Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Hopelijk is dit een wake-upcall”
Één keer kwam het gif in Brugse spelersgroep naar boven: onmiddellijk na affluiten (toen het al te laat was)
Club Brugge kon de Beker van België niet winnen, het kon hem alleen maar verliezen. En dat is precies wat er zaterdag gebeurd is. De landskampioen speelde alsof de dubbel al binnen was. Versterking is onafwendbaar om het vuur weer in de groep te krijgen.
In de eerste helft miste Club Brugge adem, kracht en voetbal. Maar bovenal leden de spelers aan de aandoening die elke kampioenenploeg naar de ondergang leidt: een schrijnend gebrek aan goesting. “In de eerste helft herkende ik mijn ploeg niet”, zei trainer Philippe Clement. “Vuur, inzet, agressiviteit en tempo ontbraken. Aan de rust heb ik me heel kwaad gemaakt. In de tweede helft zie je dat er dan wel een reactie is. Het is dus niet dat we het niet kunnen.”
Ook al leken de omstandigheden ideaal om de bekerfinale voor te bereiden, ze waren het allesbehalve. Hoe meer tijd er was, hoe meer Club Brugge in de rol van favoriet werd geduwd. Wat kon er fout lopen tegen een ploeg die het hart van zijn verdediging was kwijtgespeeld en met een nieuwe trainer aan de finale moest beginnen? Het antwoord: alles. Antwerp speelde zonder druk en had niets te verliezen. Ivan Leko wist dat een bekernederlaag hem niet aan te wrijven zou zijn. Hij kon het zich op die manier zelfs permitteren een gokje te wagen met Lamkel Zé.
Valkuil
De Kameroener zaaide net als in de competitiematch op de Bosuil paniek met zijn rushes. Hij ging de Brugse verdedigers voorbij als waren ze zoutpilaren. Soms waren ze zelfs helemaal niet te bekennen. In de rug van Krépin Diatta deed Simen Juklerod wat hij wilde. Te veel spelers misten hun afspraak met de geschiedenis. “Het kan iets menselijks zijn”, zei Philippe Clement. “Je ziet vaak dat ploegen die iets winnen daarna in de hoofden vijf of tien procent minder sterk zijn. We hebben nochtans lang over die valkuil gesproken. We zijn er misschien geen maanden, maar toch al weken op aan het hameren. Ik hoop dat dit een wake-upcall is voor mijn spelers.”
Het is ook een alarmsignaal voor de staf en het bestuur van Club. Nadat in de voorbereidingswedstrijden Youssouph Badji zijn kans had gekregen, koos Clement in de bekerfinale voor zijn typeploeg van vorig seizoen. Daar zat een sentimentele logica achter. De groep die kampioen was geworden, verdiende de kans om de historische dubbel op zijn naam te schrijven. Dat was nog maar twee keer eerder in de geschiedenis gebeurd. Clement zelf herhaalde het verschillende malen in interviews en op de persconferentie. Maar de waarheid op het veld was dat Antwerp met zijn hoofd al bij het seizoen 2020-2021 zat. Club leek nog in het comfort van het seizoen 2019-2020 te steken.
Club heeft type-Mbokani nodig
Om het vuur in de groep aan te wakkeren, moet Clement ingrijpen. Zaterdag al in de competitieopener tegen Charleroi. Met Youssouph Badji tussen de lijnen was er veel meer présence in de zestien. Ook al is de Senegalese aanvaller nog maar achttien, op dit moment is hij de best mogelijke keuze als diepe spits. Van de dure winteraankoop Michael Krmencik was zaterdag zelfs geen sprake op het wedstrijdblad.
Maar ook het bestuur moet ingrijpen. Het haalde nog geen enkele nieuwe speler, omdat er nog geen enkele basisspeler vertrok. Het sprak met de Engelse flankaanvaller Bright OsayiSamuel, maar ook de winger van Queens Park Rangers is niet de oplossing voor het spitsenprobleem. Hij is hooguit een vervanger als Emmanuel Dennis of Krépin Diatta zou vertrekken.
Club heeft dringend een typeMbokani nodig. Het is pas in wedstrijden met inzet dat het gebrek echt duidelijk wordt. Dat David Okereke enkele doelpunten maakte in de voorbereiding, verhulde het probleem.
Vorig seizoen kon Club teren op een ijzersterke organisatie om het gebrek aan doelpunten op te vangen. Als ook die ontregeld wordt, is de landskampioen wel heel kwetsbaar. Het kan dan alleen nog terugvallen op Simon Mignolet. Zonder de Rode Duivel was de wedstrijd bij de rust al gespeeld.
Vorig seizoen ontsnapte Club Brugge ook enkele keren. In de beker in Oostende bijvoorbeeld, toen Mignolet blauw-zwart in de penaltyreeks over de streep trok. Het afwerken van Play-off 1 had de limieten van sommige spelers sneller bloot kunnen leggen en de mogelijkheden van andere spelers kunnen ontwikkelen. Nu zijn er vier kostbare maanden verloren gegaan. Er was een bekerfinale nodig om de waarheid van het clubmotto te onderschrijven: No
Sweat, No Glory.