Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“En nu de titel”.

Dieumerci Mbokani is ervan overtuigd dat hij Antwerp onder Leko nog meer goals kan bezorgen

- DIEDERIK GEYPEN

De contractbe­slommering­en

behoren tot het verleden, Dieumerci Mbokani (34) blijft de Antwerp-familie trouw.

Op stage in Duitsland spreekt de topschutte­r

vrijuit. Over zijn verlenging, het vertrek van Bölöni, de komst

van Leko én zijn resterende dromen. “De

titel met Antwerp pakken. En dan is het

welletjes geweest.”

Fotootje hier, portretje daar. Niets is te veel gevraagd na het interview op het kloosterdo­mein van Marienfeld. Er kan zelfs een mopje af. “C’est

payé?” Een halfuur eerder plofte de Congolees ontspannen in de fauteuil. De onzekerhei­d omtrent zijn toekomst is alweer met een jaar verlegd. Waarom sleepten de onderhande­lingen zo lang aan, Dieu?

“Het is geen geheim dat ik voor twee jaar wilde verlengen. Maar Covid-19 heeft dat plan gedwarsboo­md. Ik heb lang met Luciano (D’Onofrio, red.) gesproken. Een voorstel om voor één seizoen bij te tekenen, heeft altijd op tafel gelegen. Ik wist dat er een oplossing uit de bus zou vallen, al was het op de slotdag van de mercato. Uiteindeli­jk deed de club, net als vorige zomer, een inspanning.”

Je bent er financieel sterker uit gekomen.

“Bien sûr. Laten we zeggen dat het een mooi compromis is geworden.

(lacht) Eentje dat ik ook zelf heb afgedwonge­n. Ik won de Ebbenhoute­n Schoen en kroonde mezelf tot Gouden Stier. Hoe lang was het geleden dat Antwerp nog een topschutte­r afleverde? (Cisse Severeyns in 1988,

red.) Dat wil toch iets zeggen.” Jouw prestaties bleven ongetwijfe­ld ook in het buitenland niet onopgemerk­t?

“Er waren wat exotische opportunit­eiten, maar in deze moeilijke tijden wilde ik niet te ver reizen. Na overleg met mijn vrouw (Marlène, red.) heb ik besloten om in België te blijven.” Waar kon je dan naartoe? “China, Qatar, Dubai... Ik heb er

heus wel over nagedacht, hoor. Maar het coronaviru­s sloot die opties automatisc­h uit.” Zat je hier zonder corona nog steeds? (Afwijzend) “Zonder corona waren we misschien wel tweede geworden.”

Begin juni verkondigd­e je het volgende: ‘Anderlecht, Standard, Club Brugge... Ik sta voor élk voorstel open’. Welk idee zat daarachter?

“Ik dropte wat namen van clubs, maar eigenlijk was dat lukraak. Zoals ik toen ook aangaf: ik liet alle opties op me afkomen. Of er een van de genoemde teams effectief contact opnam? Neen, niemand heeft me gebeld. Ik ben van nummer veranderd, tu vois. Misschien ligt het daaraan.” (schiet in de lach)

Gelukkig had Luciano jouw nieuwe nummer wel al te pakken.

“We zijn altijd in contact blijven staan. En ook mijn manager Christophe (Henrotay, red.) kreeg hem continu aan de lijn: ‘Wat gaat Dieu beslissen? Wat gaat hij nu doen?’”

Uiteindeli­jk bleef je Antwerp trouw. Kan het überhaupt nóg beter dan die 24 goals en negen assists van vorig jaar?

“Waarom niet? Het is moeilijk nu al een inschattin­g te maken. Onze seizoensta­rt wordt cruciaal, maar gezien de speelstijl van de nieuwe coach zal ik nog vaker scoren.” Ivan Leko zal het graag horen.

“Hoe meer steun voorin, hoe beter voor mij natuurlijk. De coach is tactisch sterk en kiest voor offensief voetbal. Op training doen we veel

“De coach is tactisch sterk en kiest voor offensief voetbal. Dat staat me wel aan. Ik heb zelfs nog tegen hem gespeeld, toen ik bij Standard zat en hij bij Club Brugge. Goeie linker had hij toen.” Dieumerci Mbokani

oefeningen staat me wel met aan.” de bal. Die aanpak

Wat dacht je toen Laszlo Bölöni vertrok?

(Denkt na) “Ik voelde het wel een beetje aankomen. En Laszlo zelf ook. De directie heeft een keuze gemaakt. Daar moet ik mij als speler bij neerleggen. Maar Laszlo blijft familie voor mij.”

Met Bölöni had je een vader-zoonrelati­e. Acht je dat met Leko ook mogelijk?

“Da’s anders. Ik ken Laszlo al vijftien jaar. Maar met Leko kan ik het ook wel vinden.”

Heeft Leko jou op een of andere manier overtuigd om bij te tekenen?

“Ons eerste rechtstree­kse contact kwam er pas na de verlenging, maar door zijn uitspraken in de pers wist ik wel wat hij over mij dacht. Ik heb nog tegen hem gespeeld, toen ik bij Standard zat en hij bij Club Brugge. Goeie linker had hij toen.” (knipoogt)

Ben je de eerste training het veld opgestapt met het idee: ‘Ik zal eens tonen wat ik nog in mijn mars heb?’

“Neen, de coach kent me goed genoeg. Hij zal wel genoeg beelden bekeken hebben. Ik hoef hem niet te overtuigen van mijn kunnen. Zijn komst zal mijn manier van trainen niet veranderen.”

Na afloop moest je wel nablijven voor extra loopmeters.

(Diepe zucht) “Het was zwaar, zoals elke eerste groepstrai­ning na enkele maanden te hebben stilgezete­n. Binnen enkele dagen kom ik wel weer in mijn ritme.”

“Misschien heeft Mbokani in Monaco wel meer werk verricht dan wij de afgelopen twee weken”, suggereerd­e Leko in aanloop naar de stage.

“Ik heb me klaargesto­omd met een Franse physical coach, die ik al een tijdje ken. We spraken een drietal keer per week af. Ik voel me fysiek goed, ook al heb ik nog niet veel gelopen.”

Hoezo?

“De focus van de trainingen lag voornameli­jk op weerstand. Da’s in mijn ogen belangrijk­er dan lang te kunnen lopen. Er zijn heel wat spelers die op training veel lopen, maar in een match niet vooruit geraken. Bij mij is het net omgekeerd.

(lacht) Ik ken mijn lichaam door en door. In een wedstrijd sta ik er, voor de volle honderd procent.”

Er werd gezegd dat je onder Bölöni al eens een training mocht skippen. Hoe staat Leko daartegeno­ver?

“C’est faux. Het is normaal dat ik rust kreeg daags na een match, maar ik kwam wel altijd naar de club om mijn werk te doen. En wanneer ik me eens wat minder voelde, deed ik het

rustig aan. Maar dat gold ook voor de andere ‘oudjes’, zoals Faris (Haroun,

red.) en Rafa (Refaelov, red.).”

De enthousias­te reacties van de ploegmaats op jouw contractve­rlenging spraken boekdelen.

“Ik kan het met iedereen van de groep goed vinden. Faris is onze kapitein, maar hij is geen veelprater. Vaak overlegt hij met mij, waarna ik dan het woord voer. Omdat ik ook op onze Afrikanen een grote invloed heb.”

Ook op Lamkel Zé?

“Ah Didier, il est mon petit frère.

Wanneer hij in de kleedkamer een aanvaring heeft met een ploegmaat, kom ik tussen. Bölöni schakelde me regelmatig in om te bemiddelen. Nu liggen de kaarten anders. Zijn verbanning naar de B-kern is een keuze van de directie.”

Zie je hem nog terugkeren?

“Ik hoop het, want van nature is

Didier een lieve jongen. Hij heeft bovendien nog een contract (tot

2023, red.). We kunnen iedereen, óók hem, goed gebruiken.”

Zeker in de bekerfinal­e tegen Club Brugge, waarin geen nieuwe spelers mogen aantreden.

“Het wordt speciaal, zonder ambiance. Maar we spelen wel meteen de belangrijk­ste match van het seizoen. Bij winst gaan we de Europa League in. Dat zou geweldig zijn voor deze club, die van zo ver terugkomt.”

In november word je 35. Van wat droomt Dieumerci Mbokani nog?

“Nu ik topschutte­r werd, wil ik ook nog de titel pakken met Antwerp. Als dat lukt, dan is het welletjes geweest.”

Is de titel nu al mogelijk?

“Wie weet. In voetbal kan alles.”

En anders zal je een derde keer moeten bijtekenen…

“Luciano heeft me al gezegd: ‘Wil je ook het seizoen erop bijtekenen, dan gaan we opnieuw rond tafel zitten’. Luciano is een man van zijn woord. Ik voel me hier thuis. De deur bij Antwerp staat altijd voor mij open. Ook na mijn carrière.”

 ?? FOTO RFCA ?? Relaxen op stage in Marienfeld.
FOTO RFCA Relaxen op stage in Marienfeld.
 ?? FOTO RAFC ??
FOTO RAFC
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium