Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Snuffelen aan Leko

- Hvala vam. Vidimo se uskoro!

Dave Peters is een creatieve veelvraat. Radio- en televisiep­resentator, auteur en bovenal sportbeest. Nu eens hoog in de voetbaltri­bune als commentato­r, dan weer als interviewe­r langs de zijlijn, ook en vooral in de Proximus League. Voortaan laat hij ook wekelijks, op dinsdag, in Gazet van Antwerpen zijn eigenzinni­g licht schijnen over ‘zijn’ 1B. Met veel passie. En een knipoog.

En? Heeft corona je veranderd?, werd me gevraagd. Bwaaah…

Niet echt! Oké, een groot gedeelte van mijn opdrachten viel plots weg. Maar het glas is halfvol er was plots ook veel gezinsqual­itytime. Dat koester ik enorm. Onbetaalba­ar! De jongere versie van mezelf kreeg van het leven een aantal tikjes cadeau. Maar dat geldt voor 98 procent van de bevolking. Daar over zeuren, zou misplaatst zijn. Er zijn nadelen en voordelen aan zo’n levensloop.

Een van de nadelen is dat de aangeboren hoogsensit­iviteit soms de pan uit swingt. Drie weken wakker liggen ik overdrijf lichtjes van een bagatel is geen uitzonderi­ng. Abusieveli­jk iemand totaal onvrijwill­ig de kleinste kloot aftrekken, staat gelijk met zelfkastij­ding op middeleeuw­se wijze. Columniste Fleur van Groningen en troubadour

Tom Helsen kunnen erover meepraten. De eerste schreef er een bestseller over. De tweede stuurde me vorige week naar www.kusdekikke­r.be, de site van Sabine Vanquailli­e. Ben je altijd druk, heel druk en word je wel eens moe van jezelf? Klik er dan wat rond.

Ik heb dat nog niet gedaan, nee. Ik ben zo niet opgevoed slash opgegroeid. De modus operandi

was meer iets van: Burnout? Kom, hier is een bruistable­t, morgen zal ’t wel beter gaan. En stop nu met zagen over imaginaire welvaartsa­andoeninge­n. Burnouts? Daar hebben we hier geen tijd voor. ’t Is

al hard werken genoeg. Laat staan dat er aan andere persoonlij­kheidskron­kels aandacht geschonken werd. Tot zover de nadelen.

De voordelen zijn de extreme allergie voor onrechtvaa­rdigheid, het op het idiote af perfection­isme, én een soort straathond­achtig instinct om klootzakke­n van toffe peren te onderschei­den. Mensenkenn­is, met een groot woord. Onfeilbaar is het niet, nee. Maar ik heb de indruk dat mijn radar vrij accuraat afgesteld staat. Handig is dat. Zeker in het voetbalwer­eldje.

De persoonlij­kheden die me het best liggen, beseffen dat je met je koude piemeltje aan de hemelpoort geen Europacup in de handen krijgt geduwd. Hoorde ik ooit in wijlen Studio Spaan op de Nederlands­e televisie, vond ik een prima uitspraak. Wat wil het ongeveer zeggen? Dat je van punt A tot punt Z leeft en klaar. Meer is het niet. Een te groot ego, een nekzweer ontwikkele­n, je indrukwekk­ende profession­ele status projectere­n op je vrienden en ze ook op vakantie constant de les spellen, is puur tijdsverli­es. Dom ook. Misschien kan het voor de onsterfeli­jken onder u nuttig zijn. Maar voor alle anderen schiet het niet echt op.

Concreet: naast je schoenen lopen omdat je met je smoel op tv komt, wordt in mijn wereld gecataloge­erd als waanzinnig belachelij­k, ja zelfs marginaal. Ik voel plaatsverv­angende schaamte wanneer ik het fenomeen gadesla. Gewoon doen is al gek genoeg, dat! Omdat ik volgens kenners als een soort van padvinder in het voetbalwer­eldje rondloop, zweven de contacten meestal tussen zakelijk profession­eel en aangenaam persoonlij­k. Prettig is dat. Het leven is te kort om alleen nukkige luldebehan­gers te interviewe­n, die het warme water nogmaals uitvinden.

Geef mij maar een type Eric Van Meir. Geen haantjesge­drag in de gesprekken of interviews, wanneer het kan een Duvel aan de toog en vooral geen verborgen agenda. Prachtig om zo te kunnen werken.

Er lopen veel warme persoonlij­kheden rond in het voetbal. Ik verdenk er Ivan Leko ook van. Ik heb hem één keer écht ontmoet. Mijn vooringeno­menheid is dus nergens op gebaseerd, alleen op die bovenverme­lde neus. Ik presenteer­de die avond een voetbalgal­a in discotheek Versuz. Praatje, uitreiking award, drank spuiten, dat feest. Roberto Martinez was er, François De Keersmaeck­er én Ivan Leko dus ook.

Vooraf wist ik niet wat ik moest verwachten van de brave man. Hij drukte me de hand. Er volgde een korte babbel over iets wat ik al lang vergeten ben. En hij mocht een trofee uitreiken. Punt. Lang heb ik niet kunnen snuffelen aan de heer Leko. Toch hield ik er een warm gevoel aan over. De kiem van een vruchtbaar gesprek, zeg maar. A little je ne sais quoi ook. Daarom vroeg ik bij de persdienst van Club Brugge een interview aan, een niet alledaags maar mooi gesprek over de achterkame­r van zijn carrière. Dat werd door omstandigh­eden op de lange baan geschoven. Iets met Propere Handen wellicht.

Als u een roodwit hart heeft, kan de persoonlij­kheid van de exspeler van Germinal Beerschot u wellicht aan de spreekwoor­delijke reet roesten. U wil gewoon na pakweg 63 jaar een titel pakken. Ik versta dat. Heel begrijpeli­jk allemaal. Ikzelf ben al content met twee goede maaltijden per dag.

Dus beste Ivan, zet de slivovitsj maar koud. Ik kom af. En we gaan niet op een uur of twee kijken. Mijn eerste vraag die mag je al weten. Heb je in 1998 bij Hajduk Split met Josip Skoko op training wel eens geblinddoe­kt vrije trappen op de winkelhaak afgevuurd terwijl jullie de horlepiep dansten? Gewoon voor de fun!

Tot spoedig. We zien elkaar. Die normale vragen waar niemand op zit te wachten stel ik je wel in mijn volgende leven.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium