Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Oud-Borgerhout kreunt onder corona
Op stap in de felst geteisterde wijk van de stad
Oud-Borgerhout kleurt dieprood. En dat is niet alleen omdat Royal Antwerp zijn fans opriep om hun huizen te bevlaggen voor de bekerfinale van zaterdagavond. Nergens in België grijpt de tweede golf van het virus gretiger om zich heen. De sfeer op straat slingert tussen angst en gelatenheid, tussen frustratie en onrust.
De stadskaart is duidelijk. Nu de besmettingscijfers ook per wijk beschikbaar zijn, zien we dat Antwerpen kreunt in het oosten, tegen de Singel aan. De Borgerhoutse wijken rond het Terloplein, het Krugerplein en de Fonteinstraat kleuren dieprood. De wijken errond, ook in Antwerpenen Deurne-Noord, kruipen stilaan naar diezelfde kleurschakering.
In de Peperbuswijk heerst een bizarre mix tussen angst en vastberadenheid, tussen “help” en “kom maar af”. Bij de ijsjesman in de Sint-Jansstraat staan ’s avonds nog altijd lange rijen, idem overdag bij de slager op de hoek van de Bothastraat. Maar het is op straat toch opvallend rustiger dan normaal.
“Een catastrofe”, zegt Benasquar Abdelmoumen van bakkerij Zonnebrood in de Gijselsstraat. Het is bijna middag en zijn toog ligt nog zo goed als vol. “Veel klanten durven niet meer buiten komen. Anderen mógen het niet meer, omdat ze hét hebben.”
Zelf is hij niet bang, zegt hij, toch niet voor zijn eigen gezondheid. “Ik probeer me zo goed mogelijk te beschermen. Ik ben wel bang voor de wereld. Zo veel zieken en doden overal, zo veel economische ellende. Waar gaat dat naartoe?”
Een klant die een koffiekoek komt halen, is boos dat we zelfs maar over het virus praten. Er moet iets van zijn lever. “In deze wijk is corona maar wat gekietel onder onze oksels in vergelijking met het échte probleem”, zegt de man die anoniem wil blijven. “De extremisten aan beide kanten zijn deze wijk aan het verkloten. Racisten aan ‘jullie’ kant, jonge criminelen aan de ‘onze’. Op een dag gaat dat ontploffen en dan gaan we allemaal heimwee hebben naar de tijd dat corona ons zwaarste probleem was.”
Veel mondmaskers
95% van de weinige mensen op straat draagt een mondmasker. Een man zit te roken op zijn voordeurdrempel, een andere wacht met het textiel onder de kin op bus 30 in de halte aan het tankstation. Een oude man met verrassend soepele tred komt uit de richting van de Statielei. Zijn blauwe masker bedekt zijn magere gezicht bijna volledig. “Ik woon tegen de spoorweg. De treinen rijden zo goed als door mijn slaapkamer”, zegt hij met lachende ogen. “Ik voel me misschien niet 100% gerust, maar ik ga mezelf toch niet binnen opsluiten. Ik ben 88 en voorzichtig, nu zelfs op weg om ontsmettingsmiddelen te halen bij de apotheker.” En weg is hij.
Een paar straten verder spelen twee blonde kinderen in de grote zandbak van het Krugerplein. Frida (8) en Francis (3) hoeven gelukkig geen mondmasker te dragen. “Maar ze weten goed dat ze afstand moeten houden van andere mensen”, zegt hun mama An Buermans die hen gezeten op de boord naast de zandbak in de gaten houdt. “Ook mijn zoontje van 3 beseft dat al. Ik vraag me oprecht af welke invloed deze periode zal hebben op de rest van hun leven. Hopelijk blijft dit niet aanslepen.”
“Niet bang, wel voorzichtig”
Op een normale zomerse dag zou het krioelen van de kinderen in deze zandbak. Nu zijn ze alleen. “Bang ben ik niet, wel voorzichtig”, zegt An, een modeontwerpster met haar eigen winkel in de Bijenkorf in de Everdijstraat. Die heeft ze vrijdag gesloten, zeker voor een maand. “Ik heb de evolutie gezien in mijn winkel na de heropening. Het ging in een paar weken veel te snel van zeer voorzichtig naar opnieuw alle remmen los. Ik zag ook hier in de buurt veel mensen die totaal geen rekening meer hielden met het virus. Ik schrik er niet van dat de tweede golf zo snel gekomen is.”
An is afkomstig uit de Kempen, maar woont sinds eind vorige eeuw in dit stukje Borgerhout. “Mijn familie durft nu niet meer naar hier te komen”, zegt ze. En ook hun vakantieplannen kregen een deuk. Eind augustus hadden ze een kampeerweek gepland in Nederland. Gaat niet door. “We kregen vrijdag een mail dat we niet meer welkom zijn.”