Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Te zomerse Mischa
Het gebeurt maar zelden dat ik mijn echtgenote sprakeloos krijg, maar onlangs is het toch gelukt. We zaten al een hele tijd in lockdown en mijn haartjes werden er niet korter op. Mijn wederhelft begon zich serieus te ergeren aan mijn expansionistische haardos en aangezien een bezoek aan de kapper geen optie was, besloot ze om een tondeuse te bestellen.
Het duurde even tot een internetwinkel werd gevonden die er een in voorraad had. Blijkbaar was ze niet de enige die het kapsel van haar echtgenoot wilde kortwieken. En dan duurde het nog een hele tijd tot het overwerkte koerierbedrijf zijn weg naar Borgerhout had gevonden. Maar een paar dagen geleden lag de tondeuse aan onze voordeur.
De doos zag er alvast beloftevol uit, met opschriften zoals
2x cutting power en advanced blade geometry. Mijn vrouw wilde eerst de handleiding lezen, maar ik dacht daarmee wel genoeg te weten en dook meteen de badkamer in.
Met het enthousiast zoemende machientje (pro power motor!) in de aanslag zette ik de aanval op mijn lokken in en al gauw lag er een bevredigende bos haar op de grond. Het enige dat me lichtjes verontrustte, was de hoeveelheid grijs in dat haar. Nadat ik alles netjes had afgewerkt, ging ik trots naar haar werkkamer om het resultaat te laten zien. Ze staarde me met grote ogen aan. ‘Dus zo ziet totale verrukking eruit’, dacht ik tevreden. Het duurde blijkbaar even voor ze het perfecte compliment kon vinden om de nieuwe, zomerse Mischa te omschrijven, want het enige dat de eerste halve minuut uit haar open mond kwam, was “wa-wa-wa”.
Wat daarop volgde, was heel anders dan wat ik me had ingebeeld: “Wat heb je in vredesnaam gedaan? Je ziet er niet uit! Je lijkt op een neonazi! Nee, op een overlevende van een concentratiekamp!” Pardon? “Je hebt verdorie àlles afgeschoren! Waarom heb je geen opzetstukje gebruikt?” Opzetstukje? Ze herhaalde het woord heel stilletjes, lettergreep na lettergreep. “Ah, die plastic tjoepkes horen niet bij de verpakking?”
Maar vrouwlief kon me niet meer horen, want ze was de kamer uitgestormd. Toen ze wat later terugkwam, duwde ze een grijze muts in mijn handen. “En die zet je de komende week alleen maar af als we in bed liggen. En het licht uit is.”