Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Zo griezelig dat je wel móét luisteren”
Al twintig jaar sprokkelt antropologe Marita De Sterck volksverhalen. De recente bundel Demonen, vol djinns en duivels, bespeelt onze angst voor het kwaad. “Mocht men vandaag polsen naar sterke vijanden, corona zou hoog eindigen.” Als puber hoorde Marita De Sterck (65) op de zolder van café De Kiekenhoeve in Essen heemkundige Alfons Tireliren (stichter van het Karrenmuseum, red.) verhalen vertellen over heksen en weerwolven op de hei. Uit haar kindertijd in de Rupelstreek herinnert ze zich dan weer hoe haar vader waarschuwde voor pekduivels die plots konden opduiken uit het slijk. Zoals blijkt uit De Stercks jongste boek, dwalen soortgelijke afschrikwekkende creaturen niet alleen bij ons rond. Via 57 archetypische volksverhalen jagen in Demonen boze geesten, kannibalen en andere monsters uit 45 cultuurgroepen je de stuipen op het lijf. “Wie vandaag een bundel met volksverhalen samenstelt, moet diversiteit zeker een plaats geven”, vertelt Marita De Sterck. “In Antwerpen alleen al leven 170 nationaliteiten. De meeste verhalen, ook die met niet-westerse insteek, komen van informanten uit de regio. Via oproepen in bibliotheken, inburgeringscursussen of lessen Nederlands voor anderstaligen meldden er zich mensen uit alle windstreken. Vaak vertelden ze en registreerde ik hun verhalen in een bibliotheek of café. Telkens weer viel op hoe men ook aan naburige tafels de oren ging spitsen eens de verteller van wal stak. Je zag andere gasten hun stoel keren en spontaan meeluisteren. Dat illustreert de kracht van vertellen.” Komt bij dat alle verhalen uit Demonen draaien rond een thema dat ons allen intrigeert: angst. “Angst is een basale emotie die universeel is. Overal ter wereld worden bloedstollende verhalen verteld om jong en ouder te behoeden voor gevaar. Tegelijk word je zo een spiegel voorgehouden en besef je dat er ook in jezelf demonen huizen. Literair zijn deze vertellingen interessant vanwege hun spanningsboog. Vaak zijn de verhalen zo griezelig dat je wel moet luisteren.”
Lange Wapper
In Demonen ontdek je bijvoorbeeld hoe in een Marokkaans volksverhaal het meisje Aisha te ver van huis gaat en een ‘ghoul’ ontmoet die haar wil opeten. Of hoe men in Ierland de twaalf gehoornde heksen vreest die een taart bakken van bloed van slapende kinderen. “Tussen de niet-westerse verhalen en die uit onze cultuur kun je interessante parallellen trekken. Zo heeft de ghoul bij Aisha kenmerken van de boze wolf uit Roodkapje. Het delen van angsten werkt louterend en daarnaast reiken de verhalen ook strategieën aan om angsten te bezweren. Hoe gevaarlijk de omgevingen of geducht de vijanden ook zijn, het blijft maar een verhaal. Je kunt het boek altijd meteen dichtslaan.” Bij de Europese volksverhalen die in Demonen goed vertegenwoordigd zijn, tekent Antwerpen present met Lange Wapper. In de gedaante van een jongedame wacht hij haar vier vrijers op. “Vlaanderen heeft een rijke traditie aan kwelgeesten, heksen en weerwolven. Vooral watergeesten zijn populair. Denk aan Knudde of de Nekker, waarnaar in Mechelen de wijk Nekkerspoel werd vernoemd. Lange Wapper heeft me altijd gefascineerd, omdat hij van gedaante kan wisselen en zijn slachtoffers op het verkeerde been zet. Ook in de populaire cultuur is hij een graag geziene gast, zoals in het stripverhaal De zwarte madam van Suske & Wiske. Toen ik als antropologe in het amazonewoud verbleef en men naar een verhaal uit mijn eigen cultuur informeerde, vertelde ik ook over Lange Wapper. De lokale bevolking herkende er kenmerken van hun bosgeesten in.”
Kannibalen
Zo veel culturen, zo veel volksverhalen, maar toch zijn er patronen. “Kannibalen gelden vaak als ultieme vijand, vooral als ze ook nog eens kindjes opeten. Enerzijds zijn ze een boeman voor kinderen, maar anderzijds spelen ze ook op een volwassen angst in. Als je nageslacht belaagd wordt, dreig je ook als groep uit te sterven. Waar kannibalen hebben toegeslagen, blijft er buiten een hoopje mest niets meer van je over.” Afgemeten aan de grote interesse voor het boek ervaart Marita De Sterck dat monstrueuze volksverhalen ook vandaag nog aanslaan. Heeft de coronacrisis daar de hand in? “Misschien. Mocht men vandaag polsen naar sterke vijanden, corona zou hoog scoren. Het virus is een geduchte demon. Corona is als monster onzichtbaar, sluipend, kruipt in ons lijf en hakt in op onze contacten. Op het internet circuleren er al urban legends over spugen als middel om iemand ziek te maken. Ook in de wetenschap wordt over corona gesproken als over een demon. Zo zei viroloog Steven Van Gucht dat we “de duivel terug in zijn kot moeten drijven”. Demonen werd geïllustreerd met lino’s van Jonas Thys. De illustrator is leraar beeldende kunsten aan Academie Noord in Brasschaat en de zoon van Marita De Sterck.
Marita De Sterck Auteur “Het coronavirus is een geduchte demon. Het is als monster onzichtbaar, sluipend, kruipt in ons lijf en hakt in op onze contacten. Op het internet circuleren er al urban legends over spugen als middel om iemand ziek te maken.”