Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Zo beleef je Zweden in ons land
Houten huisje, vijver en vuurkorf in het bos: The Forest brengt Scandinavië naar Tielt-Winge
Een bos, een houten huisje, een vijver en een kano. Meer heb je niet nodig om je in Zweden te wanen. En dat is precies wat je vindt bij tiny house The Forest in TieltWinge, in de buurt van Leuven. Jérôme De Troostembergh bouwde er een charmant huisje in Scandinavische stijl. De gele kano en de vuurkorf maken het helemaal af.
Het is misschien ongepast in deze coronatijden waarin veel winkels op de rand van het faillissement balanceren om reclame te maken voor grote ketens, dus ik zal geen namen noemen. Maar als je een Zweedse picknick wil aanschaffen, is er aan de Boomsesteenweg in Antwerpen wel een Zweedse meubelketen waar je ook eten kunt kopen. Niet zo’n idyllische omgeving natuurlijk maar mijn theorie is: elk vakantieland heeft zijn eigen Boomsesteenweg. Je kunt alle mooie plekjes gezien hebben en op Instagram elke dag tientallen foto’s van de meest fotogenieke locaties hebben gepost, maar je hebt een land pas écht gezien als je ook de lelijke kant hebt ontdekt. Of ondergaan, dat is in die context misschien een betere woordkeuze.
Op vakantie in Schotland fotografeerde ik vorig jaar de allermooiste landschappen, maar we logeerden ook een nacht in een deprimerende buitenwijk met sociale woningen, waar ik een foto maakte om mezelf eraan te herinneren dat een vakantie geen aaneenschakeling is van mooie ontspannen momenten. Er is altijd een dag dat je ergens belandt waar het zoveel lelijker is dan wat je had gehoopt, waar de mensen je afsnauwen of een dag waarop de sfeer onder nul zakt omdat iedereen van je reisgezelschap honger heeft, je verkeerd bent gereden en het bed waarin je de nacht doorbrengt veel te hard is. Ook dat is reizen. De kunst is om daar dan zo snel mogelijk de humor van in te zien.
Elandworstjes en knäckebröd
Dus begint mijn trip naar Zweden in een rij met dranghekken, waar mensen verveeld op hun gsm staren en elkaar wantrouwend aankijken. Geen idee of ze dat in Zweden ook doen, maar ik vermoed het wel. Sinds de hoeraverhalen over de Zweedse aanpak van de coronacrisis wat getemperd zijn, zullen ze daar ook wel afstand houden. Maar toch ben ik blij als ik met een zakje elandworstjes, een pak knäckebröd, een potje haring en gravad lax (gemarineerde zalm) in de auto stap voor het echte avontuur.
Jérôme De Troostembergh opent de poort van het stuk land waarop zijn huisje ligt met een afstandsbediening. Hij komt wat later, want hij heeft nog een vergadering.
Jérôme De Troostembergh
The Forest
“Mensen komen hier om te onthaasten, om tijd door te brengen met hun geliefde en om los te komen van die eeuwige gsm.”
Tussen weilanden met ezels en een pony rijd ik over een onverharde weg naar de vijver verderop. Dit is zoals je je Zweden voorstelt: een houten huisje aan een meer met in dat meer een verweerde gele kano. Kikkers kwaken, er grazen schapen op het weiland verderop en de bomen wiegen zacht in de wind. Waar ik ook kijk, dit eerste halfuur is er geen enkele menselijke gedaante in mijn gezichtsveld te bespeuren. Ja, dit moet Zweden zijn.
Als Jérôme wat later arriveert, zit ik al onderuitgezakt in een houten tuinstoel bij de vuurplaats. “Hier kom je tot rust, hé”, zegt hij. Vier jaar geleden wilde hij hier een huisje neerzetten om met vrienden te kunnen barbecueën of feestjes te organiseren. “Heel basic, dat was het idee, maar terwijl ik eraan bezig was, bedacht ik dat ik er ook wilde kunnen slapen, koken en een douche nemen. Het werd daardoor ook een stuk duurder. Ik vroeg een vriend om mee te investeren en door het af en toe te verhuren, kunnen we die kosten terugverdienen.”
Kwakende kikkers Het werd zo mooi dat The Forest, zoals Jérôme zijn bouwwerk
noemde, opduikt in glossy magazines en vooral geboekt wordt als romantisch toevluchtsoord. Feesten met zijn vrienden durft hij hier niet meer. Het gastenboek staat vol lovende woorden en er komen ook veel creatievelingen die prachtige tekeningen achterlaten. “De enige klacht die ik soms krijg is dat de kikkers te hard kwa
ken”, lacht Jérôme. “Daar kan ik nu eens niets aan doen. Kijk daar, een ijsvogel”, wijst hij. Inderdaad, verderop zit een ijsvogel naar ons te kijken. Ik roep iets te enthousiast naar de fotograaf, waardoor het zeldzame vogeltje wegvliegt, maar ook zonder bewijsmateriaal ben ik gelukkig dat ik een ijsvogel heb gespot.
In de kano is het Zwedengevoel helemaal compleet. De waterplanten bemoeilijken het peddelen, maar op de open stukken voelt het heerlijk om die peddel in het water te laten glijden en er zo mee af te zetten dat je op eigen kracht soepel en geruisloos door het water glijdt. “De meeste mensen komen hier om te onthaasten, om tijd door te brengen met hun geliefde en om los te komen van hun werk en die eeuwige gsm altijd.”
Zelf komt hij er ook om die reden. Binnenkort zal Jérôme trouwens écht in Scandinavië zitten als hij met een rijdend hostel (de vroegere Nomads Bus, nu Bus Me Around) sportieve vakanties zal organiseren in Noorwegen. Tot die tijd doet hij het met kleinZweden in zijn achtertuin.
Middernachtzon
Als Jérôme en de fotograaf naar huis gaan, blijf ik alleen achter in het huisje. Vanaf het bed op de zolder heb ik mooi uitzicht over de vijver. Omdat het gordijntje zo goed is weggewerkt dat ik het eerst niet vind, kijk ik voortdurend naar buiten waar het maar niet écht donker lijkt te worden. Die middernachtzon bestaat hier dus ook, of beeld ik het me in?
’s Morgens ga ik meteen weer naar buiten om koffie te drinken op het balkonnetje met uitzicht over de ochtendmist die nog boven de vijver hangt. Vanuit dit mini-Zweden is het maar een uur rijden naar huis. Nog even en Zweden zal weer heel ver weg lijken. Maar ik neem één souvenir mee: de geur van vuur. Zolang die in mijn trui en in mijn haar hangt, ruik ik Zweden nog.