Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Zomerschool nodig voor zes op de tien kinderen in basisonderwijs stad
In Antwerpen dreigt leerachterstand voor 89% scholieren eerste graad
Zomerscholen moeten jongeren op een speelse manier behoeden voor leerachterstand. In de provincie Antwerpen heeft 38,5% van de leerlingen in de basisschool extra aandacht nodig om leerachterstand te vermijden. Aandacht die ze de voorbije twee maanden te weinig hebben gekregen. In de stad Antwerpen ligt hun aantal zelfs op 62%. En in de eerste graad van het secundair onderwijs dreigt een leerachterstand voor maar liefst 89% van de 12- tot 14-jarigen. Ook in veel randgemeenten is de leerachterstand reëel. Het provinciebestuur wil de gemeenten daarom ondersteunen bij de inrichting van zomerscholen.
Zomerscholen zijn nodig om de dreigende leerachterstand bij 4tot 14-jarigen te beperken. Het provinciebestuur ondersteunt elk initiatief. “Het wordt een gigantische opdracht. We moeten iedereen vragen wat hij of zij kan betekenen om die kwetsbare jongeren te helpen”, zegt gedeputeerde Kathleen Helsen (CD&V).
“Ik maak me grote zorgen”, zegt Helsen. “Ouders moesten de voorbije maanden mama of papa zijn, maar ook werknemer en leerkracht. Maar zij kunnen een leerkracht niet zomaar vervangen. In onze provincie lopen zo’n 100.000 kinderen tussen 4 en 14 jaar ook zonder coronacrisis al een risico op leerachterstand. In normale omstandigheden krijgen zij extra aandacht, die ze nu hebben moeten missen. Een groot aantal was de voorbije weken zelfs niet te bereiken.”
Het onderwijs hanteert een andere thuistaal, een schooltoelage en een laag opgeleide moeder als criteria om een kind met risico op leerachterstand te omschrijven. In de provincie Antwerpen valt 38% van de basisschoolkinderen onder die noemer. Bekijken we dat per gemeente, dan valt op om hoeveel kinderen dat vooral in de centrumsteden gaat. In Antwerpen gaat het in de basisschool om 62% van de leerlingen, 39.675 kinderen in absolute cijfers.
“Daarom moeten we dringend actie ondernemen”, meent Kathleen Helsen. “De helden van het onderwijs moeten nu opstaan. We hopen zo veel mogelijk mensen met een pedagogische achtergrond, maar ook maatschappelijk werkers, pedagogen, ergotherapeuten en psychologen als vrijwilliger in te schakelen in diverse concepten van zomerscholen. Afhankelijk van de noodzaak gaat het dan om spelend leren of om een meer een remediërende aanpak.”
Beels: “We zijn daar mee bezig”
Het provinciebestuur zorgt voor vorming, begeleiding en materiaal. Maar het zijn de gemeenten die moeten onderzoeken of zomerscholen kunnen worden georganiseerd. “We zijn volop bezig met het concretiseren van de aanpak voor zomerscholen, zowel voor het basisonderwijs als voor het secundair onderwijs”, zegt Antwerps schepen van Onderwijs Jinnih Beels (sp.a). “We proberen alle scholen van de stad over alle netten heen mee te trekken in het verhaal. Maar het wordt in veel scholen een huzarenstukje. Er moeten genoeg begeleiders en leerkrachten bereid zijn om mee te doen. Dat moeten mensen zijn die pedagogisch opgeleid zijn, anders heeft het geen zin dit vanuit scholen te organiseren. De steun van de provincie is al mooi, maar we kijken naar Vlaanderen om de vrijwilligers te kunnen vergoeden.”
In Schilde, waar 12,5% van de leerlingen van het basisonderwijs in de categorie met moeilijkheden zit, wordt minder aan zomerscholen gedacht. “De lagere scholen zijn niet geneigd zomerscholen te organiseren”, zegt schepen van Onderwijs Kathleen Krekels (N-VA). “We hebben onze leerlingen tijdens de crisis redelijk goed kunnen bereiken. Er is ook al zo veel inzet gevraagd van de leerkrachten de voorbije periode dat de scholen niet geneigd zijn hen te vragen in de vakantie verder te doen.”