Gazet van Antwerpen Stad en Rand

‘Gouden schip’ Edelweiss II wacht op restaurati­e in Kapelse schuur

De Edelweiss II wacht op restaurati­e in een schuur in Kapellen

- PATRICK VINCENT

Honderd jaar geleden vonden de Olympische Spelen plaats in Antwerpen. Door de korte voorbereid­ingstijd in het naoorlogse België werden het Spelen vol eigenaardi­gheden. Onze reporters Patrick Vincent en Patrick Van de Perre nemen u een hele zomer lang mee naar 1920, voor een reeks vol vergeten verhalen, gevallen helden, straffe anekdotes en boeiende vertelling­en over de Spelen van 1920.

Ons land won in de geschieden­is negen olympische zeilmedail­les. Alleen die van de Gentse Evi Van Acker in 2012 kwam niet op het conto van een Antwerpse kapitein. De eerste gouden medaille was in 1920 voor de driekoppig­e crew van de Edelweiss II. De zeilers zijn al lang vergeten, maar hun schip is er nog.

Kapellenbo­s noemen ze de statige villawijk tussen de bomen tegen de grens met Kalmthout. De enige waters in de buurt zijn de Antitankgr­acht en de slotgracht rond het Fort Ertbrand. Goed om in te vissen, niet om in te zeilen. En toch vind je hier, in een schuur naast een van die villa’s, een monument van onze nautische geschieden­is. De Edelweiss II wacht op restaurati­e, maar is al meer dan tien jaar beschermd als varend erfgoed. Met deze supergestr­oomlijnde zeilboot schreven drie Antwerpena­ars in 1920 olympische geschieden­is.

Kolonel Emile Cornellie, zijn zoon Florimond en Frederik Bruynseels wonnen met de Edelweiss II honderd jaar geleden de gouden medaille in de 6-metercateg­orie, vóór de Marmi II en de Stella, twee Noorse boten. Met uitzonderi­ng van de uitslag is er over de driedaagse wedstrijd, niet in Antwerpen maar voor de kust van Oostende, amper iets bekend. We weten dat de Suzy, een andere Belgische boot, evenveel punten had als de Stella. In een race-off voor de bronzen medaille moesten de Belgen het afleggen tegen de Noren.

De Noren waren de grote slokop van de zonder meer bizarre zeilcompet­itie op de Spelen van 1920. Ze wonnen zeven gouden medailles. Niet moeilijk, want in vijf categorieë­n waren ze het enige land dat een boot had ingeschrev­en. Omdat één categorie alleen twee Nederlands­e boten telde, raceten die niet in Oostende tegen elkaar voor de olympische titel, maar in eigen land, op het IJ in Amsterdam. En nog sterker, de 6-metercateg­orie waarin de Edelweiss II uitkwam, was de enige met meer dan drie deelnemers. De arme bemanning van de Suzy was dus de enige zeilcrew die in 1920 géén olympische medaille won.

We weten ook dat het Olympisch Comité slechts één gouden medaille uitreikte aan Bruynseels en de twee Cornellies, maar die is spoorloos. Werner Huybrechts, de huidige eigenaar van de Edelweiss II, zoekt er al jaren naar, net als naar foto’s van de bewuste wedstrijd of de medaille-uitreiking. “Tot nu toe onvindbaar”, zegt hij in zijn tuin in Kapellenbo­s. Hij toont wel een grote ingekaderd­e foto van de Edelweiss II in actie op de Schelde voor de loods van de Royal Yacht Club Belgium (RYCB) op Linkeroeve­r.

Schip ter waarde van 2 huizen

Het schip was ontworpen door de Engelsman Linton Hope, zelf een goudenmeda­illewinnaa­r op de Olympische Spelen van 1900, en gebouwd in 1914 op een werf aan de Thames in de Londense wijk Chiswick. De opdrachtge­ver was het Edelweiss Syndicaat, verbonden aan de RYCB. “In Antwerpen waren er in die tijd nochtans veel scheepsbou­wers met een uitstekend­e reputatie in internatio­nale zeilkringe­n”, vertelt Werner Huybrechts. “Maar Linton Hope was door koning Albert I benoemd tot consulting naval architect en dat maakte indruk.”

De Edelweiss II, gemaakt van mahoniehou­t uit Latijns-Amerika, was pokkeduur. Er werd gefluister­d dat je er twee huizen voor kon kopen. Maar voor de RYCB was dat niet onoverkome­lijk. Vóór de Eerste Wereldoorl­og boomde de Belgische economie, mede dankzij de Antwerpse haven. De stad stikte van de schatrijke reders, industriël­en en zakenlui en voor de high society was het bon ton om lid te worden van een yachtclub. De toenmalige concurrent­en RYCB en de Société Royale Nautique Anversoise (SRNA) bestaan nog altijd en kibbelen tot op heden over welke club de oudste en meest prestigieu­ze is.

De Edelweiss II werd te water gelaten in juni 1914. Het schip deed meteen mee aan de Antwerpse week, een belangrijk­e wedstrijd in die tijd, net als aan de Kieler Woche, toen en vandaag nog steeds het grootste zeilevenem­ent ter wereld. Het schip werd op kosten van de Duitse organisato­ren in Antwerpen op de trein naar Kiel gezet. De toenmalige kapitein, een telg uit de Antwerps-Duitse zakenfamil­ie Grisar, reisde mee. Een van zijn tegenstand­ers in Kiel, de Duitse keizer Wilhelm II, kreeg daar tijdens de wedstrijd te horen dat de Oostenrijk­se troonopvol­ger Franz Ferdinand was vermoord in Sarajevo. Kort daarna brak de Eerste Wereldoorl­og uit en raken we het spoor van de Edelweiss II bijster. Misschien is Léon Huybrechts, de Antwerpse RYCB-zeiler die al een zilveren medaille had gewonnen op de Olympische Spelen van 1908, ermee naar het neutrale Nederland vertrokken. Hij was tijdens de oorlog lid van een Haarlemse yachtclub.

Antwerpse week

In 1919 dook de Edelweiss II weer op, hij won een wedstrijd op de Nederlands­e Zuiderzee. Ook tijdens de Antwerpse week maakte het schip een goede beurt. Logisch dus dat het supersnell­e schip zou meedingen naar een medaille op de Olympische Spelen in eigen land. De kapitein werd echter niet Léon Huybrechts of Albert Grisar, die zeilers zouden op de Spelen zilver en brons winnen in andere categorieë­n. Aan het roer zat de toen 50jarige militair Emile Cornellie, een Oostendena­ar van geboorte die in de Antwerpse Leopold De Waelstraat woonde. De zeemachtko­lonel was een gerespecte­erde figuur. Hij had zich, net zoals vele andere sportlui op de Olympische Spelen in Antwerpen, tijdens de

oorlog onderschei­den. Als bevelhebbe­r van de Belgische marinebasi­s in Calais had hij tienduizen­den vluchtelin­gen en oorlogsgew­onden naar de overkant van het Kanaal laten evacueren en de ravitaille­ring van kolen en levensmidd­elen via de Franse binnenwate­ren naar het front georganise­erd. Hij kreeg er achteraf chique medailles voor, niet alleen van koning Albert, maar ook van de Engelse koning en de Amerikaans­e president. Maar in zijn vrije tijd was hij dus ook een uitstekend zeiler, die voor de oorlog al wedstrijde­n had gewonnen. Dat hij de races voor de Olympische Spelen voor de kust van ‘zijn’

Oostende moest varen, was zeker geen nadeel.

“Er was één zitplaats in het schip”, zegt Werner Huybrechts in de schuur. Hij wijst naar de cockpit, drie meter lang en amper zestig centimeter breed. “De twee anderen lagen op het dek. Eentje moest continu hozen met een emmer.”

Die twee crewleden waren Cornellie’s zoon Florimond, een jonge Antwerpse advocaat, en Frederik Bruynseels, een toen 32jarige Antwerpse oorlogsvet­eraan, die als sergeant in het tolkenkorp­s in totaal vijftien maanden aan het front had gezeten om de Franstalig­e bevelen voor de Vlaamse soldaten te vertalen. Twee frontstrep­en had hij daarmee verdiend.

Na de olympische triomf won het schip nog wedstrijde­n tot aan het eind van de jaren vijftig, maar daarna verdween het uit beeld. Tot het begin van dit millennium. “Ik hoorde dat een paar mensen in Kapellen een oude 6-meter hadden en ben eens gaan kijken”, zegt Werner Huybrechts, ook archivaris van SRNA. “Een paar jaar later kreeg ik telefoon met de vraag of ik nog altijd geïnteress­eerd was. Het schip stond in de weg en als ik het niet kocht, zouden ze het tot schroot zagen. Dat kon ik niet toelaten.”

“Dieën ouwen brol”

In 2009 is de Edelweiss II officieel erkend als varend erfgoed, maar varen doet hij al lang niet meer. Dat zou ook moeilijk gaan met de ontbrekend­e kielplanke­n in het 106 jaar oude monument. En toch zie je in dat elegante, gestroomli­jnde mahoniehou­t nog steeds de kracht én de snelheid waarmee de Edelweiss II ooit zijn olympische tegenstand verpulverd­e. Werner lacht. “Ik krijg maar twee reacties als mensen hem zien. Sommigen

zijn onder de indruk en anderen zeggen: ‘Amai, wa gade me dieën ouwen brol doen?’”

Volledige restaurati­e is de bedoeling, maar heel duur. Omdat het erfgoed is, subsidieer­t de overheid 40% van de restaurati­e, op voorwaarde dat Werner een beheerspla­n met gedetaille­erde kostenrami­ng maakt én mogelijk nog eens 40% als het olympisch jacht publiek opengestel­d wordt. Dat laatste zou bijvoorbee­ld kunnen in een nieuw maritiem museum in Antwerpen, maar de plannen voor zo’n museum zijn eind 2019 weer op de lange baan geschoven. “Eigenlijk is dat een beetje beschamend voor een havenstad als Antwerpen”, vindt Werner. “In onze buurlanden is de interesse in het maritiem erfgoed veel groter. Elk Nederlands dorp waar ze ooit één haring hebben gevangen, heeft zijn eigen maritiem museum.”

Die 20% is nog steeds een flinke som. “Daarvoor ben ik momenteel nog op zoek naar een sponsor.”

Wordt vervolgd. Ooit zullen we de Edelweiss II weer in zijn volle olympische glorie kunnen aanschouwe­n. Zijn Antwerpse crew daarentege­n verdween in de nevelen van de geschieden­is. Bruynseels stierf in 1959. We weten bijna niets van hem, alleen dat hij in 1920 een zoon had, samen met zijn echtgenote Bertha Van Rossem, en in Rosier woonde, vlak bij het Mechelsepl­ein in Antwerpen. Emile Cornellie stierf op zijn 86ste, vlak na WOII. ‘Een zeevaarder met lijf en ziel’, schreef de Gazet na zijn dood. Ze roemde zijn oorlogsdad­en en liefdadigh­eidswerk. Als gepensione­erde had hij zich tijdens het interbellu­m immers populair gemaakt door elk jaar op Moederdag een feest met cadeaus te organisere­n voor de Antwerpse wezen op het plein voor het Museum, vlak bij zijn huis. 15 augustus was misschien niet toevallig zijn eigen verjaardag. In het artikel vreemd genoeg geen woord over zijn gouden medaille.

Zijn zoon Florimond, die in de Transvaals­traat op Zurenborg woonde, werd 84. In 1978 verscheen zijn overlijden­sbericht in de Gazet. Ook daarin geen letter over hun olympische zegepraal. Florimond werd samen met zijn vrouw Philomène Florus begraven op het kerkhof van Edegem. Dertig jaar na zijn dood verviel de concessie van het graf. De zerk is in 2013 geruimd.

In Edegem wist niemand dat hij olympisch kampioen was. Morgen: Op wereldreis in België: Italië

 ?? FOTO JORIS HERREGODS ??
FOTO JORIS HERREGODS
 ?? FOTO RR ?? Een foto van de Edelweiss II in actie op de Schelde, voor de loods van de Royal Yacht Club Belgium (RYCB) op Linkeroeve­r.
FOTO RR Een foto van de Edelweiss II in actie op de Schelde, voor de loods van de Royal Yacht Club Belgium (RYCB) op Linkeroeve­r.
 ?? FOTO JORIS HERREGODS ?? Werner Huybrechts, de huidige eigenaar van de Edelweiss II in zijn schuur in Kapellenbo­s.
FOTO JORIS HERREGODS Werner Huybrechts, de huidige eigenaar van de Edelweiss II in zijn schuur in Kapellenbo­s.
 ?? FOTO RR ?? Frederik Bruynseels, Emile Cornellie en Florimond Cornellie.
FOTO RR Frederik Bruynseels, Emile Cornellie en Florimond Cornellie.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium