Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Gouden Spelen na Grooten Oorlog
Precies honderd jaar geleden begonnen Olympische Spelen in Antwerpen (al was de officiële openingsceremonie wel pas op 14 augustus)
Vandaag precies honderd jaar geleden begonnen de Olympische Spelen in Antwerpen, de Spelen van de VIIde Olympiade. In alle opzichten was Antwerpen 1920 uitzonderlijk. Niet alleen omdat het de eerste Olympische Spelen na De Grooten Oorlog waren. Niet alleen omdat België nooit méér medailles haalde dan toen. En ook niet alleen omdat ze haast vijf maanden duurden.
ALLEEN ‘BEVRIENDE’ DEELNEMERS
De Eerste Wereldoorlog zindert nog na wanneer op 5 april 1919 de Olympische Spelen aan Antwerpen worden toegewezen. Hoeft het te verbazen dat de donkere schaduw van de oorlog boven de Spelen hangt? Duitsland en zijn geallieerden Hongarije, Oostenrijk, Bulgarije en Turkije krijgen geen uitnodiging. Rusland, Polen en Roemenië geven niet thuis: die landen zijn of in revolutie of ze kampen met enorme schade en torenhoge schulden. Voor de poort van het
Olympisch Stadion, het stadion van Beerschot, staat niet toevallig niet de alombekende discuswerper, maar een soldaatgranaatwerper. Veel atleten zijn tijdens de oorlog gesneuveld, maar uiteindelijk doen 2.622 atleten mee uit 29 landen, in 22 sporten en 156 wedstrijden: let
the Games begin.
OPENINGSCEREMONIE HAAST VIER MAANDEN NA OPENING
Op 14 augustus 1920 vindt de openingsceremonie plaats, in aanwezigheid van koning Albert I, in het alombekende uniform waarin hij tijdens de oorlog het leger heeft geleid. Op de affiches staan dan wel de maanden augustus en september afgebeeld, maar Antwerpen 1920 staat bij het Internationaal Olympisch Comité (IOC) officieel geboekstaafd als de Spelen die beginnen op 20 april en eindigen op 12 september. Twee wintersporten worden namelijk uitzonderlijk toegevoegd: kunstschaatsen en ijshockey, in het Antwerpse IJspaleis. Zo beginnen de Zomerspelen in april met twee
sporten op ijs, plus het touwtrekken (!) en het boogschieten. PRIMEUR: DE OLYMPISCHE RINGEN
In het stadion wappert een soortement witte vlag met vijf ringen. De sindsdien vermaarde olympische ringen worden in Antwerpen 1920 voor het eerst geopenbaard. Het symbool werd ontworpen door IOC-voorzitter Pierre de Coubertin, die in 1913 een brief schreef en de ringen als briefhoofd gebruikte. In de vlag van elk land ter wereld komt minstens één van de olympische kleuren voor. Bovendien symboliseren ze de vijf continenten en zo is de wereld verbonden.
PRIMEUR (BIS): DE DIEFSTAL
Maar de vlag wordt meteen gestolen. De Antwerpse politie betrapt de atleet wel, maar kan hem niet vatten omdat hij te snel loopt... De dader is, zo blijkt later, de Amerikaan Hal Prieste. De vlag ligt 77 jaar in zijn huis. Op de Spelen van Sydney 2000 biecht de dan 103-jarige Prieste op dat hij het ding had ontvreemd bij wijze van weddenschap en geeft hij hem terug.
PRIMEUR (TRIS): DE OLYMPISCHE EED
“Wij zweren dat we aan de Olympische Spelen deelnemen als loyale tegenstanders, met eerbied voor de geldende regels, en fier om ridderlijk te kunnen strijden voor de eer van ons vaderland en de eer van de sport.” Voor het eerst worden de gevleugelde woorden van de olympische eed uitgesproken. De eer gaat naar Victor Boin. De Belg is dan dé alleskunner van onze nationale sport. In 1908 wint hij zilver met het waterpoloteam en brons in 1912. In Antwerpen wint hij zilver als schermer en hij blinkt ook uit als zwemmer, kunstschaatser en ijshockeyspeler.
EN HET GOUD IN DE SCHILDERKUNST GAAT NAAR…
Een van de Belgische medaillewinnaars is Alfred Ost, die brons behaalt… in de schilderkunst. Van 1912 tot 1948 behoren kunstwedstrijden – architectuur, muziek, schilderkunst, literatuur, beeldhouwen – tot het olympische programma. In 1952 worden ze afgeschaft en vervangt de show bij de openingsceremonie die disciplines.
GEEN OLYMPISCH DORP? DE HOERENBUURT DAN MAAR
Een atletendorp ontbreekt in Antwerpen 1920, daarvoor had de oorlog te diepe financiële wonden geslagen. Dus worden de atleten verspreid ondergebracht. Team Oranje meert aan met de
Hollandia. Het vaartuig is evenwel te klein voor de delegatie en het ligt midden in de hoerenbuurt. Flink wat Nederlandse atleten laten zich gaan. De Nieuwe Rotterdamse Courant heeft het over “De schande van de Schelde”.
De Amerikanen zijn naar Antwerpen gekomen in de
Princess Matoika. Tijdens de Eerste Wereldoorlog deed dat schip dienst om gesneuvelde Amerikanen te repatriëren. De geur van formol en lijken hangen nog in het schip, de atleten worden misselijk of ziek.
De Nieuw-Zeelanders, amper met vier, zijn negen weken en vijf dagen onderweg.
BOKSEN IN DE ZOO, SCHERMEN IN BRUSSEL, ZEILEN IN AMSTERDAM
De meeste wedstrijden vinden plaats in Antwerpen en omstreken. Boksen en worstelen in de Zoo, roeien op het kanaal van Willebroek, kleiduifschieten in een Brasschaats militair kamp, en vanzelfsprekend veel sporten in het Beerschotstadion, zoals atletiek, paardrijden, hockey, turnen, moderne vijfkamp, rugby, touwtrekken, gewichtheffen…
Maar er wordt ook flink uitgeweken. Voetbal wordt gespeeld in het Gentse Ottenstadion of op Union St-Gillis, schermen in het Brusselse Egmontpaleis, zeilen in Oostende. En voor het zeilen met een 12-voeter moet je zelfs naar Amsterdam. Dat heeft een simpele reden: alleen de Nederlanders nemen deel.