Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Corona in de kroeg
Horeca Vlaanderen, een organisatie die, euh, de horeca in Vlaanderen vertegenwoordigt, is malcontent. Vanaf vrijdag moeten alle kroegen om 23u de deuren sluiten. De maatregel is bedoeld om de opmars van corona te stuiten, maar zou heel wat cafébazen blijkbaar tegelijk de commerciële nek omwringen.
Daar kan een mens zich natuurlijk een paar simpele vragen bij stellen, met even makkelijke, kort door de bocht scherende antwoorden. Waarom kan men bijvoorbeeld niet een paar uur vroeger op café gaan en om 22u59 poepeloere naar huis waggelen, nog voor het virus zijn haar heeft gekamd en naar de stamkroeg trekt?
Maar wat zullen vrolijk geïntoxiceerde mensen doen eens hun favoriete drankbastion te vroeg naar hun zin de deuren sluit? Elders verder drinken, uiteraard. Kijk maar naar afgelopen zomer: nachtwinkels deden gouden zaken en het aantal lege blikjes en flessen in de Schelde is toen vertienvoudigd. Nu het frisser en natter is, lijkt een afterparty op de kaaien minder aanlokkelijk, maar natuurlijk zijn er nog heel wat andere mogelijkheden om het drinkgelag verder te zetten.
Enfin, terug naar het nieuwe sluitingsuur. Vroeger op café gaan (bijvoorbeeld meteen nadat men op gastronomische wijze de horeca een duwtje in de rug heeft gegeven) lijkt een logisch gegeven, al betwijfel ik dat dat coronagewijs veel verschil zal maken; ook dan zullen concepten zoals social distancing na een pintje of twee, drie vervagen – en dat is natuurlijk precies wat men met de nieuwe maatregel wil voorkomen.
De teneur bij de Vlaamse overheid lijkt te zijn dat feest- endrankspecialisten niet langer op steun hoeven te rekenen. Ze moeten, net zoals andere zelfstandigen, blijkbaar een occasionele pandemie incalculeren en creatief uit de hoek komen. Denk maar aan de Antwerpse dj’s die, zoals u onlangs in uw krant kon lezen, een cursus dronebesturing volgden of zich als makelaar ontpopten.
Of ze kunnen, als ze niet van stiel willen veranderen, een ongoddelijk vroeg openingsuur overwegen, waar bij mijn weten geen regels over zijn. Er zijn tenslotte cafés genoeg waar arbeiders na hun nachtshift een paar pinten binnen kappen vooraleer huiswaarts te gaan. Maar of dat een commercieel haalbaar model is, is nog maar de vraag. Zo besloot een kameraad in mijn jonge jaren op het Zuid een feestje (met afschuwelijke dreunmuziek) te geven dat om 6u ’s ochtends begon. Hij verkocht exact vier pintjes. En dat zónder pandemie.