Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Antwerp schrijft geschieden­is

• Na 28 jaar gaat beker weer naar de Bosuil • Paul Gheysens: “Dit hebben we goed gedaan” • Poules Europa League al minstens goed voor 2,9 miljoen

- PETER GORIS DAVID VAN DEN BROECK

Het is zover. Tientallen prijzen won hij al met zijn paarden, maar nu heeft Paul Gheysens (66) ook met Antwerp FC zijn eerste grote trofee beet. Daags na de bekerwinst mochten we exclusief bij hem op de koffie in Knokke en gaf hij zijn relaas. Nog nagenieten­d van zaterdagav­ond. “Die zet met Lamkel Zé was geniaal van Luciano.”

Zondagmidd­ag, Westkapell­e, Knokke-Heist. We zijn hier op bezoek bij de bekerwinna­ar. Maar helaas voor Club Brugge: het Belfius Basecamp rijden we voorbij. Vijf kilometer verderop is het te doen, bij Knocke Arabians, de stoeterij van Paul Gheysens. Op dat gigantisch­e landgoed tientallen voetbalvel­den groot hebben we een afspraak met de voorzitter/eigenaar van Royal Antwerp FC, die daags voordien zijn eerste prijs gepakt heeft. Als we voor de poort staan, is er echter geen kat te zien, alleen tientallen paarden verspreid over verschille­nde weides. Maar enkele minuten later arriveert een goedgemuts­te Gheysens, laat hij ons binnen en neemt hij ons mee naar zijn schuur - gelegen tussen de stallen en het labo waar de embryo’s worden gemaakt.

Van kleine oogjes na een feestavond is geen sprake. “Om half 2 ’s nachts was ik thuis. Ik ben nog opgebleven tot kwart voor 4, om een beetje na te genieten. Maar moe? Neen. Ik ben in mijn leven nog nooit moe geweest.”

Hij is zelfs al langs de bakker geweest, om ons te plezieren. Hij dekt snel de tafel en serveert ons eclairs, pannenkoek­en - “de beste van België” - en een kriekentaa­rt, die hij zelf aansnijdt. Om te drinken: een kop koffie. Geen champagne. Dat kreeg Antwerp op de Heizel ook niet. Net zomin als ze begroet werden door de mensen van de voetbalbon­d of ze felicitati­es kregen vanuit het verliezend­e kamp. Maar Gheysens heeft ons niet ontvangen om daarover te klagen. “Ik wil daar geen spel rond maken. Daar win je niks mee. We zijn hier toch om het over Antwerp te hebben? Dat is het enige dat telt. Want het was toch fantastisc­h wat we hebben gedaan?”

Stress

Dat moet wel, want Gheysens kon de berichtjes na afloop niet

bijhouden. Ook tijdens het interview stromen ze binnen. “Soms zijn het er honderd, misschien tweehonder­d. Uit alle hoeken, maar ook veel uit de voetbalwer­eld. Je kan het niet geloven. Van Louis van Gaal zat er ook eentje tussen. Normaal kwam hij kijken, maar door Covid kon dat niet meer. Nu, je tikt en je tikt en je tikt, maar iedereen beantwoord­en wordt moeilijk. Mijn vrouw doet dat wél, die vindt dat zeer belangrijk.”

Paul Gheysens neemt ons nog even mee terug naar de uren voor de finale. Hij was speciaal terug naar België gevlogen om de match bij te wonen. “Je zou zot zijn als je dat niet doet.” Maar eerst ging hij nog met de rest van de Antwerp-top op restaurant. “Luciano heeft voor elke wedstrijd stress, maar zaterdag was het nog erger. Sven Jaecques ook: sneeuwwit. Zelfs mijn beertje, bij mijn Ria’tje, was nerveus. (grijnst) Ik dacht soms dat ze zou rechtsprin­gen. Zelf ben ik heel kalm gebleven. Alleen op het einde, toen het begon te spannen, heb ik drie keer luid Ritchie geroepen. (lachje) Maar dat was niet zozeer voor Ritchie

(De Laet, red.) bedoeld, want die was weer geweldig. Wel om de ganse ploeg wakker te schudden. Ze hielden het gelukkig schitteren­d vol.”

En niet één speler viel uit de toon, zo vindt de voorzitter. “We hadden een jongen van 20 jaar in doel die nog nooit op het hoogste niveau had gekeept. Daar waren we allemaal bang voor. Maar wie had het beter gedaan? Hij heeft er een paar uitgehaald die er niet veel gingen hebben. Seck: maar vent toch. Die is steviger dan een boom. Juklerod: wat heeft die zich weer bewezen. Hongla: ook goed - toch naar achter, niet naar voor. Haroun: die heeft Vormer en Vanaken gewoon uit de match gespeeld. Mbokani: met z’n drieën hingen ze aan zijn lijf. En Ritchie, jongens toch. Als die iets sneller was geweest, was dat een wereldvede­tte.”

Er was ook nog Lamkel Zé. “Het grootste loslopende wild uit de competitie! (lachend) Maar hem erbij halen voor de finale was dé zet. Dat was geniaal van Luciano. Dat sommige spelers hun twijfels hadden? Wat is dat nu… De trainer is baas in ’t kot, hè. En uiteindeli­jk heeft Lamkel Zé zich voorbeeldi­g gedragen en het verschil gemaakt.”

Volgende stap

Gheysens gaat door met bloemetjes gooien. “Leko heeft het ook goed gedaan, hé. Maar dat had ik wel verwacht. We moeten ook Bölöni bedanken, maar het was tijd voor een ander soort voetbal, en voor meer discipline. Met Leko wilden we de volgende stap zetten.”

Die stap is al gezet, want de eerste prijs is er. Een beker is natuurlijk nog geen titel. Maar ook die hoeft niet te lang meer op zich te laten wachten. “Ik zet daar geen tijdstip op, wij laten ons niet opjagen. Maar dat blijft het doel. En we gaan daar geraken. Dat weet niemand, maar in maart vlak voor alles werd stilgelegd leefde in de spelerskam­er het idee dat het nog mogelijk was om kampioen te worden. We hadden net die winning mood te pakken en Charleroi gingen we pakken, Gent misschien ook. Spijtig dat die clubs er daarom alles aan hebben gedaan om de competitie stop te zetten. En nu willen ze ineens wél spelen, terwijl de situatie erger is dan toen. Ik vind het onnozel. Ik hoop dat de competitie­start wordt uitgesteld.”

Voor de gezondheid van de mensen dan, niet omdat Antwerp er niet klaar voor is. De bekerwinst doet Gheysens niet alleen glimmen van trots, hij is er zeker van dat de ploeg nu nog meer kan worden versterkt. “Die trofee trekt mensen aan. We denken dat het de trigger is om de drie, vier toppers met wie we bezig zijn, te overtuigen. Maar we gaan niks exuberants doen. Niet gooien met geld en de allerhoogs­te lonen, want dat zou niet goed zijn voor de groep en het budget. We hebben ons net gewapend tegen Covid door spelers met hoge lonen te laten gaan. Maar we gaan een goeie ploeg hebben, daar moet je niet aan twijfelen.”

Na ruim twee uur krijgt Gheysens telefoon van zijn vrouw en belooft hij haar dat hij zich over een kwartiertj­e naar hun appartemen­t aan het strand haast. Maar voor we afscheid nemen, toont hij ons nog snel zijn schitteren­de volbloed Arabieren én het plaatsje aan het water waar hij in de zomer zijn zetel zet en achteruit leunt, om te genieten. Net zoals hij dat zaterdag op de Heizel deed. “Ik heb me geamuseerd, ja. Maar zonder te springen, zo ben ik niet. En fier op mezelf, op wat ik nu bereikt heb? Zo zit ik niet in mekaar. Ik ben wel tevreden voor de hele club, voor iedereen, voor de familie. We hebben nu wel het recht om te zeggen: dit was mooi, dit hebben we goed gedaan. Maar ik was gisterenav­ond al meteen aan de volgende fase aan het denken. En met Luciano aan het bedenken: wat hebben we nu nog nodig?”

Het mag duidelijk zijn: met deze beker behaalde het Antwerp van Paul Gheysens zijn eerste grote prijs sinds lang. Maar niet de laatste.

 ??  ??
 ??  ??
 ?? FOTO'S SIMON MOUTON ??
FOTO'S SIMON MOUTON
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium