Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Het nieuwe werken
FOTO'S FVV, JVDP, RR Combinatie thuiswerk-kantoorwerk is nieuwe normaal Einde van de ‘eilanden’ op kantoor Woon-werkverkeer weer meer met auto ● ●
Lode Godderis Professor KULeuven “Thuiswerk voelt nog wat abnormaal, maar werknemers zijn het evenwicht aan het vinden.”
We merken dat de crisis onze visie op de samenleving een heel andere richting uitstuurt. Maar wat erna? Hoe zal de wereld eruitzien? En gaat Covid-19 definitief onze manier van werken veranderen? “Het zal nooit meer hetzelfde worden”, zeggen experts. “Heropleiden: dat moet het nieuwe credo worden”, vindt arbeidsmarktspecialist Stijn Baert (UGent).
Wie vandaag van thuis uit werkt, meestal vanuit een geïmproviseerde werkplek, moet binnenkort weer naar kantoor. Net als vroeger. Maar ‘als vroeger’, kan dat wel? Niet helemaal.
MINDER KANTORENCOMPLEXEN, MEER ‘FLEXPLEKKEN’
Grote kantorencomplexen langs drukke gewestwegen gaan definitief tot het verleden behoren, voorspelt Eduard Cambier, voorzitter van de Belgian Workspace Association. “Nu al hebben multinationals als Solvay, Netflix en Coca-Cola aangekondigd te gaan snoeien in hun vastgoed. Hun hoofdkantoren zullen kleiner worden. Werknemers zullen dichter bij huis terechtkunnen op flexplekken, beter bekend als satellietkantoren.”
“Wellicht gaan we naar een toekomst waar we één of twee dagen zullen telewerken en twee dagen naar onze flexplek gaan. Werknemers zullen over tien jaar van hun bedrijf wellicht een badge krijgen om zo goed als overal te gaan werken. We zullen pendelen van ons bureau in een Hilton of Sheraton naar het hoofdkwartier om te eindigen in een kleinere co-workplek, met koffiebar.”
Maar wat dan met de veiligheid? Cambier: “Alle werkomgevingen zijn intussen coronaproof gemaakt. Al onze vergaderruimtes kunnen worden afgesloten, de gemeenschappelijke co-workplekken hebben plexischilden die de bureaus scheiden. Er zijn mondmaskers en handgels.”
THUISWERK, EEN BLIJVER
Lode Godderis, professor Arbeidsgeneeskunde aan de KULeuven, denkt dat de boost die thuiswerk nu heeft gekregen zo groot is dat het minstens voor een deel permanent zal blijven bestaan. “Heel veel werkgevers hebben erin geïnvesteerd en extra computers, laptops enzovoort gekocht. De stap naar thuiswerk is nu echt wel gezet.”
Zeker als we langer blijven thuiswerken, want dan zullen we nog meer in die routine komen. “Nu voelt dat nog wat abnormaal, maar de mensen zijn dit evenwicht aan het vinden.”
LANDSCHAPSBUREAUS ZIJN PASSÉ
Wel ten dode opgeschreven: de landschapskantoren (iedereen aan open eilanden, soms volgens het clean desk-principe) die veel bedrijven de laatste jaren hadden geïnstalleerd. “Dat is uit verschillende onderzoeken gebleken”, stelt Godderis. “Dit is al een tijd niet meer de standaard en ik verwacht dat de huidige crisis zal bijdragen tot de verdere afbouw van dat soort kantoren.”
“We gaan naar ruimtes waar geconcentreerd alléén kan worden gewerkt, in combinatie met vergaderzalen en flexruimtes waar mensen in overleg kunnen gaan, kunnen brainstormen en wat meer prikkels kunnen hebben. Thuiswerk zal daar een belangrijk onderdeel van zijn.”
MINDER MET OPENBAAR VERVOER, MEER MET DE AUTO
“Tegelijk beginnen mensen ook de nadelen van thuiswerk in te zien”, stelt transporteconoom Roel Gevaers (UAntwerpen). “Het sociaal contact is weg, de videocalls lopen niet zoals het moet. Het begint te wegen. We verlangen weer naar een normaal kantoor.”
Of we dan allemaal weer in de file zullen gaan staan op weg naar dat kantoor? “Ik kan me niet voorstellen dat bijvoorbeeld de ambtenaren, die veelal gewoon zijn om de trein te nemen, op 1 september plots en
masse op dat perron zullen staan. Sommigen zullen de wagen nemen, uit angst besmet te worden. De vraag voor velen onder ons zal zijn: springen we massaal weer in onze wagen en creëren we meer files? Als je nu een enquête zou houden, vermoed ik dat het merendeel van de pendelaars zou zeggen eigen vervoer te verkiezen.”
WERKGEVER MEER MACHT, WERKNEMER MINDER MACHT
Wat de werknemer ook zal willen, hij zal niet zomaar zijn eisen kunnen stellen. Terwijl vroeger de werkgevers wegens de krapte op markt moesten vechten voor het beste personeel, gaat dat nu keren. Omdat er door de crisis wellicht veel jobs zullen sneuvelen – schattingen lopen uiteen van enkele honderden over duizenden tot zelfs honderdduizend – zullen er meer kandidaten zijn voor minder vacatures. “Daardoor zullen de machtsposities veranderen”, legt Stijn Baert uit. “Werknemers zullen minder mogelijkheden hebben om op tafel te kloppen. Als het op loon- en arbeidsvoorwaarden aankomt, zal er minder onderhandelingsmarge zijn.”
HEROPLEIDEN WORDT HET NIEUWE CREDO
Nu er meer mensen op zoek moeten naar een nieuwe job, blijven knelpuntjobs dan nog knelpuntjobs? “Wellicht wel”, aldus Baert. “De mismatch tussen de scholingsgraad van werkzoekenden en de vaardigheden die werkgevers vragen blijft. Er zullen sowieso meer jobs komen voor beveiliging en nog meer in de gezondheidszorg, maar makkelijk zullen die niet worden ingevuld.”
Daarvoor moeten mensen worden heropgeleid. “Daarom moeten we de crisis aangrijpen om dat massaal te gaan doen. Ter vergelijking: in Scandinavië worden mensen drie keer meer opgeleid in hun actieve beroepsleven dan bij ons. Uit studies blijkt bijvoorbeeld dat werknemers die uit een menswetenschappelijke richting komen goed opgeleid kunnen worden om specialisten te worden in de technologie van artificial intelligence. Ze zouden zelfs flexibeler zijn in het uitvoeren van jobs in die specifieke sector.”
Alleen: sommige werkgevers staan nogal weigerachtig tegenover herscholingen. “Omdat ze schrik hebben dat ze hun mensen aan het opleiden zijn voor de concurrentie.”
ONZE PRIVÉ WORDT BELANGRIJKER
Zelfs wanneer werkgevers kunnen herscholen, is de vraag of we echt een andere wending aan onze carrière willen geven.
Baert: “Uit onze enquête blijkt dat velen met andere prioriteiten naar de arbeidsmarkt zullen gaan kijken. Meer dan de helft van de respondenten denkt door deze crisis meer belang te zullen gaan hechten aan de balans tussen werk en privé. Alleen is het zeer de vraag of een substantieel deel van de Vlamingen deze voornemens zal waarmaken.”
TOVERWOORD: FLEXIBILITEIT
“We zullen ons hoe dan ook soepeler dan ooit moeten gaan opstellen op het werk”, zegt Stijn Baert.
Wouter De Geest, voorzitter van de Vlaamse werknemersorganisatie Voka, pleit bijvoorbeeld voor meer mogelijkheden om ‘s nachts te werken. Tegelijk wil hij dat werknemers meer vrijwillige overuren kunnen presteren zonder extra loon of inhaalrust en hoopt hij dat in veel gevallen het verlof in de grote vakantie wordt uitgesteld. “We gaan deze zomer, als het virus afzwakt en de economie weer zuurstof krijgt, toch niet massaal met verlof gaan en alles weer stilzetten?”
Dat vraagt heel veel flexibiliteit, zegt Baert. “Aan de andere kant zit je ook met de werknemersorganisaties die pleiten voor arbeidsduurverkorting, met behoud van loon.”
Dat zou leiden tot minder fysieke contacten, redeneren ze. Wat dan weer goed is voor onze gezondheid. Baert heeft er zo zijn twijfels over. “We kunnen niet én minder gaan werken én tegelijk evenveel verdienen én een steeds betere gezondheidszorg uitbouwen. We zullen hoe dan ook keuzes moeten maken, aan beide zijden.”