Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Moment van extase
Ik beken. Ik ben zaterdagavond een paar minuten voor halfelf in de armen gevallen van vier mannen die niet in mijn bubbel zitten. Sterker nog, met uitzondering van een van hen kende ik geen van die mannen persoonlijk. Nog sterker: het zou kunnen dat we niet meer 100 procent nuchter waren. De omarmingen gingen gepaard met extatisch ‘jaaaaaaaa’ brullen op het topje van onze longen en – ja – het is niet uitgesloten dat we daarbij onze mondmaskers niet helemaal oordeelkundig volgens de regels van de kunst voor ons gezicht hadden gedrapeerd.
Het gebeurde in Brussel, in een hoekcafeetje schuin tegenover het Koning Boudewijnstadion en het duurde een kleine minuut. Na die minuut daalde de ernst van de situatie weer over ons neer, haakten we de linten weer veilig achter oren en poten en kwamen we op anderhalve meter afstand van elkaar weer tot ons gezond verstand: “Vijf bier alstublieft!”
Ik besef ten volle dat ik niet slim gehandeld heb en ik weet dat ik nu wellicht niet meer in de bovenste schuif van professor Van Ranst lig. Weer thuis kreeg mijn bekentenis ook opvallend weinig applaus. Terecht. Maar echt, die ene minuut van complete zinsverbijstering heeft mij geweldig veel deugd gedaan. Buiten mijn eigen gezinsleden had ik al meer dan vier maanden niemand meer aangeraakt, zelfs geen hand gegeven. De laatste keer was op een zaterdagavond in de tribune in Kortrijk, net voor de lockdown, toen het virus al overal om zich heen klauwde. Het had ook met voetbal te maken. Antwerp speelde er een uitwedstrijd en scoren leek maar niet te lukken. Tot Lior Refaelov in de ploeg kwam. Naast mij stond een jonge joodse vrouw, die ik nog nooit eerder had ontmoet. Antwerp kreeg een vrije trap. Refaelov, een joodse voetballer, zette zich achter de bal. De vrouw zei: ‘Ik prevel snel een joods schietgebedje.’ Refaelov scoorde de winning goal. Wij omhelsden en kusten haar alsof zij ons net zélf de zege had bezorgd.
In een volledig rationele wereld haal je zulke stommiteiten niet uit, beseffende dat ze jou of je naasten op dit moment misschien heel ziek kunnen maken. Maar blijkbaar zit er een klein duiveltje in mij dat alle rationale gedachten wegblaast telkens wanneer Lior Refaelov een goal maakt.
Toch bedankt, Lior, voor dat zeldzame en broodnodige moment van extase.