Gazet van Antwerpen Stad en Rand
BART PEETERS
VERVOLG
ters: Op de dag van een optreden mag hij één uur functioneren. Wij begonnen dan alvast te spelen en Robert arriveerde in een geblindeerde limousine met een zonnebril. Zo is het misverstand ontstaan dat The Radios vijf muzikanten en één popster waren. Maar die limousine was nodig omdat hij zoveel sliep, en die bril om hem te beschermen tegen de lichtshow. Er was bijna niemand op de hoogte. Robert had zelf bepaald dat hij zich niet wilde outen als zieke mens. Ik snap dat, een popster wil niet beroemder worden voor zijn medische fiche dan voor zijn liedjes. Uiteindelijk lag hij al op palliatieve toen hij zei: Nu zou ik mijn verhaal willen doen. We hebben dan een interview geregeld met Humo. Kort daarna is hij van pure uitputting gestorven. Maar wat een krachtig interview was dat. De kunst van het leven is om je niet door de tegenslagen te laten ontmoedigen. Zulke dingen zei hij. Hij was in staat om niet te denken aan de toekomst. Hij keek terug en vond dat hij een mooi leven had gehad. Op een of andere manier was hij het die ons troostte. Later heb ik van mensen die ook tegen kanker vochten, gehoord dat ze dat interview onder hun hoofdkussen bewaarden. Dan weet je dat Robert niet alleen een iconische popster was, maar ook een iconische held in de zin van hoe hij zijn lot wist te dragen.”
Overhemd uit
“Het verwarrende was: Robert was heel levenslustig. Hij was zich bewust van zijn potentieel als sekssymbool en speelde daarmee. Zijn lijf was bijzonder afgetraind en hij trok dikwijls zijn overhemd uit. Hij hoorde ook graag hoeveel meisjes er waren flauwgevallen tijdens optredens. Tachtig in de infirmerie? Goed optreden! (lacht) Als we in eender welk land een restaurant binnenkwamen, gingen alle ogen naar Robert. Ronny en ik deden ons best, maar wij bleven de reserve-popsterren. En Robert genoot daarvan. Ook van de communicatie met het publiek. In Boedapest had iemand hem een zinnetje in het Hongaars geleerd. Ik vrees dat het schuttingtaal was. Dames, ik zou jullie hier ter plekke allemaal, enzovoort … (lacht) Dat gaf een gegil, ik denk dat hij het twaalf keer heeft herhaald. Of in Senegal, misschien wel de schoonste herinnering die ik aan hem heb. Robert was nooit in Afrika geweest. Hij droomde ervan om in Congo te spelen. Daar zijn we nooit geraakt, maar wel in Dakar, in het voorprogramma van Youssou N’Dour. Het was ongelofelijk. Onze mayonaise pakte. 40.0000 mensen gingen uit hun dak. Op een bepaald moment zei Robert: Moi, je suis Africain. Heel dat stadion begon te roepen. Hij was toen al ontzettend ziek, maar dat
“Op zijn sterfbed was hij het die ons troostte.”
gaf hem een ongelofelijke kracht. Als je dat kunt teweegbrengen in zo’n land, weet je dat het potentieel enorm was.”
“Ik denk nog veel aan hem. Maar ik ben een man. En mannen praten niet zo gemakkelijk over hun gevoelens. Ook met Ronny spreek ik er niet gemakkelijk over. Onze communicatie is altijd nogal euh ... gericht. Hij heeft mij een enorm plezier gedaan door mee te zingen op mijn verjaardagsconcerten in de Lotto Arena. Ik twijfelde eerst wat we konden doen. Toen dacht ik: She Goes Nana in het Nederlands, als eerbetoon aan Robert. Ik heb de tekst ’s nachts naar Ronny gestuurd. Ik was onzeker. Voor hetzelfde geld vond hij het slecht. Maar hij stuurde één woord: ijzersterk. En zo hebben we nog eens samen gezongen. Ik bedoel: mooi gezongen, zoals in de tijd van The Radios. Dat hadden we sinds de dood van Robert niet meer gedaan. Omdat het niet klopte. Waar is die derde stem? Het was nog altijd spannend. Maar met z’n tweeën konden we het net bolwerken. Het is misschien wel de beste manier om er na al die jaren iets zinnigs over te zeggen. Muzikanten zijn soms sterker met hun gitaar dan met woorden.”