Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Mijn raam is een venster
WIM DAENINCK NIEUWSMANAGER
In ons land gelden strenge maatregelen om het coronavirus in te dijken. Ook uw krant leeft die strikt na. Op de redactie loopt nog amper volk rond. Wie kan werkt van thuis. Onze journalisten vertellen dagelijks hoe zij de coronacrisis doormaken.
Drie computerschermen, een tv-toestel en een smartphone, dat is nu al meer dan een maand mijn navelstreng met de buitenwacht. Daardoor komt het nieuws binnen, daarmee worden stukken geschreven en kranten gemaakt. Het went, hoor. Zij het toch niet helemaal. En misschien maar goed ook. Maar het échte venster op mijn wereld is het raam waardoor ik al die weken overdag kijk. Zonder die einder, al zijn het dan maar luttele meters tot aan de overkant van de straat, werd een mens knots.
Het geeft rust en troost, zo’n raam. Het zet aan tot mijmeren. Het laat je reflecties moeiteloos meedrijven op een stroom van weer heel andere gedachten. Een stuk vrolijker meestal dan die over triest wuivende oudere mensen achter weer heel andere ramen.
Maar voor hier en nu, als u het goed vindt, blijf ik in mijn straat. Achter mijn raam. Kijk, daar loopt een hoogzwangere vrouw. Dag buurvrouw! Ze steekt haar bolle buik fier vooruit. Ze zal haar kindje (m/v) wat te vertellen hebben. Zoals mijn ouders, over hún oorlogsjaren. En zie, de dochters van de overburen oefenen een dansje in. Gewoon, in hun voortuintje. Het raam dempt de beats, maar niet het zicht op het vrolijke, sensuele, synchrone gehuppel. Ondertussen schuifelt een man met lang, frietvetvettig haar voorbij. Hij torst een deel van zijn hebben en houden in een plastic zakje. Voor die buur verandert er niet veel. Hij moet het gewoon zijn dat iedereen met een boog om hem heen loopt.
Mijn straat is wel veranderd. Er wonen nog steeds dezelfde mensen. Maar als ze elkaar ‘hoe is ‘t?’ vragen, is dat niet de obligate beleefdheidsformule van weleer. Ze menen het echt nu. ‘Goed. En met u?’ ‘Ook goed. Maar altijd met twee woorden spreken, hé?’ ‘Zo is dat.’ En straks wordt er geklapt. Een paar dagen geleden zag ik door mijn raam hoe om 20.00u stipt vader, moeder en twee jonge kinderen op trompet, klarinet, dwarsfluit en viool ‘We zullen doorgaan’ speelden. Het was het mooiste en meest ontroerende moment in weken. En dat kon ik zien. Zomaar. Door mijn raam.
Ik wens u allen zo’n raam toe. Gebruik het ten volle. Maar op tijd stoppen. Want eens het donker wordt, dan wordt zo’n raam een spiegel. En dan zie je nog alleen jezelf.