Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Voorraad stoffenwinkels al bijna uitgeput
Stoffenwinkels worden overspoeld met bestellingen van mensen die zelf mondmaskers willen naaien
Stoffenwinkels zijn de eerste die op 4 mei opnieuw de deuren mogen openen. De webshops draaiden de afgelopen weken al op volle toeren en zelfs leveranciers krijgen het moeilijk om de winkels te bevoorraden. “Wij zijn een nichemarkt en plots moeten we iedereen bedienen. Het wordt moeilijk om aan de juiste materialen te geraken”, zegt Petra Spruyt van Marie Karo in Mechelen.
Al dagen aan een stuk is Joanna Van Regenmortel samen met haar echtgenoot online bestellingen aan het afwerken. Haar kinderen rijden de omgeving rond om die tot bij de klant te brengen. Joanna is zaakvoerder van stoffenwinkel Bobby Sewing, met vestigingen in Mortsel en Boom. “Maar sinds de lockdown krijgen we bestellingen uit binnen- en buitenland. Ik heb al pakketjes opgestuurd naar dorpen waar ik nog nooit van heb gehoord. Het is erg druk en sinds vrijdagavond is het aantal bestellingen nog eens ontploft.”
Stof, lintjes en elastieken: de benodigdheden om zelf een mondmasker te kunnen maken, vliegen de deur uit. In die mate zelfs dat de leveranciers moeilijk kunnen volgen. “De hoeveelheden die we moeten bestellen, zijn indrukwekkend”, zegt Joanna. “Duizenden meters aan lintjes en elastieken zijn al door onze vingers gegaan. En de bestellingen blijven komen.”
Winkel herinrichten
Bij de heropening van de winkel op 4 mei verwacht Joanna niet dat het rustiger zal worden. “We zijn nu volop bezig met de winkel te fatsoeneren en te herinrichten, zodat we op een veilige manier klanten kunnen ontvangen.”
Ook in Misses Needle uit Turnhout
is het alle hens aan dek. “Wij hebben geen webshop en nu begrijp ik ook goed waarom”, zegt Kaat Swaans, die samen met Els Van Brabant de zaak runt. “Het aantal telefoontjes en berichtjes via e-mail en Facebook is haast niet bij te houden. Van de linten alleen hebben we de laatste week al drieduizend meter verkocht. Zelfs de groothandel begint het moeilijk te krijgen. We vragen dan ook geduld aan onze klanten. Zelf hebben we een zevenhonderdtal mondmaskers gemaakt, maar daar gaan we nu een stop op zetten, zodat we ons kunnen focussen op de winkel.”
Voelen Kaat en Els zullen de klanten die de winkel willen bezoeken, vra
gen om dat met een mondmasker aan te doen. “Maar het is niet evident”, zegt Kaat. “Stof, dat is iets dat je moet voelen, maar in deze tijden is dat natuurlijk geen al te best idee. We hadden gehoopt dat er vanuit de overheid toch iets van tips of richtlijnen zou komen over hoe we die heropening kunnen organiseren. Voorlopig is het roeien met de riemen die we hebben.”
Ook in Mechelen zijn gelijkaardige verhalen te rapen. Bij Marie Karo, van zussen Petra en Eva Spruyt, wordt het ook moeilijk om aan de juiste stoffen en toebehoren te geraken. “De vraag is gewoon heel groot”, zegt Petra. “Wij zijn een nichemarkt en daar zijn ook de leveranciers op ingesteld. Maar plots zoekt iedereen materiaal om mondmaskers te maken. Niet alleen in België, wereldwijd. En veel van de specifieke stoffen komen uit Azië, waar ook massaal mondmaskers worden gemaakt. Een fabriek in Italië, waar wij ook mee samenwerken, heeft een tijd haar productie moeten stopzetten vanwege de coronacrisis. Dat helpt natuurlijk niet. We gaan dus druk moeten rondbellen naar onze leveranciers, maar we horen nu al dat het bij velen wachten is tot 18 mei. En wanneer onze winkel op 4 mei opnieuw de deuren mag openen, heb ik echt geen idee waar ik me aan moet verwachten.”