Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Historisch kantelpunt tussen Van Aert en Van der Poel
Plots is het builtje opengebarsten. Tien jaar lang al vechten Van Aert en Van der Poel onderlinge duels uit. Vanaf hun tiende, de zijwieltjes waren nauwelijks van hun fiets. Maar zelfs in hun balorige puberjaren was er nauwelijks een spoortje van bitsigheid in hun onderlinge concurrentie terug te vinden. Zo lief, zo vriendelijk. Tot 11 oktober 2020 in Wevelgem. Daar reden ze dan over de finish. Als achtste en negende. De twee topfavorieten die op weg naar Wevelgem veruit de sterksten van allemaal waren – zelfs winnaar Mads Pedersen zal ons deze zin niet kwalijk nemen. Maar die mekaar vol ergernis het wit uit de ogen hadden gekeken, zo hardnekkig dat ze mekaar resoluut in het verlies hadden gereden. Twee honden en een Deen. En plots was het daar. Van Aert die Van der Poel verweet de hele dag op zijn wiel te hebben gereden. De term ‘laf’ viel net niet. Waarna Van der Poel de uithaal van Van Aert op zijn beurt ‘laag’ noemde. In de immer beheerste, vreedzame wereld van Van Aert en Van der Poel mag je dat een scheldpartij noemen. Én een historisch kantelpunt in hun onderlinge relatie.
Wie gelijk heeft? Mogen we dat bijna bijkomstig noemen? Allebei hebben ze evenveel gelijk als ongelijk. Alle begrip voor de frustratie van Van Aert. De beste benen hebben, de sterkste in koers zijn, en dan zo gefnuikt worden. Dat is zuur. Maar wat had hij dan gedacht? Dat de winnaar van zowat elke klassiekers sinds 1 augustus zelfs maar enige ruimte zou krijgen? De status van Van Aert is grondig veranderd. Wie er zo bovenuit steekt, houdt er maar beter rekening mee dat in de toekomst alle middelen goed zijn om hem van die winst te houden. Dat zag hij al op het WK en daar kan hij maar beter aan wennen. Iedereen kijkt naar Van Aert. Dat kan je geen enkele concurrent kwalijk nemen, óók Van der Poel niet. Van der Poel die trouwens een punt heeft. Als hij in volle finale nog een waterkansje op winst wilde maken, moést hij wel achter Van Aert aan gaan. Van der Poel reed wel om te winnen. Maar, niet onnozel doen, intussen wist hij heel goed dat hij op dat zelfde moment ook Van Aert een flinke peer stoofde.
De vraag is wat we na dit kantelpunt zullen krijgen. Een grote les is het hoe dan ook. De weg is geen cross. In het veld mag je mekaar stokken in de wielen wat je wil, daar eindigen de beste twee altijd op de eerste twee plaatsen. In een topklassieker op de weg, zie Wevelgem, kost zo’n potje naijver je voor je er erg in hebt, allebei een podiumplaats. Het woord is aan Van der Poel en Van Aert. Vinden ze straks een modus vivendi, waarbij ze eerst samen de concurrentie verslaan om dan onderling voor de zege te strijden? Of staan we voor jaren van een grimmige tweestrijd waar ze mekaar voortdurend in de wielen zullen rijden? Dan gaan we nog heel vaak een lachende derde aan de finish zien juichen.