Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“We gaan intenser met elkaar om en leren elkaar zo op een andere manier kennen”
“De spanningen tussen onze bewoners lopen soms hoog op”, zegt Hedwig Mattheeusen (33), die in een van de huizen van vzw OLO Brasschaat twaalf volwassenen met een beperking begeleidt. “Het is een kwestie van voortdurend alert te zijn en tijdig brandjes te blussen. Maar er is ook een mooie kant: door corona is onze band intenser geworden.”
Twaalf volwassenen met een verstandelijke beperking of een autismespectrumstoornis uitleggen waarom ze niet meer naar het dagcentrum kunnen zoals ze al jaren doen, of waarom ze geen wandelingetje meer mogen maken in het dorp. Voor Hedwig Mattheeusen en haar collega’s is het een dagelijkse opgave en dat al vijf weken lang. “Sommigen begrijpen het intussen, maar de meesten blijven elke dag opnieuw vragen waarom. Om het wat duidelijker te maken, hebben we vlaggetjes gehangen. Zolang die vlaggetjes hangen, is het coronaverlof en blijven we binnen, dat herhalen we elke dag. We proberen hen er zo van te overtuigen dat we in vakantiemodus zijn, dat het leuk is. En dat lukt dan voor even, maar soms loopt het mis.”
Koekjes via de webshop
Met twaalf in één huis samen zijn, 24 uur op 24 en zeven dagen op zeven, is voor sommige bewoners moeilijk. “Nochtans hebben we een brave groep die ondanks alles flink luistert en ons blind vertrouwt. Toch moeten we constant alert zijn en snel tussenkomen als prikkelbaarheid of opstandigheid agressie wordt. Voor corona deelden we bijvoorbeeld elke vrijdag zakgeld uit, waarmee ze dan het dorp in trokken. Nu doen we dat niet, maar in de plaats daarvan kunnen ze via ons op de webshop koekjes en drankjes bestellen. Op maandag wordt er normaal geleverd, maar niet op paasmaandag ... Dat heeft de gemoederen serieus opgehitst, tot fysieke agressie toe.” Tot nog toe is niemand besmet geraakt, in een van de andere OLO-huizen wel. “Die bewoner moet op zijn kamer blijven, maar hoe leg je zoiets uit aan iemand met een verstandelijke beperking? Soms reageren ze echt geschrokken als we samen naar het nieuws kijken. Dan wordt er al eens geroepen: wij zitten niet in een gevangenis, jullie mogen ons niet opsluiten. Ik hoop uit het diepste van mijn hart dat ze niet besmet geraken. Daarom ben ik enorm voorzichtig en kom ik als ik niet werk ook niet uit mijn veilige bubbel.”
Hedwig benadrukt dat er ondanks de spanningen ook veel fijne momenten zijn. “Hoewel we niet meer knuffelen, gaan we intenser met elkaar om. Vroeger was ik er vooral om voor hen te zorgen als ze na hun activiteiten in het dagcentrum terugkeerden, meestal moe en weinig van zeggen. Nu bakken we samen taarten of doen we een spelletje. Zo leren we hen op een andere manier kennen en dat is fijn. Toen ik vorig weekend mijn hondje Yoko had meegebracht, waren ze zó enthousiast. Het doet deugd hen in deze moeilijke tijden blij te kunnen maken.”