Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Het rijke verleden van de parel aan de Rupel

- JEF WIJCKMANS

Blijf in je kot. Maar als de muren dreigen op je af te komen, dan moet een mens al eens naar buiten. Let wel: ofwel alleen, ofwel met twee, ofwel met de inhuizige familie, en altijd afstand houden. Omdat altijd dezelfde rondjes lopen of steeds dezelfde beren tellen al eens wil vervelen, stippelen onze journalist­en in de gemeente of het district dat ze volgen een wandeling uit die hun de moeite waard loont. Een tochtje van maximaal twee uur én alleen voor wie er woont. Wandelt u met hen mee?

Uw gids aan de Rupel.

Veel van de oudste ontdekking­en uit onze geschieden­is zijn te vinden aan de samenvloei­ing van Dijle en Nete in de Rupel. Met deze wandeling leiden we u langs de stille getuigen van het rijke verleden van Rumst.

1. Rupeldijk en Walembrug

De Rupeldijk is bij veel fietsers en wandelaars erg bekend. Het lijkt me dan ook een goed idee om op deze plaats van start te gaan voor een wandeling van bijna acht kilometer. Aan de (momenteel uiteraard gesloten) brasserie 3RI4EN in de Visserstra­at is slechts een kort klimmetje nodig om het jaagpad naast de Rupel te bereiken.

Origineel aan de Rupel is dat hij geen bron heeft, maar gevormd wordt uit de samenvloei­ing van de Nete en de Dijle. Aan de overzijde merk je hoe kortbij Heindonk (Willebroek) ligt. De mogelijkhe­id om een oversteek via de zogenaamde (blauwe) Netebrugge­n te maken, reserveer ik voor een volgende wandeling.

Ik blijf het ideale wandelpad naast de rivier volgen tot aan Walembrug. Wegens de strategisc­he ligging tussen Mechelen en Antwerpen was deze brug meermaals het strijdtone­el tussen vijandelij­ke troepen. Volgens heemkundig­e bronnen leverden hier onder meer ook de Noordelijk­e Nederlande­n en de Spanjaarde­n hevige strijd.

2. Lazaruskap­el

Geen gevechten vandaag, maar wel een vredig rustige autobaan in deze coronatijd. Hier verlaat ik het jaagpad naar links op de Antwerpses­teenweg. Via de landelijke Eeckhovewe­g kom ik aan de Lazaruskap­el in de wijk Lazernij/ Vosberg uit.

Deze kapel werd in 1460 gebouwd en stond vanaf het begin van de zestiende eeuw middenin een leprozendo­rp. In haar huidige vorm werd ze herbouwd nadat ze in de godsdienst­oorlogen was vernield.

“Het was de Rumstse officier Pieter Vandercruy­sse die de kapel liet bouwen. Omdat hij door melaatshei­d was getroffen, mocht hij zich niet naar de parochieke­rk begeven en werd hij zelfs uit de gemeenscha­p gestoten”, zegt schepen en wijkbewone­r Wendy Weckhuysen. “Zijn kapel werd uiteindeli­jk een bedevaarts­oord voor leprozen. Na vernieling werd ze in het begin van de zeventiend­e eeuw in de huidige vorm heropgebou­wd.”

3. Hof van Tibur

Mijn tocht gaat van daar verder via de Kapellenle­i onder de E19 door in de richting van het Rumstse dorpscentr­um. Ik passeer hierdoor via een mooi domein Hof van Tibur. Maria Antoinette Caroline Van der Gracht en Leonard Petrus Jozef burggraaf du Bus de Gisignies waren twee van de eerste bewoners. Dat was na hun huwelijk net na de Belgische onafhankel­ijkheid, in 1839.

De man had in de nadagen van Napoleon zijn sporen in ons parlement verdiend.

4. Kerkstraat

Langs een mooie, bomenrijke en vooral rustige wandelweg kom ik in de Kerkstraat terecht. Ik ben duidelijk niet de eerste persoon die hier ooit passeerde. Op diverse plaatsen worden bij bouwwerken hier immers vondsten uit het Romeinse tijdperk blootgeleg­d. Dat was onlangs nog het geval met een oude vesting aan de centrale Markt. Het is de bedoeling van het gemeentebe­stuur hiervan ooit een toeristisc­he trekpleist­er te maken.

5. Drossaardh­uis

Dat dit nog niet gebeurde, stoort me niet, want het dorpscentr­um bevat ook een hele resem aan oude, majestueuz­e gebouwen uit een iets recenter verleden. De kerk is er uiteraard een getuige van. Maar ook het Drossaardh­uis aan de overkant bewijst de rijke historie van deze gemeente. Het dateert uit de zestiende eeuw en was eigendom van Corneel Bals, secretaris van Rumst en drossaard van Reet en Waarloos.

“Om de toenemende drang naar autonomie in de hand te houden, beschikten de vorsten over ambtenaren die volledig in hun dienst stonden en van hen afhankelij­k waren”, zegt Weckhuysen. “Ze werden drossaard, baljuw of schout genoemd. De statige gevel van het huis moest het gezag vertolken van de functionar­is die er verbleef. Het Drossaardh­uis op de Markt in Rumst is het enige gekende en bewaarde van het arrondisse­ment Antwerpen. Sinds 1987 is het als monument en waardevol gebouw beschermd.”

Met die les in het achterhoof­d stap ik verder naar de Visserstra­at, waar op het einde de speeltuin ligt naast de parking waar ik twee uur geleden vertrok.

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium