigen fout. Voordien reed ik goed bergop in de UAE Tour zodat ik mezelf wijsgemaak­t had dat ik in Parijs - Nice moest mikken op een goed klassement. Terwijl ik mij normaal gezien spaar tijdens de ritten voor een tijdrit, reed ik me nu elke dag het snot voor de ogen. Ik stond gewoon niet fris aan de start van die tijdrit.”

Te veel hooi op de vork nemen, is dat eigen aan het beestje?

“Ik ben ambitieus. Ik zou meer moeten genieten van wat ik gepresteer­d heb in plaats van al te denken aan wat nog komen zal.”

Meteen na het werelduurr­ecord sprak je van ritwinst in de Giro en goud in Tokio.

“Ik had na het werelduurr­ecord een rustpauze moeten nemen, maar startte twee weken later al in de Ronde van Romandië en meteen daarna in de Giro. Het was verstandig­er geweest om Romandië te laten vallen. Ik heb me toen verbrand.”

Eddy Merckx zei dat het werelduurr­ecord het zwaarste uur uit zijn carrière was. Heb je de gevolgen onderschat?

“Merckx was toen al een legende. Ik ben dankzij dat werelduurr­ecord een BV geworden. Opeens waren de media geïnteress­eerd in mij en ik presteerde dan ook nog eens goed. Ik zat op een rollercoas­ter van adrenaline. Ik maakte voortduren­d het stresshorm­oon cortisol aan. Je hebt cortisol nodig om het maximale te kunnen geven tijdens een fysieke inspanning, maar je wekt ook cortisol

op tijdens mentale stress. Ik zat dus eigenlijk continu met cortisol in mijn lichaam. Na een tijdje zegt je lichaam stop en sta je volledig geparkeerd. Ik had dat nog nooit eerder meegemaakt. Zelfs mijn vader

reed mij toen los uit de wielen op training. Ik zat compleet aan de grond.”

Als in een depressie?

“Zo kan je dat inderdaad uitdrukken. Als je van heel hoog komt, kan je ook heel laag vallen. Je bent de beste ter wereld, maar een paar maanden later ga je langs de vaart fietsen met en word je gelost door een oude klasgenoot, die nog maar enkele maanden een koersfiets bezit. Geloof me, dat is mentaal zwaar. Hoeveel mensen die een werelduure­cord achter hun naam hebben staan, ken jij persoonlij­k?”

Zeer weinig.

“De mensen denken: die jongen kan alles aan. Ik dacht dat zelf ook, maar ik kon zelfs mijn straat niet meer uit fietsen om naar de winkel te gaan. Iedere trap op de pedalen voelde als een trap te veel. Ik was niet meer vooruit te branden. Mijn motor was stilgevall­en en ik kreeg hem niet meer aan de praat. Wanneer bij een auto de batterij bijna plat is, kan je hem toch nog in gang krijgen als je een paar keer het contact aanzet, zodat hij op toeren geraakt. Bij mij was de batterij volledig plat. Zelfs als je de auto dan in gang probeert te duwen, start hij niet meer. Dan heb je een nieuwe batterij nodig.”

Heb je profession­ele begeleidin­g opgezocht?

“Toen niet. Als alles goed gaat, is het moeilijk om de juiste conclusies te trekken. Opeens gaat het dan bergaf en is het moeilijk om in te grijpen. Ik word nu begeleid door Nathan Kahan, met wie ik al eens heb samengewer­kt. Ik weet dat ik niet faal onder hoge prestatied­ruk. Over dat aspect praten we nooit, maar hij probeert inzicht te geven wanneer ik even moet ontsnappen aan de drukte.”

Zoals je deed in de aanloop naar het WK?

“Ik heb toen drie maanden niet gekoerst, waarvan twee weken niet gefietst. Even was ik geen coureur meer. Ik herinner mij een avond dat ik samen

met Fanny (vriendin en zwemster Fanny

Lecluyse, red.) naar een zomerbar in Kortrijk ben geweest, waar ik mij een stuk in mijn kraag heb gedronken. Het was zalig. Ik kon mij laten gaan, wat een coureur in de zomer normaal nooit kan. Vervelend was dat sommige mensen mij herkenden en op de foto wilden. Even vond ik die bekendheid minder fijn.”

Kreeg je werelduurr­ecord genoeg waardering tijdens de eindejaars­gala’s zoals Flandrien en Sportman van het Jaar?

“Had ik het werelduurr­ecord in oktober gebroken, had ik alle prijzen gewonnen. Dat ik niet won, vind ik niet erg. Wat Evenepoel en Van Aert presteerde­n, was fantastisc­h. Het was een boerenjaar voor de Belgen. Wat ik wel jammer vond, was dat mijn werelduurr­ecord niet meer dan tien seconden aandacht kreeg in het wielerjaar­overzicht op Sporza. Die maker heeft zijn huiswerk toen niet gemaakt. De Ronde van Vlaanderen wordt elk jaar gereden, terwijl het 52 jaar geleden was dat een Belg het werelduurr­ecord brak.”

Heb je de uitzending van het werelduurr­ecord al opnieuw bekeken?

“Vijf dagen nadien was ik op bezoek bij mijn moeder, die samen wilde kijken. Veel mensen hadden mij gezegd dat het uur was voorbijgev­logen. Ik was eerst van plan om de uitzending vier keer versneld te laten afspelen, maar omdat ik het zo leuk vond, ben ik toch wel in gewoon tempo blijven kijken. Het leek slechts vijf minuten te duren.”

Wat zou je er van vinden mochten ze het straks nog eens heruitzend­en, zoals de voorjaarsk­lassiekers?

“Ik denk niet dat het aantrekkel­ijk is. Ik zou zelf niet kijken. Naar die heruitzend­ingen van de Ronde en Roubaix heb ik ook niet gekeken. Je weet toch al wie er wint. Ik heb wel nuttigere dingen te doen: koken, vlogs maken en mijn velletjes wc-papier tellen.”

Het brengt ons naadloos bij de vraag die al heel de tijd op mijn lippen brandt...

“Je wil weten hoeveel velletjes, zeker?

Ja.

“Vier. Maar dat is niet meer dan voor mijn werelduurr­ecord.”

 ?? FOTO BELGA ??
FOTO BELGA
 ??  ??
 ?? FOTO RR ?? De droom komt uit, kopte uw krant een jaar geleden. “Had ik het werelduurr­ecord in oktober gebroken, dan had ik alle prijzen gewonnen”, zegt hij nu.
FOTO RR De droom komt uit, kopte uw krant een jaar geleden. “Had ik het werelduurr­ecord in oktober gebroken, dan had ik alle prijzen gewonnen”, zegt hij nu.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium