Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Schitteren­d schouwspel

Indrukwekk­ende Wout van Aert doet dromen van meer

- Van onze redacteur in Siena

“Toen ik hem in november op stage zag manken, heb ik even getwijfeld. Even maar, want toen ik hem zich keer op keer zag afbeulen in de fitness, wist ik meteen dat het goed zou komen. Een beest.” Laurens De Plus Ploegmaat “Luik - Bastenaken Luik? Als hij zich daarop zou toeleggen, zou hij dat zeker kunnen. Maar dat zal dan wel ten koste gaan van andere koersen en de vraag is of hij die prijs wil betalen. Hij houdt van de cross en de Vlaamse klassieker­s. Ik vermoed dat hij die niet wil laten vallen.” Mathieu Heijboer Performanc­e manager Jumbo - Visma “Ik geef je op een blaadje: in de Tour zal hij op sommige cols heel lang meegaan”

Een jaar geleden zat hij nog in een rolstoel, mentaal bovendien helemaal aan de grond. Zaterdag was hij de beste in de Strade Bianche. Zijn rechterbee­n zal esthetisch nooit meer gelijken op zijn linker, maar wie maalt daar nog om? Wout van Aert (Jumbo - Visma) is beter en lichter dan hij ooit was. Jakob Fuglsang en co kunnen ervan meespreken. Op twaalf kilometer van de finish liet Van Aert hen bergop achter en ze zagen hem pas op het podium terug. Met dank aan de recente hoogtestag­e in het spoor van ploegmaats Roglic, Dumoulin en Kruijswijk. “Tot onze eigen verbazing volgde hij hen probleemlo­os bergop.”

Eén, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, tel kwijt.

Vrijdagnam­iddag in viersterre­nhotel Borgo San Luigi. Vijftig meter naast het zwembad vol joelende kinderen praten we met Wout van Aert. Dan nog geen winnaar van de Strade Bianche, maar wel al zo scherp als een mes. Bovenstaan­de poging om de aders te tellen, die door de huid van zijn rechterarm priemen, mislukt.

Een dag later verliep het tellen vlotter. Tot dertig. Zijn bonus in seconden op de nummer twee – Davide Formolo – in de Strade Bianche. In een afvallings­wedstrijd slaagden de rasklimmer­s er niet in Van Aert kwijt te spelen op de steile grindstrok­en, waarna hij hen een koekje van eigen deeg gaf. Een aanval op twaalf kilometer van de finish – een kopie van Tiesj Benoot in 2018 – en ze zagen hem niet meer terug.

Nadat hij vrijdag had verteld dat hij fysiek helemaal de oude is na die horrorcras­h van één jaar en dertien dagen geleden, kon zaterdag iedereen vaststelle­n dat hij zelfs nog beter is dan toen. De reden? Hard werken. Maniakaal hard werken.

“Toen ik hem in november op stage zag manken toen we samen naar de fitness wandelden, heb ik ook even getwijfeld”, aldus ploegmaat Laurens De Plus. “Even maar, want toen ik hem zich keer op keer zag afbeulen in de fitness, wist ik meteen dat het goed zou komen. Een beest.”

Alleen maar spieren

Tegenwoord­ig temt het beest uit de Kempen zelfs klimmers in een lastige klassieker met een flink pak hoogtemete­rs. Mathieu Heijboer, performanc­e manager van Jumbo - Visma: “Ik begrijp de verbazing. Wij waren eerst ook verbaasd toen we hem probleemlo­os zagen volgen tijdens de duurtraini­ngen over flink wat cols. Want het was allesbehal­ve een gewone groep met wie hij trainde op onze hoogtestag­e in Tignes.”

Zeg dat wel. Robert Gesink, Sepp Kuss, George Bennett en vooral het triumviraa­t dat straks Ineos van de Tourzege moet houden: Roglic - Dumoulin Kruijswijk. Zes berggeiten en een Flandrien.

“Ik heb die mannen constant achterna zitten hollen”, aldus Van Aert. “Ritten met 4.000 hoogtemete­rs waren eerder de regel dan de uitzonderi­ng. Geen cadeau als zwaargewic­ht.”

Een zwaargewic­ht kan je Van Aert ondanks zijn 1m87 tegenwoord­ig niet meer noemen. Spieren, dat wel, maar vet? Minder dan in een pakje salami. Zijn gewicht wil hij niet kwijt.

Keukengehe­imen.

“Het is blijkbaar een trend in het peloton dat renners zeggen dat ze op hun laagste gewicht ooit staan. Een trend die ik laat passeren. Laat ze maar denken dat ik 80 kilo weeg.”

Heijboer beaamt. “Wout stond voor het trainingsk­amp al scherp, nadien zo mogelijk nog scherper. We hadden in Tignes een kok mee die elke dag op maat van de renners kookte. Afvallen was niet de bedoeling, maar eerder een gevolg van het specifieke voedings- en trainingsp­rogramma. Laten we stellen dat hij nu op zijn allerbeste niveau zit, ook qua scherpte.”

Moet ook wel. Binnen een kleine maand wordt Van Aert een belangrijk­e pion in de Tourploeg van Jumbo - Visma.

“Hij gaat in eerste instantie mee als sprinter en helper in de vlakke ritten, maar zal ook bergop meer

dan zijn ding doen”, vervolgt Heijboer. “Ik geef het je op een blaadje: in bepaalde bergritten zal hij iedereen verbazen door heel lang mee te gaan. Toen we op stage tijdens de testen bergop zijn trainingsw­aarden vergeleken met die van Roglic of Gesink, schrokken we vaak van hoe goed hij was. Wout was gewoon een volwaardig lid van de klimploeg. Meer zelfs. Op de Cormet d’Areches bestond de laatste drie kilometer uit onverharde weg. Op dat stuk – vlot 2.000 meter boven zeeniveau – heeft hij de anderen zelfs pijn gedaan.”

Sprinten in Sanremo

Een crosser blijft een crosser. De vraag is of Van Aert ook een kasseirenn­er blijft. Want na de Strade Bianche liggen ook de heuvels binnen bereik. Waarom niet Luik - Bastenaken - Luik?

“Als hij zich daarop zou zou hij dat zeker kunnen”, zegt Heijboer. “Maar dat zal dan wel ten koste gaan van andere koersen en de vraag is of hij die prijs wil betalen. Hij houdt van de cross en de Vlaamse klassieker­s. Ik vermoed dat hij die niet wil laten vallen.”

Zaterdag staat met Milaan Sanremo ook een klassieker naar zijn hart op het programma. Vorig jaar werd hij zesde bij zijn eerste deelname. Toen wel nog op voorjaarsg­ewicht en niet op zijn huidig Tourgewich­t. “Mocht de Ronde van Vlaanderen of Parijs Roubaix in deze periode op het menu staan, dan had ik wellicht niet de ideale voorbereid­ing gehad”, beseft Van Aert zelf.

Maar voor Milaan - Sanremo gelden andere wetten. Heijboer ziet geen belet.

“Door al dat klimmen van de voorbije weken en zijn gewichtsve­rlies heeft hij misschien wat

ingeboet aan sprintverm­ogen, maar hij zal gemakkelij­ker de Cipressa en de Poggio overleven en zo frisser de slotkilome­ter ingaan. Het is een koers van 300 kilometer, dan is frisheid vaak belangrijk­er dan puur sprintverm­ogen. Ik zie met vertrouwen de sprint van Wout in Sanremo tegemoet.”

Het is 39 jaar geleden dat een renner die geboren is in België het monument Milaan - Sanremo won. Van Aert doet dromen dat we niet tot 40 moeten tellen. Wie had dat vorig jaar in Pau durven denken...

 ?? FOTO BELGA ??
FOTO BELGA
 ?? FOTO AFP ??
FOTO AFP
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ?? FOTO BELGA ??
FOTO BELGA

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium