Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Dag Antwerpen, hallo Holland
Ik heb ze onderhand wel gezien. Die vier muren van mijn huis. Nog nooit heb ik ze zo grondig bestudeerd als de afgelopen maanden. Elk vlekje op de witte verf is intussen gecatalogiseerd. Elke kamerplant verpot, elke terrasplant gesnoeid, elke keukenkast opgeruimd. En nee, verder dan dat wilde ik niet gaan. Geen grote kelder- of zolderlentepoets. Ik poets niet graag. En al helemaal niet als ik zogezegd niets beters te doen heb.
Ondertussen is dat hele binnenzitten wel wat geminderd. De zon liet zich al van zijn betere kant zien en we mogen ook weer wat meer vrienden ontmoeten. Maar toch worden we nog elke dag een keer of vijftig met onze neus op de feiten gedrukt: het virus is nog niet overwonnen. Jongeren, houd jullie in! Alsof elke twintiger of dertiger een potentiële lockdownpartyganger is.
Ik werk ook nog steeds van thuis uit, waardoor ik die vlekjescatalogus nauwgezet kan aanvullen wanneer ik nog maar eens met mijn boodschappentas langs de muur schuur. Afgelopen weekend moet zowat het eerste moment in ruim drie maanden geweest zijn dat corona eens niet alles overheerste. (Nee, dat wil niet zeggen dat ik mijn frak heb geveegd aan de regels, voor de foeteraars die al bijna naar Twitter grepen). Met een aantal vrienden zakten we af naar een groot veld in Holland. Weg Antwerpen, weg muren, weg pushberichten. Gewoon een tentje, zon, zwemmen in een meer, zelfgemaakte cocktails drinken, kampvuur maken, gemiste verjaardagen inhalen, bijbabbelen tot een kot in de nacht, en de volgende dag:
Mijn god wat had ik dat gemist. Dat besef kwam nog harder binnen daar, ergens op het platteland tussen de wiegende populieren en de miljoenen muggen die duidelijk ook al te lang geen mens meer hadden gezien. Nooit gedacht dat er een moment zou komen waarop een weekendje weg met vrienden zijn vanzelfsprekendheid zou verliezen. Maar jongens, wat maakte dat die drie dagen des te schoner.
repeat.