Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Gelijkheid bestaat niet in de koers
Een voorlopige edoch gezamenlijke oef. De Tour gaat door, de wielersport is een beetje gered, de ploegen halen opgelucht adem en de renners hebben weer een doel. Met dank aan een multinational uit Parijs. Wegens zijn almacht en onbestaande verdeelsleutel van de geboekte winsten op de kap van de teams, is Tourorganisator ASO vaak de gebeten hond. In deze situatie was het echter een van de weinige actoren die wel het hoofd koel hield.
Toen wachten op groen licht tot midden mei niet meer mogelijk was, schakelde het razendsnel. De UCI moest volgen. De rest ook. Op 15 mei wordt de rest van de kalender bekendgemaakt, maar gezien de huidige lekken wordt dat al iets voor volgende week. Dan weten we ook welke voorbereidingskoersen er in juli en augustus op het programma staan.
Meer dan vier maanden om de Tour voor te bereiden... Ruim voldoende. Toch vonden enkele renners het nodig kanttekeningen te plaatsen. Een van hen was Tom Dumoulin: “Als ik in juli niet in de Alpen kan trainen, ga ik niet meedoen om de eindzege. Zonder hoogtestage kan ik nog wel een goede Tour voor de ploeg rijden, maar het is uitgesloten dat je je drie weken lang meet met de beste klassementsrenners die uit de bergen van Andorra of Colombia komen.”
Het thema borduurt verder op renners die de voorbije weken wel konden buiten trainen en zij die moesten zweten op de rollen. Men sprak zelfs opnieuw van een cyclisme à deux vitesses.
Ongelijke wapens.
Een nonthema. Is het wielrennen dan ooit al een sport van de gelijkheid geweest? Jumbo Visma heeft een leger van diëtisten in dienst. Er zijn ploegen in de Tour die zelfs geen vaste diëtist kunnen betalen. Jumbo Visma staat aan de start met drie kopmannen die de Tour kunnen winnen, meer dan de helft van de aanwezige ploegen heeft er niet eentje in zijn rangen. De ene ploeg rijdt met fietsen van Kuota, de andere met bolides van Specialized. Team Ineos heeft meer budget dan Deceuninck Quick.Step en LottoSoudal samen. De Colombianen, Ecuadoranen en andere ZuidAmerikanen trainen elke dag op hoogte en hebben een functioneel voordeel tegenover de Europeanen. En dan verzwijgen we even dat er ginder nauwelijks op doping wordt gecontroleerd...
De wielersport is in se een sport van ongelijke wapens. Vaak dankzij integere talentdetectie, vooruitstrevende commerciële inzichten of betere trainingsfaciliteiten. Ditmaal ligt de oorzaak van de ongelijkheid buiten ieders macht. Jammer, maar helaas. Zij die zich straks wel op hoogte kunnen voorbereiden, hebben een voordeel. Zij die dat niet kunnen, hoeven dat niet als excuus te wettigen. Hoogtetenten genoeg. Tijd genoeg.
Honderdvijfendertig dagen voor de Le Grand Départ in Nice heeft elke renner en ploeg tijd zat om zich optimaal voor te bereiden op de Tour. In Parijs heeft niemand het recht om het excuus in te roepen dat hij zich in coronatijden niet optimaal heeft kunnen voorbereiden. Improviseren en met buitengewone omstandigheden kunnen omgaan, is ook een gave. Toch? Dat we straks een onvoorspelbare Tour krijgen, is zeker. Maar zaten we daar allemaal niet al jaren op te wachten?