Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Homohaat neemt toe na opflakkering in Zuid-Korea
Contactonderzoek kan ook snel ontsporen
De uitbraak in Zuid-Korea wordt gelinkt aan een homoseksueel. Het wakkert de homohaat aan en maakt van contact opsporing een nachtmerrie. Zondag waren er een tiental nieuwe infecties met Covid-19 en gisteren dertig nieuwe infecties. Voor Zuid-Koreanen is dat geen dagelijkse kost. Dankzij testen op massale schaal en het fijnmazig opsporen van de contacten van elk ‘verdacht’ geval, leek Zuid-Korea de uitbraak onder controle te hebben. Het land kreeg daar ook internationale lof voor.
Vorige woensdag versoepelde het land de anderhalvemeterregels. Bars gingen terug open. Maar nog geen week later kampt hoofdstad Seoul al met een nieuwe uitbraak. Blijkbaar liep het mis in de hippe, multiculturele uitgangsbuurt Itaewon. De wijk heeft naast veel bars en restaurants ook een hoge concentratie aan bars voor holebi’s en transgenders.
Het Zuid-Koreaanse contactopsporingsteam ontdekte dat minstens 79 nieuwe besmettingen zijn gelinkt aan een man van 29 jaar, die op kroegentocht ging. Zijn nachttraject kwam openlijk online, zoals gebruikelijk is. Algauw meldde de een belangrijke Zuid-Koreaanse krant gelinkt aan evangelisch-christelijke middens, dat hij een reeks holebiclubs afging.
Onmiddellijk verschenen er haatdragende boodschappen en vileine foto’s op sociale media. Chingusai, een belangenvereniging voor
Kookmin Ilbo, holebi’s, noemde de berichtgeving “stigmatiserend”. “Die dreigende taal ontmoedigt mensen die in contact kwamen met een virusdrager om zichzelf aan te geven, uit schrik voor een gedwongen outing.”
In Zuid-Korea is de maatschappelijke aanvaarding van homoseksualiteit laag. Er zijn geen antidiscriminatiewetten en uit de kast komen leidt er vaak tot ontslag, familieruzies of zelfmoorden. “Mijn moeder zei me dat ze geen zoon zoals ik nodig had”, vertelde een jonge Zuid-Koreaan tegen de BBC, toen een kwade collega zijn geaardheid aan de grote klok hing. De afkeer wordt vooral vertolkt door de evangelische christenen van Zuid-Korea. Zij maken 27,6% van de bevolking uit, in het traditioneel boeddhistische en confucianistische land. In 1945 waren er amper 2% christenen. Maar een stevig bekeringsoffensief vanuit de VS, na de Koreaanse oorlog (1950-1953), deed de aantallen groeien. Die evangelische kerken stellen homoseksualiteit voor als zondig en bedreigend. Vandaag zijn er tientallen christelijke scholen, media en universiteiten die een reactionaire agenda promoten.
Houdbaar model?
Het roept de vraag op of het vrij invasieve model van Zuid-Korea, met massief testen en contactopsporing van alle probleemgevallen, op termijn wel houdbaar is. Dit is immers niet de eerste keer dat het systeem een zwaar stigma afroept op de patiënten. Inwoners van de stad Daugu, waar een eerste uitbraak in een sekte ontstond, klagen nog altijd over “verachting” die ze online en offline van anderen voelen. “Vergeet je vooroordelen, wij zijn ook deel van Zuid-Korea”, staat er op papieren zakjes in lokale bars.
Volgens NPR-correspondent Anthony Kuhn is schaamte een essentieel bijproduct van het systeem. “Ten tijde van de MERS-uitbraak was alles discreter, maar online fora begonnen informatie op te vragen en mensen te berispen op hun gevaarlijk gedrag”, zegt hij vanuit Seoul. “Nu krijg ik dagelijks wel 46 automatische alarmen over een patiënt die op een bepaalde locatie dicht bij mij kwam en waar ik allerlei details over kan terugvinden.”