Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Postkaarten als kunst
Historicus Karl Scheerlinck maakt oeuvreoverzicht Alfred Ost 75 jaar na diens dood
Vandaag is het exact 75 jaar geleden dat Alfred Ost (1884-1945) stierf. Voor historicus Karl Scheerlinck de aanleiding om een langlopende studie naar de postkaarten van de kunstenaar af te ronden in een oeuvrecatalogus. Hij vond meer dan vierhonderd ‘Ostkaarten’, die druk verzameld worden. “Als volkskunstenaar zou hij daar blij mee zijn.”
Een kunstwerkje in zakformaat van een bekende Vlaamse artiest op de kop tikken voor pakweg 10 euro? Het kan als je op rommelmarkten of ruilbeurzen uitkijkt naar postkaarten ontworpen door Alfred Ost. Ze allemaal bijeenkrijgen is andere koek. Vele kaarten verschenen op duizenden exemplaren en werden vaak opgestuurd, maar andere verschenen in beperkte oplage en waren van in het begin een verzamelobject. Sommige reclamekaarten of aankondigingen voor lokale evenementen verdwenen wellicht snel in de vuilnisbak. Als er al eens een exemplaar opduikt, zijn de prijzen best pittig.
In 2005 ontving het Mechelse museum Hof van Busleyden een gulle schenking van bijna 375 Ostkaarten. Voor Karl Scheerlinck, historicus en leraar aan het Antwerpse Sint-Lievenscollege, het sein om zich vast te bijten in
Karl Scheerlinck
deze miniatuurtjes. In 1997 had hij ook al in samenwerking met het Mechelse museum een tentoonstelling en een oeuvrecatalogus van alle affiches van Ost samengesteld.
Omdat er deze keer geen budget voor een boek of tentoonstelling in Mechelen was, nam Scheerlinck het risico om de oeuvrecatalogus in eigen beheer uit te brengen. “Ik ben blij dat het overzicht er is, als herdenking van de 75ste verjaardag van de dood van Ost, en we zien wel of er nog eens een expo kan komen”, zegt Scheerlinck, die kan terugblikken op fijne vondsten.
Mechelse vechtkaarten
Misschien de pittigste vondst was de historische correctie van de Mechelse Belfortkaarten. Ost zelf ging er prat op dat het ‘vechtkaarten’ waren tegen de geplande uitbreiding van de hallen en belfort. “Misschien werden ze met dat doel bedacht, maar toen ze in 1912 op de markt kwamen, was de politieke beslissing al teruggedraaid. Eigenlijk waren het herinneringskaarten geworden”, legt Scheerlinck uit.
De vele kleurrijke hoekjes aan de Dijle en verdwenen vlieten in Mechelen behoren tot de populairste kaarten, zeker bij de Belgische verzamelaars. Volgens Scheerlinck bereikt Ost zijn echte top wanneer hij tijdens de Eerste Wereldoorlog noodgedwongen in Amsterdam verblijft. Teruggekeerd naar België, vestigde Ost zich in Borgerhout waar zijn broer onderpastoor in de parochie van De Heilige Familie was. Van dan af nemen de postkaarten in aantal, diversiteit en kwaliteit af. Scheerlinck: “De algemene rage van postkaarten die tussen 1905 en 1918 lag, is dan voorbij. Als Ost in 1919 een reeks kaarten rond de oorlogsverwoestingen aan de IJzer ontwerpt, haakt zijn vertrouwde Mechelse drukker af. In Antwerpen vindt hij eigenlijk alleen maar opdrachten in het katholieke en Vlaamse netwerk van zijn broer, hoofdzakelijk religieus werk dus. De laatste kaartenreeksen zijn gewijd aan muurschilderingen die hij in het Xaveriuscollege in Borgerhout en het Sint-Michielscollege in Brasschaat mocht maken.”
Gloeilampen Volta
Toch is er minstens nog een magistrale opflakkering in zijn Antwerpse periode. In 1920 levert hij drie bevlogen reclamekaarten voor gloeilampenfabriek Volta in Deurne. Op de mooiste licht één enkele Voltalamp de hele haven uit. Niet voor niets werd dit de meest gezochte en duurste reeks uit zijn oeuvre.
“Met de vele kleine collectioneurs van zijn kaarten zou Ost blij zijn geweest”, gelooft Scheerlinck. “Hij weigerde te verkopen en vereenzaamde. Met zijn postkaarten bereikte hij toch de gemeenschap en werd hij op zijn manier een volkskunstenaar.”
“Met zijn kaarten werd Ost op zijn manier een volkskunstenaar.”
Het boek is alleen te bestellen via www.belgianposterpages.com