Gazet van Antwerpen Stad en Rand
JOHAN MUSEEUW
Drievoudig winnaar vergelijkt Hel uit voorjaar met herfstige Hel
“Stof zullen ze dit keer niet vreten, zelfs al blijft het nog droog tot de dag van de koers. Ik ben er blij om. Doe mij maar een natte Hel, zoals in 2002, bij mijn laatste zege. Het is ook al zo lang geleden dat Parijs - Roubaix in een modderpoel werd herschapen.” We trokken gisteren met de Johan Museeuw door l’Enfer du Nord. Terwijl de wind hard over de akkers blies en de bladeren van de bomen vielen, dokkerde de drievoudige winnaar over drie cruciale stroken. Op 25 oktober wordt deze voorjaarsklassieker het sluitstuk van het najaar.
Het wordt anders dan anders. En wel om volgende vijf redenen.
1. KASSEIEN IN HET GROEN
De weg door het Bos van Wallers-Arenberg lijkt wel een snelweg van porfier in vergelijking met de kasseistrook van Haveluy, waar de kasseien verscholen liggen onder dikke moddersporen van tractoren.
“Hier zijn het nu kasseien in het groen”, gekscheert Museeuw terwijl hij de plaats opzoekt waar hij in 1998 zijn knieschijf brak. “Zie je die eikels, kastanjes, takken, bladeren? Als je daarover wegglijdt, met hoge snelheid... Eén stomme, rottende eikel kan je zo uit evenwicht brengen. Het is een kwestie van overleven. Als het hier op 25 oktober nat ligt, hou ik mijn hart vast. Het wordt dramatisch om over dat eerste gedeelte – dat in dalende lijn gaat – te stormen.”
“Het tweede, klimmende gedeelte van het Bos van Wallers is dan weer veel groener dan in het voorjaar. Het gras dat tussen de kasseien omhoog schiet, maakt dat deze zone eerder cyclocross wordt. De kasseien lijken daardoor minder agressief. Blijft het op de dag zelf droog, dan is dit makkelijker, maar als het regent krijg je hier nog meer blubber dan bij een normaal natte Parijs Roubaix. Dan wordt dit ineens veel risicovoller.”
“Omdat de snelheid bij een natte
Parijs - Roubaix globaal gezien minder hoog is, hebben de valpartijen meestal minder impact. Doe mij maar een natte editie. Dan krijg je een grotere eliminatie. Dan heb je meer renners met schrik. Meer renners die niet zo behendig zijn als crossers die net iets vlotter door de bochten gaan. Met al deze extra natuurelementen zijn de veldrijders nog iets meer bevoordeeld dan in april.”
2. TEGENWIND ALS TEGENSPELER Terwijl
Specialized
even
Museeuw op zijn nog altijd de Pavé du
Roubaix
sierlijk
over
Blocus in Mons-en-Pévèle fietst, staat er een zuidwester. Windkracht vijf. “Te veel voor een leuke Parijs - Roubaix”, zegt de man die veertien keer aan de start kwam en dertien keer arriveerde. “De kans dat de wind strakker staat, is groter dan in april.”
“Als je veel tegenwind hebt, bemoeilijkt dat deze klassieker. Zeker voor wie als favoriet start. Alleen al voor de positionering krijg je dan telkens een sprint naar het begin van de kasseizone. Eenmaal op de stenen moet je de anderen het werk laten doen en zelf uit de wind zitten. Na zo’n strook kijkt iedereen dan weer de kat uit de boom. Het resultaat is