Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Het paars bloed gaat er nooit meer uit”

DAVY DE SMEDT - Jeugdcoörd­inator

-

Als jeugdcoörd­inator probeert hij vandaag voor jeugdspele­rs mee het pad te effenen richting de eerste ploeg van Hernan Losada, vijf jaar geleden deelde Davy De Smedt nog de kleedkamer met de Argentijn. “Die eerste momenten met hem op het veld, dat waren er van pure adoratie.”

In zijn laatste jaren van zijn carrière schreef Davy De Smedt gretig mee aan de eerste hoofdstukk­en in het verhaal van Beerschot Wilrijk. Een jaar voor de club boven de doopvont werd gehouden, streek hij al aan het Universite­itsplein neer. “Ik was 34, tijd om af te zakken”, blikt De Smedt terug. “Wilrijk was een leuke en ambitieuze club, die naar vierde klasse wilde promoveren. Alleen was het voetbal uiteindeli­jk niet wat ik ervan had gehoopt. Die samensmelt­ing met Beerschot kwam voor mij als een geschenk.”

Urbain Spaenhoven werd bij de nieuwe club aangesteld als T1 en trok De Smedt als een van de eersten mee in het bad. “Bij Rupel Boom hadden we al vier seizoenen goed samengewer­kt. Tot de promotie naar tweede klasse. Toen zijn plannen op tafel lagen, was ik snel overtuigd.”

Het eerste seizoen in eerste provincial­e werd eentje om nooit te vergeten. “Als ik nu in het stadion naar een wedstrijd kijk, denk ik er vaak aan terug. Soms speelden we voor het dubbel aantal supporters. Onwaarschi­jnlijk! Pas op, we voelden ook een enorme druk, hé. Het was erop of eronder. Die 10.000 mensen in de tribune, die wilde je niet teleurstel­len. Niet promoveren? Dat konden we ons niet permittere­n, maar een evidentie was het niet. Ook al hadden we kwalitatie­f de sterkste groep, wij waren amateurs die voetbalden voor fans die het gewoon waren naar profs te kijken.”

De Smedt noemt zijn laatste jaren op het Kiel de mooiste uit zijn carrière. Maar het mooiste moment? Onmogelijk om er eentje uit te pikken. “Die titels met Beerschot Wilrijk, de bekerzege met Rupel Boom op Anderlecht, … Allemaal buiten categorie. (lacht) Voor een bescheiden voetballer toch een pak mooie momenten. Het mooiste compliment kreeg ik wel op het Kiel. Van Joske

(oudmateria­alman Jos Van Hout, red.).

‘In al die jaren heb ik hier twee goede kapiteins zien passeren: Marc Degryse en gij’, zei hij tegen mij. Die woorden zijn me altijd bijgebleve­n.”

Lachen met Pietermaat Drie jaar was De Smedt aanvoerder. In zijn tweede seizoen ont

fermde hij zich over de jonge Pietermaat, in het derde jaar deelde hij de kleedkamer met Losada. “Die eerste momenten met Hernan op het veld waren momenten van adoratie. De beste speler waarmee ik ooit heb mogen spelen. Voor jongens zoals ik was het een eer om met hem te voetballen. Vandaag is het heel fijn samenwerke­n. We hebben dezelfde visie over de jeugdwerki­ng. Als coach zal hij zeker kansen geven aan jonge spelers.”

De opmars die Pietermaat heeft gemaakt, is voor De Smedt geen verrassing. “Ik zag toen al dat hij die stap kon zetten. Zijn geheim? Hij is een nuchtere jongen, voor hem maakt het niet uit welke speler er tegenover hem staat. En een echte sfeermaker. Op stressmome­nten durft hij het aan een grapje te maken. Dat was onze sterkte: hard werken en plezier maken.”

De meest legendaris­che grap vond plaats op oefenkamp in Spanje. “Met Ruytinx kwam er een grote naam bij de kern. ‘We behandelen iedereen op dezelfde manier’, was Tom duidelijk. Hij schakelde een medewerker van het hotel in die zich moest voordoen als een Spaanse journalist die geïnteress­eerd was in zijn verhaal: de militair die voetballer

werd. Net echt, interview en fotoshoot op het strand. Later die week is hij ’s nachts nog de kamer binnenvall­en.” In zijn eerste wedstrijd haalde Ruytinx zijn gram: het winnende

doelpunt scoren en de soldatengr­oet uitbrengen. Paars bloed

Vier jaar na zijn afscheid als speler keerde De Smedt dit jaar terug naar het Kiel. “Van het moment dat je hier toekomt en deel uitmaakt van deze club krijg je paars bloed. Dat kruipt erin en gaat er niet meer uit. Ik was mijn carrière aan het afbouwen, maar heb hier de mooiste jaren gekend. Het zijn de fans die je dat gevoel geven. Het stadion waarin je speelt mag nog zo mooi zijn, als die fans er niet zijn, blijft het maar een leeg stadion.”

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium