Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Mondmaskers: het nieuwe zwerfvuil
Mondmaskers zijn voorlopig vooral een marginaal gegeven”, postte ik een tijd geleden nogal impulsief op Facebook. De dubbele bodem lag er niet zomaar. Hoe verder weg van de Cogels Osylei, hoe dichter bij een Aldi, hoe meer mondmaskers je zag, toch? Hoewel, was dit niet jongleren met vooroordelen of hopeloos stigmatiseren? Echt veel ‘vind ik leuks’ kreeg ik alvast niet.
“Je slaat de bal gigantisch mis”, meldde een kameraad.
Kort daarop zag ik een foto verschijnen van een bevriende universiteitsprofessor met een mondmasker. Even inbinden leek de boodschap.
Toch bleef het nieuwe normaal fascinerend. Op de Gitschotellei zag ik een kerel met een mondmasker iemand met de blote hand een high five geven. Op weg naar het sorteerstraatje in de Bacchuslaan kwam ik iemand tegen met een mondmasker en een blote neus. En eenzaam fietsen met plastic handschoenen en een mondmasker, waarom? Dat ene citaat in een andere weekendkrant was voor mijn part geestig. “Mannen die alleen in een auto zitten met een mondmasker op, dragen die ook een condoom als ze alleen in bed liggen?”
Enfin, intussen zijn we eind mei. “Een nieuwe lente en een nieuw geluid”, zo start het gedicht van Gorter. Daar kan je wat aan toevoegen. Zoals een nieuw zwerfvuil. Want wat ligt er tegenwoordig op de grond in of rond het Te Boelaarpark? Juist, mondmaskers. Ook elders in de stad is het blijkbaar een nieuw fenomeen, inclusief gedumpte plastic handschoenen. De afbraaktijd van een mondmasker zou 250 jaar bedragen, las ik alweer op
Facebook. Waarna dit nog passeerde. “Zijn dit mensen die terugkeren van de bakker, plots een vals sms-berichtje krijgen: En dan in pure euforie het masker van hun gezicht rukken en weggooien?” Eén ding is zeker.
Mondmaskers als zwerfvuil?
Marginaal! Daar neem ik deze keer geen letter van terug.
De meesten hadden net hun caravan lenteklaar gemaakt na een winter hunkeren naar de buitenrust, toen door de coronamaatregelen de campings dicht moesten. Het standgeld was betaald, de taks op tweede verblijven aan de gemeente, maar de mensen konden niet naar hun paradijsje. “We hebben de gazonnetjes zo goed mogelijk proberen te maaien”, zegt Angelique Van den Boogaard, verantwoordelijke van camping Floreal-Het Veen. “De bar, cafetaria, sportterreinen, speeltuintjes en het sanitair blijven wel gesloten. Alleen wie zelfredzaam is, kan dus komen. We zien dat de meesten direct naarstig beginnen poetsen en maaien. Door de droogte mogen ze hun caravans niet met de slang afspuiten, maar met een emmertje afwassen mag wel.”
Glamping zonder sanitair
De camping neemt intussen ook weer reservaties op, allemaal wel onder voorbehoud. “En er komen veel telefoontjes binnen”, stelt Angelique vast. “Ze tonen begrip dat we afhankelijk zijn van de beslissingen van de Veiligheidsraad. Zo kunnen we hen nog geen zekerheid bieden of de glampingtenten verhuurd kunnen worden deze zomer, want