Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Water en vuur verzoenen
Je moet het ijzer smeden als het heet is, dachten ze bij het ACV. Er is geen beter moment om opslag te vragen voor de zorgsector dan nu. Bovendien maakt het vooruitzicht van duizenden extra werklozen de weg vrij voor een discussie over arbeidsduurvermindering en -herverdeling. Komt daarbij dat corona ons gewezen heeft op de kwetsbaarheid van onze gezondheidszorg en ons sociaal beleid. Er vallen dus wel wat argumenten te bedenken om niet gewoon weer in de ratrace van het precoronatijdperk te stappen eens dit virus bedwongen is. ACV-voorzitter Marc Leemans pleitte in zijn Rerum Novarum-toespraak voor arbeidsherverdeling met premies van de overheid voor mensen die minder willen werken. Zo komen er banen vrij voor anderen. Hij stelt zelfs voor om het SWT opnieuw gemakkelijker te maken. Oudere werknemers worden volgens hem de eerste slachtoffers van de crisis. Brugpensioen moet hen behoeden voor werkloosheid. Luc Van Gorp, voorzitter van de CM, vroeg in zijn speech een loonsverhoging voor het zorgpersoneel en extra mensen voor de woonzorgcentra. Het zijn begrijpelijke vragen van een sociale organisatie. Behalve dat SWT dan. Zo veel mogelijk mensen aan het werk houden, dat blijft de boodschap als je uit een economische crisis wilt geraken. Er op voorhand van uitgaan dat oudere werknemers dan maar beter vroegtijdig aan de kant worden geschoven omdat ze toch geen kans maken op een baan, staat haaks op die boodschap. Als het ACV echt een nieuwe samenleving wil na corona, moet het niet grijpen naar uitgeleefde middelen van de oude. Maar het grootste probleem van al deze voorstellen is toch wel dat ze veel geld kosten. En dat geld is er niet. De woorden van Marc Leemans waren woensdagavond nog niet koud, of er was al een reactie van Voka Antwerpen. In de eerste paragraaf van de tekst worden de voorstellen van Leemans krachtig van tafel geveegd wegens onbetaalbaar en vervolgens vraagt Voka een hele reeks investeringen die nodig zijn om de economie opnieuw op de sporen te krijgen. En ook die Voka-voorstellen kosten geld. Veel geld. De discussie tussen beide organisaties maakt duidelijk hoe moeilijk het zal zijn om een post-coronasamenleving op te bouwen, zeker zonder een slagkrachtige regering. De standpunten van werknemers en werkgevers liggen mijlenver uit elkaar. Toch zijn de sociale partners een zeer belangrijke speler in het hele verhaal. Water en vuur zal de nieuwe regering moeten verzoenen. Veel geld zal ze daar niet voor hebben. Veel moed zal ze moeten opbrengen, want voor elke maatregel zullen er heftige voor- en tegenstanders zijn. Op de mannen en vrouwen die nu over een regering aan het onderhandelen zijn, rust een enorme verantwoordelijkheid, die met de dag groter wordt. Kunnen ze die aan? En wat als ze dat niet kunnen?